Op bijna ieder benzinestation in Nederland kun je zelf je autoband oppompen.Ook staan er vaak luchtpompen bij garages, parkeerterreinen, bouwmarkten, winkelcentra en wasstraten. Let wel: op sommige plaatsen betaal je een kleine vergoeding voor de lucht die je afneemt.
Vaak kan je je autobanden oppompen bij gemeentelijke parkeerterreinen, winkelcentra, tankstations, wasstraten en bij sommige garages.
Voor de banden van een 'gewone personenauto' is de aanbevolen luchtdruk vaak tussen de 2.0 en 2.5 bar, afhankelijk van de belasting van uw auto. De exacte druk is afhankelijk van het type en model auto.
Het beste kun je het instructieboekje van je auto raadplegen om er achter te komen wat de juiste bandenspanning is voor jouw auto. Heb je het instructieboekje niet bij de hand, dan kun je het vaak ook terug vinden op een sticker aan de binnenkant van de deurpost of de tankdop.
Als de bandenspanning te hoog of te laag is, dan kan een band niet optimaal functioneren. Je band heeft dan minder grip en je hebt een groter risico op een klapband. Bovendien verbruik je met een verkeerde bandenspanning meer brandstof en slijten je banden sneller waardoor je ze ook sneller moet vervangen.
Bovendien heeft een band met te hoge spanning minder grip, trilt deze meer en is er vermindert rijcomfort. Daarnaast is de kans op een klapband groter.
Bij elk tankstation staat een bandenpomp. Daarmee kun je bandenspanning checken en je banden meteen oppompen. Soms is dit gratis, maar meestal kost dit tussen de 50 cent en de 2 euro.
Het is goed om te weten dat je elke 2 maanden je autobanden moet oppompen. Het is een kleine moeite, maar zorgt ervoor dat je veel veiliger en zuiniger de weg op gaat. Je banden lopen dagelijks een beetje leeg en daarom is het van belang om er tijdig extra lucht bij te doen.
Een te lage bandenspanning is gevaarlijk. Het zorgt voor een langere remweg en de wegligging is slechter. Bovendien verbruikt u meer brandstof.
Een te lage bandenspanning is slecht voor het brandstofverbruik, maar ook voor de wegligging. Bovendien wordt een zachte band sneller heet, waardoor er meer kans is op een klapband. Een te hoge bandenspanning is eveneens niet goed: dit zorgt voor een slechter contact met de weg en een hogere bandenslijtage.
Wanneer de bandenspanning van warme banden (waarmee net is gereden) wordt gemeten, dan is die hoger dan de spanning in koude toestand (bij omgevingstemperatuur). Verlaag van een warme band dus nooit de spanning, maar wacht tot die is afgekoeld naar de omgevingstemperatuur. Dat duurt minimaal een half uur.
Als een band te hard is opgepompt, voel je niet alleen alle oneffenheden op de weg maar heb je ook meer kans dat de binnenband het vroeg of laat begeeft onder de spanning. Bij een te zachte band wordt fietsen zwaarder en is de fiets ook minder stabiel. In dat geval zullen de banden sneller slijten.
Hoe vaak je jouw fietsbanden moet oppompen, hangt af van je gebruik. Hoe meer je fietst, hoe sneller de bandenspanning afneemt en je banden zacht zullen worden. Maar als je dan regelmatig je banden oppompt, is er niets aan de hand. Als richtlijn kun je om de twee maanden aanhouden.
De meeste fietsbanden hebben een breedte van 3,5 cm, waar een druk van 4,5 bij hoort. Je kunt dus eigenlijk zeggen: Hoe breder de band, hoe minder druk ze dan nodig hebben. Daarom heeft een racefietsband vaak een zeer hoge druk nodig om fijn te fietsen en een brede band op een stadsfiets veel minder druk.
Banden spanning in banden loopt in ca. 2 weken terug van 2.5 bar naar 1.0 bar.
De gewichtsverdeling voor achter is beide rond 50%, en vaker vóór lager (tussen 40 en 50%). Beladen wordt de verhouding uiteraard anders, dan komt er veel meer gewicht op de achteras. Vandaar dat je vaak leeg een bandenspanning voor en achter ongeveer gelijk is en beladen achter (veel) hoger.
Zit er nog minder lucht in de band, dan verandert dat al snel in een klapperend of kloppend geluid. Verder merk je ook meteen dat de auto anders stuurt. Zeker als er een probleem is bij de voorste banden: de besturing zal zwaarder aanvoelen en de auto reageert minder precies.
In het instructieboekje van je auto staat de juiste bandenspanning vermeld. Vaak staat het ook op stickers op de deurpost, op de achterkant van de zonneklep of aan de binnenkant van het brandstofklepje. Controleer alleen koude banden, dan krijg je de juiste spanning.
Bij gebruik van de auto stijgt de temperatuur van de banden. Hierdoor zal tijdens het rijden de bandenspanning oplopen. Omdat de temperaturen in de winter lager zijn, is het verstandig om een hogere bandenspanning aan te houden. Als een autoband te hard is opgepompt, dan wordt de band als het ware bol.
Een te lage bandenspanning zorgt voor een langere remweg, soms tot wel acht meter langer. Daarnaast hebben zachte banden veel minder grip op de weg, waardoor je makkelijker in een slip raakt.
Volgens onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van BOVAG zijn Nederlandse vakantiegangers absolute nitwits als het op bandenspanning aankomt. Da's linke business, want te lage bandenspanning verlengt de remweg, verslechtert de wegligging en verhoogt het risico op een klapband.