je borsten voelen zachter aan dan in de eerste weken. er lekt geen melk uit je borsten of eerst gebeurde dat wel, maar nu niet meer. je kunt niet veel melk afkolven. je hebt kleine borsten.
Raadpleeg een lactatiekundige: mocht het niet lukken om je melkproductie te stimuleren en loopt je borstvoeding terug, ga dan in gesprek met een lactatiekundige. Zij of hij kan meekijken bij een of meerdere voedingen zodat je zeker weet dat de aanhap en-drinktechniek van je kindje goed is.
Door verschillende oorzaken kan het gebeuren dat je melkproductie ineens een stuk minder is. Welke maatregelen kun je nemen om je melkproductie te verhogen? Vaak en net zo lang voeden als je baby wil. Probeer twee tot drie dagen, met veel huidcontact, niets anders te doen dan voeden en rusten.
Je borstvoeding kan teruglopen doordat je maar één borst per keer geeft. Hierdoor sla je per voeding een borst over en gaat je lichaam de hoeveelheid melk die je je kindje uit een tweede borst nog zou kunnen geven, een volgende keer niet meer produceren.
Je kindje weer aan de borst krijgen, nadat je gestopt of sterk geminderd bent met voeden, is absoluut mogelijk! Zelfs maanden later nog, nadat je stopte met voeden. Naast je kindje weer aan de borst krijgen, is relactatie ook het (terug) op gang brengen van je melkproductie.
Je hebt geen speciaal dieet nodig wanneer je borstvoeding geeft, maar wat je eet moet qua voedingswaarde gebalanceerd zijn. Dat betekent voldoende groenten en fruit, alsook volkorenproducten zoals haver, bruine rijst en volkoren graanproducten en -brood.
Dit hangt af van het gewicht van je baby, het aantal voedingen en de samenstelling van de gekolfde melk. Een baby drinkt per dag gemiddeld ongeveer 150 ml per kilo lichaamsgewicht. Een baby van 5 kilo heeft dus elke dag 750 ml moedermelk nodig. Als hij zes voedingen krijgt is dat ongeveer 110 ml per voeding.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Binnen een tijdspanne van 3 uur kolf je elke 20 tot 30 minuten een paar minuten. Wek een toeschietreflex op en stop met kolven als de melkstroom afneemt. Herhaal de Clusterkolfsessie elke dag tot de melkproductie toeneemt.
Vaker de borst geven
Als je baby je beide borsten goed heeft leeggedronken, maakt je lichaam weer nieuwe melk aan voor een volgende voeding. Door je baby vaker te voeden of tussendoor te kolven, kun je de melkproductie vergroten.
Afkolven duurt in principe even lang als voeden. Dubbelzijdig kolven duurt gemiddeld 10 tot 15 minuten. Langer kolven om meer melk te krijgen heeft geen zin. Het kan zelfs de borst en tepels beschadigen.
Ook wel powerkolven, of powerpumping genoemd. In 2 tot 3 dagen geef je je melkproductie een flinke oppepper zonder dat je daar al te veel moeite voor hoeft te doen.
Elke drie uur kolven en in de nacht 6 uur ertussen laten is meestal voldoende. Heb je veel melk dan kun je proberen elke 4 uur te kolven en in de nacht max 6 uur ertussen laten. Sommige moeders hebben ook een goed productie bij 4 keer kolven, maar dit raad ik af in de eerste weken.
Als je kort voedt, voedingen overslaat of het lastig vindt om de hongersignalen van je baby te herkennen, kan je productie ook teruglopen. Een baby die te weinig voeding krijgt, kan: Zwak huilen. Veel slapen en zich niet zelf melden voor een volgende voeding.
Onze onderzoeken onder baby's in de leeftijd van een tot zes maanden die uitsluitend borstvoeding kregen, toonden aan dat ze doorgaans tussen de vier en dertien keer per dag aan de borst dronken, waarbij een voedingssessie tussen de twaalf minuten en bijna een uur duurde.
De tijd die het kost om een borst leeg te drinken is per baby en per moeder verschillend. Bij een wat tragere toeschietreflex of een baby die een minder hoog vacuüm kan opbouwen met zuigen zal een voeding langer duren. De duur van een voeding – tot baby's hun buik 'vol' hebben – kan variëren van 5 tot 45 minuten.
Van zodra de melk gaat stromen, zie je hem met trage regelmatige slokken drinken. Als je baby effectief drinkt aan de borst, dan liggen zijn lipjes naar buiten gekruld of verdwijnen zijn lipjes in de borst. Enkel zijn neusje ligt vrij. Zie je de mondhoek van je baby, dan trek je hem dichter naar je toe.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Een keer een voeding uitstellen of overslaan zal meestal niet direct een probleem opleveren. Maar als je dat meerdere voedingen of dagen achter elkaar doet, kan het zijn dat je melkproductie achteruit gaat, waardoor je kind minder vaak bij je wil of kan drinken.
De zuigkracht is vergelijkbaar met een traditionele borstkolf, maar het grote voordeel is dat je in iedere positie, overal kunt kolven, zonder melk te verliezen uit de pomp. Door het ontwerp kan de melk er wel in maar niet uit druppelen. Zelfs liggend in bed of op de bank kun je prima kolven, volgens Willow.
Je mag de melk van beide borsten bij elkaar in het zelfde potje gooien, zolang het maar van dezelfde kolfsessie is. Handig! Schrijf eventueel 'BV' of 'moedermelk' op de melkcontainer, zodat het bij de kinderopvang duidelijk is dat het om moedermelk gaat die op een speciale manier opgewarmd moet worden.
Kort na de bevalling kunnen vrouwen tot 600 mL per dag produceren. Later produceren vrouwen gemiddeld 800 tot 1100 mL melk per dag. Op het hoogtepunt van de lactatieperiode kan er tot 1,5 liter geproduceerd worden en bij tweelingen soms nog meer. Er is zelfs melkproductie tot wel 5L aangetoond.
Het is niet bewezen dat koolsoorten, uien, scherpe kruiden, sinaasappelsap en chocola via de voeding van de moeder darmkrampen kunnen veroorzaken bij kinderen die borstvoeding krijgen. Krampjes komen door de ontwikkeling van de darmen, niet door wat de moeder eet. Na 3 maanden zijn de krampjes over het algemeen over.
Probeer achterover leunend borstvoeding te geven.
Voeden in een achterover leunende, of liggende, houding kan helpen, omdat het je baby meer controle geeft. Hij kan het tempo bepalen en zijn hoofd optillen als je stroom te snel voor hem is.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.