Bij snaarinstrumenten ontstaat geluid doordat er in de snaar staande golven ontstaan. Hierin is l de lengte van de snaar, λ de golflengte en k geeft aan welke boventoon je hebt. De lengte van de snaar bepaalt de grondtoon en de boventonen.
De dikste snaren maken de laagste tonen en de dunne snaren maken de hoge tonen. Hoe dunner de snaar, hoe hoger het geluid dat hij maakt. Hoe dikker je de snaar maakt, hoe lager het geluid. Door je vingers op de hals te zetten, maakt je de snaar korter of langer.
Door een snaar strakker te draaien wordt snaarspanning hoger en daarmee de toon. Door met een vinger de effectieve lengte van de snaar te verkorten kun je de toon eveneens verhogen. Door het gebruiken van dunnere/lichtere snaren wordt de toon ook hoger.
Een elektrische gitaar heeft stalen snaren. De meeste snaren zijn gemaakt van nylon. Nylon is een soort kunststof. Nylon ontstaat door verschillende zuren en andere stoffen met elkaar te mengen (met hele moeilijke woorden: condensatie polymerisatiereactie tussen een carbondizuur of dizuurchloride met een aminodizuur).
Een snaarinstrument is een muziekinstrument waarbij het geluid ontstaat door het trillen van snaren. In het algemeen wordt het geluid van de trillende snaar ondersteund door een klankkast die zich direct onder de snaren bevindt.
Een snaar kan onder andere gemaakt zijn van staal, schapendarm, carbon of nylon, en kan samengesteld zijn uit een kern omwonden met een of meer lagen van ander materiaal.
Hoe dikker je de snaar maakt, hoe lager het geluid. Door je vingers op de hals te zetten, maakt je de snaar korter of langer. Hoe korter je de snaar maakt, hoe hoger het geluid dat hij maakt. Als je de snaar langer maakt, zal hij een lager geluid geven.
De 47 snaren die het instrument rijk is, worden bespeeld door de vingers. De harp heeft een hele unieke en warme klank. Maak een praatje met een willekeurige harpist(e) en hij of zij zal je waarschijnlijk vertellen dat het bij het bespelen van de harp is, alsof je een orkest in je vingers hebt.
De diktes worden aangegeven in duizendsten van een inch. Ze zijn te verkrijgen van 009 tot en met 035 dik. Een snarenset van bijvoorbeeld 010 is een set waarvan de dunste snaar 0,010 inch dik is. De dikste snaar is circa vijf keer zo dik.
Een piepend, snerpend geluid (V-snaar of multiriem)
Hoor je bij een draaiende motor een piepend, snerpend geluid, dat vaak erger wordt als je extra gas geeft, dan heb je goede kans dat de V-snaar, tegenwoordig vaak multiriem genoemd, is versleten of loszit.
Tijdens het piepen wordt de riem warm, waardoor het slippen weer ophoudt. Uiteindelijk zal de riem door veel slippen uitdrogen, en doorbranden (breken). Bij langdurige 'piep periodes' is het raadzaam om de riem met geleider spanrollen te vernieuwen.
Hoewel het onderdeel constant in beweging is als de motor draait, gaan multiriemen gemiddeld 60.000 tot soms wel 150.000 km mee, afhankelijk van het type auto dat u heeft. Eén ding is echter zeker: slijten doet hij en op den duur is iedere v-snaar aan vervanging toe.
Een snaarinstrument of chordofoon is een muziekinstrument waarbij het geluid veroorzaakt wordt door het trillen van een of meer snaren. In het algemeen wordt het geluid van de trillende snaar ondersteund door een klankkast of resonator.
De luit is een meestal dubbelkorig snaarinstrument met 4 tot 13 snaren dat met de vingers wordt bespeeld. Net als de moderne gitaar eindigen de snaren op het bovenblad, en niet zoals bij de meeste snaarinstrumenten op de klankkast.
Frequentie is het aantal keer per seconde dat stroom van richting verandert. De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz), een internationale meeteenheid, waarbij 1 hertz gelijk is aan 1 cyclus per seconde. Hertz (Hz) = één hertz is gelijk aan één cyclus per seconde.
de harpiste zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: harpistesVerbuigingen: harpistetje een vrouwelijke bespeler van het muziekinstrument harp.
Er wordt wel eens gezegd dat de harp het moeilijkste instrument is om te leren. Dat is echter niet zo, en bovendien erg ongenuanceerd. Ieder instrument heeft zijn eigen uitdagingen. Zo is de intonatie en toonvorming op een viool, altviool of cello niet evident.
Bij het stemmen van bijvoorbeeld de A-snaar blaas je op het mondstuk met de 'A' erop. Tegelijkertijd sla je de A-snaar op de gitaar aan. Nu draai je aan de stemknoppen van de gitaar tot dat ze beide precies hetzelfde klinken. Wanneer je weinig trilling hoort tussen de twee geluiden dan is de snaar goed gestemd.
Hoe goed je ook je best doet, het klinkt gewoon niet lekker. Daarom zul je bij elke speelsessie je gitaar moeten stemmen en ook om de zoveel tijd je gitaar snaren moeten vervangen. Ik raad aan om dit elke drie maanden te doen, want er klinkt niets beter dan verse, goed gestemde snaren.
Stemmen op gehoor vergt wel aardig wat oefening. Hierbij kun je een referentietoon gebruiken van bijvoorbeeld een stemvork of stemfluit. Het stemmen van de snaren van je gitaar doe je door aan de stemmechanieken te draaien.
Een stalen snaar kan ook met naam benoemd worden in plaats van met hun diktes: extra light (010), light (012), medium (013) en heavy (014). Hoe dikker, des te zwaarder het speelt; om dezelfde toonhoogte te krijgen moeten de dikke gitaar snaren strakker aangedraaid worden dan de dunnere.
De ukulele lijkt op een gitaar, maar hij is een stuk kleiner. Ook heeft hij maar vier snaren, in plaats van zes. Het is helemaal niet moeilijk om ukulele te leren spelen!