Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm. Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden. Je kan ook kiezen om in een plantgat 4 bonen bij elkaar te zaaien. Houdt bij stamslabonen dan een zaaiafstand van 45x45 cm aan en bij stokslabonen een plantafstand van 75x75 cm.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
bonen: 8 -18 dagen. paprika : 8 tot 20 dagen. prei: 15 – 20 dagen. wortelen: 2 tot 3 weken.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
De boontjes kunnen redelijk wat droogte aan, en laten heel goed zien dat ze te droog staan. Als de planten en bladeren hangen moet je zo snel mogelijk water geven. Probeer dat moment van lamlendigheid wel voor te zijn, zeker als de boontjes in wording zijn is het schadelijk als de planten te droog staan.
Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op. En laat dat nu net geen garantie zijn in Nederland. Bovendien zijn de jonge zaailingen erg kwetsbaar voor nachtvorst.
In de volle grond gaat 't beste als je wacht tot na IJsheiligen. – Bonen hebben in beginsel niet veel water nodig. Ze hebben doorgaans genoeg aan natuurlijke regenval. Zodra de bloemen verschijnen kunnen ze vaker wat water gebruiken.
Lage bonen worden ook wel struikbonen maar vooral stambonen genoemd. De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
De grond waarin we bonen willen zaaien moet al voldoende opgewarmd zijn en mag niet te nat zijn. In een te natte en te koude grond komen bonen gewoonweg niet op. Ook de kiemplantjes zijn nog heel gevoelig voor kou en vocht.
Zaaien en planten
Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
De stambonen van de Makkelijke Moestuin zijn lekkere dubbele slaboontjes. Deze soort geeft veel malse sperzieboontjes in trosjes van 4 tot 5 stuks. Oogst de boontjes rond de 10 cm lang: dan zijn ze het lekkerst.
Stokbonen plant je aan stokken van minimaal 2,5 meter hoog. Zet ze op 50 cm afstand van elkaar. Maak op 70 cm afstand een tweede rij en verbind de stokken van beide rijen met een lange stok bovenaan aan elkaar. Per stok zaai je 4 bonen.
Voor een bonenstaak heb je minimaal 5 lange stokken nodig en flink wat touw. Het portaal. Deze klimconstructie zorgt voor extra veel ruimte, omdat je hem als een soort rozenboog over jouw moestuinbanen heen plaatst. Zorg er wel voor dat je er gewassen onder zet die iets meer schaduw kunnen verdragen, zoals sla.
Normale dosis kalk nodig (1 kg/10 m²):
Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ... Kruiden, zoals: kervel, bieslook, tijm, basilicum, lavendel ...
Je zaait van eind april tot eind juli en oogst van half juli tot eind augustus.
Binnen 3 dagen tot een week heb je volledig gekiemde zaden. Er zullen bij sommige bonen zelfs al blaadjes groeien. Op dit punt zijn je gekiemde bonen klaar om in de grond te gaan. Plant ze in een potje, of een andere kleine plantenbak en kijk hoe ze verder groeien.
Sperziebonen. Net als met wortelen is juli de laatste maand om nog sperziebonen te zaaien. Zo hebben de peulen nog de tijd om af te rijpen voor het in het najaar te koud wordt.
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
Gooi het weekwater weg. Je gooit dan weliswaar wel wat voedingsstoffen weg, maar ook de anti-nutriënten. Die laatste wegen zwaarder. Koken in schoon water heeft als voordeel, en dat is niet onbelangrijk voor je omgeving, dat je wat minder winderig wordt van je bonenmaaltijd ;-).
De ideale temperatuur voor het zaaien van bonen in de volle grond, is minimaal 10 tot 12 graden. Wanneer je je bonen hebt voorgezaaid, plant je ze half mei buiten uit. Zorg ervoor dat de bonen op een zonnige plek staan en dat regenwater makkelijk afgevoerd kan worden. Bonen kunnen namelijk niet goed tegen veel regen.
Zaai ongeveer 4 bonen per stok, 2 tot 3 cm diep. In het begin moet je de planten even helpen om rond de stokken te draaien, daarna gaat dit vanzelf.