Klik op een willekeurige plaats in de tabel die u wilt wijzigen. De hulpmiddelen voor tabellen worden weergegeven boven het lint. Klik onder hulpmiddelen voor tabellenop indeling. Hiermee opent u de opties voor het invoegen van rijen en kolommen, plus andere Tabelopties.
Klik in een cel die zich rechts van of boven de positie bevindt waar u een cel wilt invoegen. Selecteer het tabblad Indeling. Klik op de pijl in de rechterbenedenhoek van de sectie Rijen en kolommen.
Tip: Als u meer dan één kolom of rij tegelijk wilt invoegen, selecteert u het gewenste aantal kolommen of rijen voordat u op Besturingselement invoegen klikt. Als u bijvoorbeeld twee rijen wilt invoegen, selecteert u eerst twee rijen in de tabel en vervolgens klikt u op Besturingselement invoegen.
Eén kolom invoegen: Klik met de rechtermuisknop op de hele kolom rechts van de positie waar u de nieuwe kolom wilt toevoegen en selecteer vervolgens Kolommen invoegen. Meerdere kolommen invoegen: Selecteer hetzelfde aantal kolommen rechts van de positie waar u nieuwe kolommen wilt toevoegen.
Een tekst kan weergegeven worden in verschillende kolommen (verticale blokken). De kolommen worden gescheiden door witruimte of bv. een lijn. Kolommen worden meestal gebruikt om grote stukken tekst op te delen zodat de tekst beter op een blad past en er een mooiere bladschikking ontstaat.
Klik met de rechtermuisknop op het tekstvak, de tijdelijke aanduiding of de rand van de vorm en klik op Vorm opmaken. Klik op Kolommen, voer het aantal kolommen in het vak Getal in en de ruimte tussen elke kolom (in inches) in het vak Afstand .
Selecteer Invoegen > Tabel > Tabel invoegen.Selecteer het aantal rijen en kolommen, de functie AutoAanpassen en selecteer vervolgens OK. Tip: Schakel het selectievakje Dimensies voor nieuwe tabellen opslaan als u wilt dat alle tabellen er zo uitzien.
Klik op het tabblad Indeling in de groep Celgrootte in het vak Tabelkolombreedte en geef de gewenste opties op. Als u wilt dat de kolommen in een tabel automatisch in de inhoud passen, klikt u op de tabel. Klik op het tabblad Indeling in de groep Celgrootte op AutoAanpassen en klik vervolgens op Inhoud autoaanpassen.
Een tabel bestaat uit rijen en kolommen. Bij een rij gaat het om de horizontale hokjes van links naar rechts.Bij een kolom gaat het om de verticale hokjes van boven naar beneden.
Klik op de tabelverplaatsingsgreep om de tabel te selecteren. Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Ctrl+C om de tabel te kopiëren. Druk op Ctrl+X om de tabel te knippen.
Ga naar het tabblad Invoegen, klik in de groep Tekst op Tekstvak en klik op Tekstvak tekenen.Klik in berichttekst en sleep het tekstvak naar het gewenste formaat. Als u in het vak klikt, kunt u tekst toevoegen door deze te typen of te plakken.
Klik in het lint op het tabblad Ontwerpen, of op Pagina-indeling.
Ga naar Indeling > einden.Kies het gewenste type sectie-einde:Volgende pagina Sectie-einde start de nieuwe sectie op de volgende pagina. Doorlopend Met sectie-einde wordt de nieuwe sectie op dezelfde pagina gestart.
Selecteer de cel die u wilt splitsen.Selecteer Indeling > Cellen splitsen.Geef het aantal kolommen of rijen op waarin u de geselecteerde cellen wilt splitsen en selecteer OK.
Klik in de kolom.Klik onder Hulpmiddelen voor tabellen op het tabblad Indeling.Klik in de groep Tabel op Selecteren en klik op Kolom selecteren.
Ga naar het tabblad Weergave, klik op Schikken en vervolgens op Splitsen.