Strooi het aantal voorgeschreven maatschepjes poeder op het water in de fles. Voor elke 30 ml water gebruik je 1 los afgestreken schepje voeding in de fles, dus: 30 ml + 1 schepje = ongeveer 33 ml voeding; 60 ml + 2 schepjes = ongeveer 65 ml voeding; 90 ml + 3 schepjes = ongeveer 100 ml voeding.
Sorry 150 water en 5 schepjes is ongeveer 165 cc voeding. Dan zou je dus 180 water en 6 schepjes moeten doen, dan zit je er iets boven. Sorry 150 water en 5 schepjes is ongeveer 165 cc voeding.
Hoeveelheid flesvoeding
Over het algemeen geldt een richtlijn van 150 ml per kilo lichaamsgewicht per 24 uur. Weegt je baby bijvoorbeeld 4 kilo, dan is 4 x 150 ml = 600 ml voldoende. Maar dit is alleen een richtlijn. Je baby bepaalt zelf hoe vaak en hoeveel hij wil drinken.
De normale verhou- ding is 1 afgestreken maatschepje melkpoeder per 30 ml water. * Het maatschepje moet volledig vol zijn (geen torentje). Druk het poeder niet aan. Voegt u meer maatschepjes toe, dan is de melk te geconcentreerd.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Als wij 120cc geven dan vullen we het flesje tot 120cc met water en vullen het daarna aan met 4 schepjes voeding.
De richtlijn is als volgt. Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter flesvoeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml.
De opbouw van de voeding begint met kleine beetjes en in overleg met uw huisarts, de verloskundige of het consultatiebureau. Afhankelijk van het geboortegewicht krijgt uw baby zes á zeven keer per 24 uur voeding. Meestal wordt er gestart met 10 ml per voeding en iedere dag wordt de voeding met 10 ml verhoogd.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt dit gemiddeld met 10 ml per voeding per dag opgehoogd; 2e dag 20 cc per voeding, 3e dag 30 cc etc. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding.
Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
Gebruik geen warm water direct uit de kraan voor babyvoeding
Apparaten, zoals een geiser of boiler, kunnen de kwaliteit van het warme drinkwater beïnvloeden. Gebruik voor het warm maken van de voeding een flessenwarmer, voeg er kokend water aan toe of warm de voeding op in een pannetje heet water.
Let op: gebruik 1 afgestreken doseerlepel poedermelk per 30ml water. Als je baby dus 180ml melk drinkt, vul je de fles met 180 ml water, verwarm je dat en voeg je vervolgens 6 afgestreken lepels poedermelk toe.
Voorheen werd aangeraden om voor de bereiding van flesvoeding (kraan)water vooraf te koken of bronwater te gebruiken. Dit is niet nodig in Nederland. Water uit de kraan is veilig en vers voor babyvoeding. Let op: je gebruikt koud water, dat je vervolgens opwarmt tot de benodigde temperatuur.
Als je baby een aantal dagen van 24.00 tot 07.00 uur zonder voeding doorslaapt, kun je van 24.00 uur naar 22.00 uur af gaan bouwen. Als je merkt dat het 's avonds erg veel moeite kost om hem wakker te maken en je baby steeds minder van de fles drinkt, dan kan de avondfles eruit.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Zo heeft een baby tot 1 maand oud ongeveer 150 ml moedermelk per kilogram lichaamsgewicht nodig en een baby tot 2 maanden oud 140 ml melk per kilogram. Voor een kindje tot 3 maanden oud wordt er uitgegaan van 130 ml, tot 4 maanden van 120 ml en tot 5 maanden van 110 ml.
Een baby van zes weken oud weegt vijf kilogram. 140ml maal vijf geeft 700 ml. Deel dit door het aantal voedingen dat de baby op een dag drinkt. Bij twaalf voedingen drinkt de baby afgerond 60 ml per voeding.
Je kan aanhouden dat je baby ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig heeft. Een voorbeeld: weegt je baby 3,5 kg, dan is er dus 3,5 x 150 ml = ongeveer 525 ml nodig per dag. Dit kan je geven in zeven voedingen van 75 ml, verdeeld over de dag.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben. Dat komt bij 8 voedingen neer op 75 ml per voeding, bij 7 voedingen op ongeveer 85 ml, bij 6 voedingen op 100 ml, etc.
Er wordt geadviseerd de hoeveelheid flesvoeding af te laten hangen van het gewicht van je baby. Over het algemeen geldt dat je kindje voor iedere kilo lichaamsgewicht 150 ml voeding per dag nodig heeft. Dit betekent bij een gewicht van 5 kilo dus: 150 x 5 = 750 ml voeding, verdeeld over de dag.
Voedingsschema baby 4 weken
Flesvoeding: 6 x 100 (120) cc of 7 x 100 cc. Extra vitamines per dag: vitamine D 10 mcg.