Kies een nestkast op basis van de vogels die je in je tuin hebt. Elke vogel heeft een bepaalde voorkeur voor een invliegopening. Als je veel pimpelmezen in de tuin hebt, kies dan voor 28 mm. Koolmezen hebben liever 32 mm als invliegopening.
Zorg voor voldoende beschutting tegen wind en regen, en vermijd een plek in de felle zon. Het is belangrijk dat de vogels een vrije aanvliegroute hebben met een invliegopening in de richting noorden, oosten of noordoosten.
De juiste vliegopening
De grootte van de vliegopening en de afmetingen van het vogelhuisje zijn bepalend voor de vogelsoort die je aantrekt met het vogelhuisje. De vliegopening voor een klein meesje is 3,2cm en de vliegopening voor een kauw is 15cm.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
Koolmees houdt huis
De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Een plek waar 's middags vol de zon op schijnt, is geen goed idee. In het vogelhuisje kan het dan zo heet worden, dat de jongen het niet overleven. De meeste nestkasten kun je op ongeveer 2 meter hoogte ophangen.
Vergeet niet om in de winter ook zelf vetbollen te maken en de vogels goed bij te voeren bij kou en als het bijvoorbeeld sneeuwt. Dat kan ook met een vogelhuisje waar simpelweg een pot (zoutarme) pindakaas inpast. Daar zijn ze dol op!
's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.
De allerkleinste openingen (zoals in onze huisjes) zijn geschikt voor mezen en winterkoninkjes. 9. Vogels vinden hun materialen zelf. Stop dus geen stro, hooi, mos of takjes in het huisje.
Welk hout is geschikt? Zorg ervoor dat je weerbestendig hout gebruikt, zoals eiken of beuken. Watervast multiplex kan ook. Een nestkastje van houtbeton warmt in het voorjaar sneller op.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Zaadeters, zoals mezen en vinken, hebben daglicht nodig om hun voedsel te vinden, dus zij slapen wel als het donker is. Wadvogels, die schelp- en andere diertjes zoeken op de wadplaten, slapen als het hoogwater is en de platen onderlopen. Zodra het laagwater is worden ze weer wakker, dag of nacht.
De ouders verblijven 's nachts wanneer de kuikens nog klein zijn ook in het nestkasje om de jonegn warm te houden. Wanneer de jongen groter zijn kunnen ze en is het niet echt meer nodig om ze warm te houden. Ze verblijven dan vaak wel in het nestkasje of er vlak bij in de buurt.
Broedt vanaf eind april, heeft één of twee legsels per jaar met elk 8-13 (soms 7-15) eieren. Paren broeden alleen, maar andere nesten bevinden zich soms dichtbij, bijvoorbeeld in nestkasten in dezelfde boom op 3-4 meter afstand.
Een nestkast mag niet in de volle zon en regen hangen. Hang de invliegopening daarom het liefst in oostelijke richting, noord tot zuidoost is ook goed, als hij maar naar het licht gericht is. Vogels houden van ochtendzon in de nestopening.
Hang de nestkasten daarom minstens 10 m uit elkaar. Evenals veel mensen, zijn vogels heel kieskeurig. Ze zullen niet in ieder nestkastje broeden. Het is dan ook belangrijk dat je de nestkast gaat ophangen op de juiste plek in je tuin.