En mensen komen in actie als ze een doel voor ogen hebben. Een doel dat voorziet in een bepaalde behoefte. Je mensen motiveren betekent dus dat je ze beweegredenen geeft om een bepaald doel te bereiken dat voorziet in hun behoefte. Het werkt echter veel beter als je mensen hun eigen beweegredenen hebben.
Bij motivatie staat het voldoen aan de individuele behoeften van de medewerker centraal. Mensen doen iets omdat zij er iets positiefs aan over willen houden. Dat kunnen intrinsieke behoeften zijn, zoals bijvoorbeeld verantwoordelijkheid, waardering, het teamverband of inhoudelijke taken en voldoening.
In een boodschap kun je gebruikmaken van schaarste om mensen te motiveren om in actie te komen. Het creëert een urgentie, waardoor de kans stijgt dat jouw boodschap een respons krijgt. Een paar voorbeelden van schaarste zijn uitspraken als 'nog maar enkele plekken beschikbaar' of 'dit aanbod is twee dagen beschikbaar'.
Stel vragen, luister naar de reacties. Wees je bewust van je oogcontact, gezichtsuitdrukking en de toon van je stem. Aanmoedigen: vraag naar meningen of feedback aan het eind van een vergadering. Pauzeer even en vraag het nog een keer, zodat mensen weten dat je oprecht bent.
De competentie Stimuleren en motiveren geeft aan of je anderen enthousiasmeert, aanmoedigt en het goede voorbeeld geeft. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Door mijn aanpak worden anderen enthousiast".
De meest motiverende factoren situeren zich in de medewerker zelf, zoals: Het gevoel gewaardeerd te worden op het werk. Fier zijn op je werk, het graag doen. Erkenning van de prestaties.
Volgens Tempo Team doet 72% van de werknemers na een compliment zijn werk met meer plezier. 61% van de werknemers doet erna beter zijn best. Wat motiveert medewerkers: waardering en positieve feedback. Dit leidt tot beter werk, dat op zijn beurt zorgt voor een betere omzet.
Motivatie is de drijfveer of reden van een individu om tot een actie of prestatie te komen. Het kan de persoon drijven tot een (gewenste) gedragsvorm. Motivatie bestaat uit een samenhang tussen verschillende factoren waaronder de biologische (aangeboren) en cultuurafhankelijke (aangeleerde) eigenschappen.
Je schenkt snel meer aandacht aan iets dat je kind verkeerd doet, dan aan iets dat hij goed doet. Hierdoor raakt je kind niet gemotiveerd om nieuwe dingen te proberen, maar leert enkel op de rem te gaan. Bij positief stimuleren krijgt je kind juist erkenning en bevestiging voor zijn inspanningen.
De motivatie van een persoon wordt sterk beïnvloed door de verwachtingen die hij heeft over zijn eigen effectiviteit, de moeilijkheidsgraad van een handeling en de mogelijke uitkomst(en) van zijn handelen.
Motivatie bestaat uit drie componenten, namelijk gereedheid, bereidheid en vermogen (of willen, kunnen en er klaar voor zijn).
Intrinsieke motivatie wil zeggen dat je iets uit jezelf wilt bereiken. Een leerling maakt dan opdrachten omdat ze het zelf leuk vindt om iets nieuws te leren over geometrie. De drijfveer is hier oprechte nieuwsgierigheid. Intrinsieke motivatie is iets wat je niet bij iemand af kunt dwingen.
De kracht waarmee iemand zelf voor verandering pleit, is sterk voorspellend voor gedragsverandering. Professionals die motiverende gespreksvoering praktiseren, lokken meer verandertaal en minder weerstand uit bij cliënten, vergeleken met meer directieve of confronterende gespreksstijlen.
Sociale omgeving
De mensen om ons heen beïnvloeden ons gedrag: familie, vrienden en collega's, maar ook mensen die we als autoriteit zien. Twee normen spelen hierbij een rol: Injunctieve norm: de perceptie van wat voor ons belangrijke men- sen gewenst gedrag vínden.