Je maakt een balans kloppend door al je bezittingen en schulden onder elkaar te zetten. Uiteindelijk moeten aan beide kanten dezelfde bedragen bij elkaar opgeteld staan. Het verschil tussen je bezittingen en je schulden is je eigen vermogen. Door dit bedrag op de balans in te vullen, maak je de balans kloppend.
De beginbalans ook wel startbalans genoemd, is een overzicht van alle bezittingen, het vreemd vermogen (de schulden) en het eigen vermogen aan het begin van een periode. Meestal zijn de cijfers van de beginbalans gebaseerd op de eindbalans van de voorgaande periode.
Met de beginbalans of openingsbalans begin je iedere periode in de boekhouding. In principe ziet die er hetzelfde uit als een reguliere balans, maar in dit geval zet je dus alle cijfers voor het begin van een bepaald tijdvak of project op een rijtje.
Een balans heeft een linker- en een rechterkant. De linkerkant is de activa- of debetzijde. Aan deze kant staan je bezittingen, zoals bijvoorbeeld geld, goederen of debiteuren, mensen die nog geld aan jou moeten betalen. Aan de rechterkant staat de passiva-, of creditzijde.
Je maakt een balans kloppend door al je bezittingen en schulden onder elkaar te zetten. Uiteindelijk moeten aan beide kanten dezelfde bedragen bij elkaar opgeteld staan. Het verschil tussen je bezittingen en je schulden is je eigen vermogen. Door dit bedrag op de balans in te vullen, maak je de balans kloppend.
Je gebruikt de creditzijde om je schulden te boeken en de debetzijde om bezittingen te boeken. De term stamt eigenlijk uit de tijd dat er nog geen rekenmachines waren. Hiermee kon men de positieve en negatieve getallen goed uit elkaar houden.
Als ondernemer kom je verschillende vormen van de balans tegen. Je hebt de begin– en eindbalans. Met een beginbalans geeft je onderneming aan met welke cijfers je onderneming een bepaalde periode ingaat. De eindbalans laat zien met welke cijfers jouw onderneming een bepaalde periode afsluit.
Een balans laat de stand van het bedrijf op dit moment zien – en verandert dus met elke transactie. Een jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting op beide. Er zijn fiscale en bedrijfseconomische jaarrekeningen.
Er kunnen verschillende soorten balansen onderscheiden worden. De belangrijkste daarvan zijn de massabalans, de molbalans, de energiebalans en de impulsbalans.
Veelvoorkomende voorbeelden van vaste activa zijn o.a. Gebouwen, Inventaris, Machines en installaties, Transportmiddelen, Merknamen, Goodwill en Aandelen.
Op je balans zie je voorraad onder je vlottende activa staan. Dit betekent dus eigenlijk dat voorraad bestaat uit goederen die "vlot" weer weg zijn, of in geld omgezet kunnen worden. Werk je met voorraad dan is het belangrijk een goede en complete voorraad administratie bij te houden.
Een tussenrekening (wachtrekening in Vlaanderen) is een balansrekening in het grootboek waarop tijdelijk iets kan worden geboekt, om het er later weer af te kunnen boeken. Uiteindelijk zal het saldo van een tussenrekening altijd op nul uitkomen.
De balans is een verplicht onderdeel van de jaarrekening. In de jaarrekening staat zowel de begin- als eindbalans over een periode. Meestal is dat een jaar. De eindstand van het voorgaande jaar is de beginstand van het volgende jaar.
Via de bank heb je een bedrag overgemaakt naar privé. Nadat je deze bankmutatie hebt geüpload ga je deze verantwoorden en wijzigen naar 0650 Privé opname. Je kunt ook een bedrag uit vanuit de Kas opgenomen hebben voor privé uitgaven.
De balansposten zijn een overzicht van de bezittingen, het vreemd vermogen (schulden) en het eigen vermogen van jouw entiteit, zoals een onderneming, instelling of persoon. De balans bestaat uit twee kolommen die met elkaar in evenwicht moeten zijn.
Op de balans staat een verlies aan de creditzijde, maar dan als negatief bedrag.
De linkerkolom bestaat uit de debetzijde van de balans (bezittingen, ook wel activa genoemd) en de rechterkolom bestaat uit de creditzijde van de balans (schulden en het eigen vermogen, ook wel passiva genoemd). De bezittingen bestaan uit vaste activa, vlottende activa en debiteuren, samen ook wel 'activa' genoemd.
De winst zelf zal waarschijnlijk op de bank staan en komt hierdoor aan de debetzijde van je balans te staan. De debetzijde bestaat immers uit je bezittingen: de activa. De winst moet ergens in geïnvesteerd zijn of op het banksaldo staan. Zo komt de balans weer in evenwicht.
In essentie is de liquide middelen betekenis niet meer dan sterk liquide activa. Dat betekent dat dit kapitaal al in geldelijke vorm aanwezig is of in geen tijd in geld kan worden omgezet. Het geld in kas is een liquide middel, maar ook het geld op de bankrekening is een liquide middel.
Op de resultatenrekening komen alle kosten en opbrengsten van een periode samen. Dit is dus de plek om te bepalen of er winst of verlies behaald is. Stel dat een bedrijf in 2014 € 1,2 mln aan kosten had en € 1,5 mln aan opbrengsten: er is dus een winst gehaald van € 300.000.
Debet en Credit wordt in de boekhouding gebruikt om aan te geven of er geld bij de organisatie waarover de boekhouding gaat weg gaat (Debet), of er geld binnenkomt (Credit).
Iemand heeft een schuld aan een ander en is een schuldenaar of debiteur, als die ander een vordering, veelal uitgedrukt in geld, op de eerstgenoemde heeft. Een schuld kan ontstaan doordat een dienst of goed bij levering niet direct wordt voldaan.
Als je een kosten (= debet) wilt vermeerderen, boek je het bedrag debet in de journaalpost. Als je een kosten (= debet) wilt verminderen, boek je het bedrag credit in de journaalpost. Als je een opbrengst (= credit) wilt vermeerderen, boek je het bedrag credit in de journaalpost.
Verschil activa en passiva
Activa zijn bezittingen en passiva zijn de schulden van een onderneming. Hoeveel zakelijk geld jouw bedrijf volgens de balans heeft staat op de activazijde. Daarnaast is op de passivazijde te zien wie de eigenaar van dat geld is.