Kokkels graven zichzelf in zand. Het is daarom belangrijk om ze goed te wassen. Spoel ze met zout wate en stop ze daarna in een pan met koud water en veel zout en laat geruime tijd staan.Ververs daarna nog een keer het water zodat ze helemaal zand vrij zijn.
Was de kokkels een paar keer in koud water en check of er open schelpjes tussen zitten. Tik er even op: gaan ze dicht, dan kunnen ze mee. Blijven ze open of zijn ze kapot, gooi ze dan weg.
De kokkels onder koud stromend water wassen en schoon maken. Gooi gebroken en hele zware schelpen die vol zand zitten weg. Zet de kokkels een paar uur in zout water, dan spugen ze het zand uit.
Bewaren. Gekookte kokkels zijn bij een temperatuur van 0 tot 4 graden in de koelkast slechts enkele dagen houdbaar. De verse daarentegen zijn 7 tot 10 dagen vanaf de vangst houdbaar op een donkere plaats bij een temperatuur van maximaal 3 graden.
Vongole / Venusschelpen
Vongole is Italiaans voor venusschelpen. Eigenlijk kunnen venusschelpen worden gezien als het Italiaanse broertje van de Nederlandse kokkels. Qua smaak is er nauwelijks verschil tussen de twee. Wel zijn venusschelpen wat groter, platter en gladder dan de geribbelde kokkels.
Venusschelpen, kokkels, scheermessen en andere eetbare schelpjes bevatten nu eenmaal zand en dat krijg je er niet uit door ze vooraf te spoelen of even te laten weken in water. Het wondermiddeltje om ze helemaal zandvrij te maken, is een schep zout.
Kokkels komen in bijna alle zeeën voor en zijn de meest voorkomende schelpen in Noord-Europa. Kokkels zijn te eten als mosselen en ze zijn het hele jaar te verkrijgen. Ook kokkels moet je, zoals de meeste schelpen, dicht kopen. De mossel is een schelpdier welke voorkomt in de Nederlandse kustwateren.
Kokkels kunnen, net als mosselen, worden gestoomd, gekookt, gebakken en zelf levend rauw worden gegeten. Als u zelf kokkels gaat bereiden controleer dan eerst of ze allemaal vers zijn. Als de schelp iets open staat kunt u controleren of de kokkel nog leeft. Geef een tikje op de schelp.
De verse kokkels, ook wel hartschelp genoemd, hebben een heerlijke zomerse smaak. Helemaal in combinatie met een pasta, verse peterselie, witte wijn, parmezaan en citroensap. Kokkels zijn tweekleppige schelpdieren die in de bodem van zoute en brakke wateren leven.
Eten en gegeten worden
Beide soorten kokkels zijn weinig kieskeurig in wat ze eten: als ze het maar uit het water kunnen filteren. Het kunnen kleine voedseldeeltjes zijn maar ook eencellige algen. De larven eten waarschijnlijk vooral algen. De kokkels worden op hun beurt weer gegeten door krabben, vissen en vogels.
Zelf kokkels rapen
Kokkels leven in ondiep water op de zeebodem. Het beestje graaft zich in in het zand. Op het Wad kun je op veel plaatsen kokkels vinden. Als het Wad net is drooggevallen trek je met je vingers door het zand.
Vongole maak je makkelijk schoon door de schelpdieren een uurtje in ruim gezouten water te laten. De diertjes zullen zelf het zand uit hun schelp verwijderen. Daarna hoef je ze alleen nog onder koud water te spoelen en ze zijn klaar om gebruikt te worden.
De kooktijd voor cocciole is namelijk 7 minuten. Dit betekent dat de pasta na 7 minuten koken al gaar is en klaar is om gegeten te worden. Natuurlijk kan je ervoor kiezen om de pasta langer of korter te koken.
Vongolen kunnen het hele jaar door worden gegeten, maar het verschilt wel per seizoen hoe lekker de vongole smaakt. Vongolen zijn minder lekker als ze in de zomermaanden juli en augustus worden gevangen. Dit heeft o.a. te maken met de temperatuur van het water. Vongolen smaken beter als ze uit koud water komen.
Kokkels planten zich tegelijkertijd voort in mei: de mannelijke kokkels produceren zaad, de vrouwtjes eicellen die in het zeewater worden losgelaten en elkaar daar bevruchten, de bevruchte eicel voedt zich dan met algen, zinkt naar de bodem en groeit uit tot een nieuwe kokkel.
Kokkels leven net onder de zeebodem in het zand. De schelpdieren hebben twee buisjes die net boven het zand uitsteken en waar op een slimme manier gebruik van wordt gemaakt. Het voedsel wat in het water zit, wordt door de ene buis naar binnen gezogen. Voor de afvalverwijdering wordt de andere buis gebruikt.
Kokkels. Kokkels zijn schelpdieren en zijn zowel in de Oosterschelde als Westerschelde van Zeeland te vinden. Ze leven voornamelijk in gebieden die regelmatig droogvallen en worden van eind augustus tot eind december gevangen. Kokkels worden geserveerd in soepen, ragouts of in een lekkere visschelp.
Bak de knoflook en citroenschijfjes 30 seconden, zet het vuur hoog, voeg de bruine venusschelpen toe en doe het deksel op de pan. Kook 2 tot 3 minuten tot de venusschelpen allemaal open zijn, schud de pan af en toe heen en weer (gooi de venusschelpen die niet opengaan weg).
Lekker als voorgerecht, in pasta's of op een zeevruchtenschotel. Meestal worden ze gekookt of gestoomd, maar ook gewokt of gegrild smaken ze heerlijk.
Schaal- en schelpdieren staan in de Schijf van Vijf. Schaal- en schelpdieren zijn geen vissen, maar tellen in de Schijf van Vijf mee als (magere) vis. In rauwe schaal- en schelpdieren kan het norovirus voorkomen. Je kunt dan last krijgen van misselijkheid, braken en diarree.
Verboden vruchten voor moslims: haram
producten afgeleid van varkens, zoals gelatine uit varkensbeenmerg. specifieke soorten zeevruchten, afhankelijk van de islamitische leerschool die jouw klant volgt, voorbeelden van deze zeevruchten zijn: mosselen, garnalen, oesters, zeekreeften en krabben.
Was de krukels in een vergiet en laat ze 'spugen' Doe ze in ruim kokend water met flink wat peper.
Mosselen kunnen rauw, gekookt, gebakken of gefrituurd gegeten worden. Kook ze niet te lang, ongeveer 10 minuten, anders worden ze taai en donkerbruin.
Mosselen die blijven drijven
Drijvende mosselen zijn niet altijd slecht: het kan bijvoorbeeld zijn dat ze bij het spoelen geschrokken zijn en zuurstof gehapt hebben. Door deze luchtbel in de schelp blijven ze dan drijven. Je kunt ze gewoon meekoken.
Schelpkenmerken. De mossel heeft een langwerpig asymmetrisch driehoekige, betrekkelijk dunschalige maar stevige schelp. Er is een zeer onopvallend slot, bestaande uit enkele zeer kleine tandjes.