Stap 1: Je legt je geodriehoek op de hoek die je wilt meten. Stap 2: De 0 van de geodriehoek leg je op het hoekpunt en de lange kant van de geodriehoek leg je langs een been van de hoek. Stap 3: Lees het aantal graden langs de rand van de geodriehoek af op het punt waar het andere been loopt.
Scherpe hoeken zijn kleiner dan 90 graden. Rechte hoeken zijn precies 90 graden.
De geodriehoek is een combinatie van een liniaal en een gradenboog. De meest voorkomende vorm van de geodriehoek is de gelijkbenige rechthoekige driehoek, dus met twee hoeken van 45° en een van 90°. Aan de langste zijde is de centimeterverdeling aangebracht met het nulpunt in het midden.
Hoeken meten met een zweihaak
Een zweihaak, ook zwaaihaak genoemd, bestaat uit twee gedeelten die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Draai de schroef los en je kunt er elke hoek mee meten. Door de schroef vervolgens aan te draaien leg je de hoek vast en kun je hem aftekenen.
Bouwhaak of 3 - 4 - 5 steek.
Op de 3 latten zet je een veelvoud uit van 3 - 4 en 5. Bijvoorbeeld : 3 X 20 cm - 4 X 20 cm en 5 X 20 cm. of : 3 X 30 cm - 4 X 30 cm en 5 X 30 cm. Hoe groter de bouwhaak hoe nauwkeuriger hij zal zijn.
Stap 1: Je tekent een punt en een been van een hoek. Stap 2: De lange kant van de geodriehoek leg je langs het been. De 0 leg je bij het hoekpunt. Stap 3: Je loopt langs de boog tot het aantal gewenste graden.
Een geodriehoek wordt gebruikt voor: Het meten en tekenen van rechte lijnen (die doe je met de getallenlijn aan de langste zijde, het liniaalstuk) Het meten en tekenen van hoeken (dit doe met de lijntjes die samen een half cirkeltje vormen, het gradenboogstuk) Het kijken of een hoek 90° (loodrecht) is.
In een driehoek is de som van de 3 hoeken altijd 180°. Als je van 2 hoeken weet hoe groot deze zijn, dan kun je de derde hoek berekenen, omdat je weet dat de som van de 3 hoeken 180° moet zijn. Bij een gelijkbenige driehoek hoef je maar 1 van de hoeken te kennen om de andere hoeken te kunnen berekenen.
Je kunt ook de stelling van Pythagoras gebruiken om een rechte hoek aan te tonen als je de lengte van de drie zijdes weet. Als de linkerkant van je Pythagoras vergelijking (a² + b² = c²) gelijk is aan de rechterkant van de vergelijking kun je stellen dat het om een rechthoekige driehoek gaat.
Een rechthoekige driehoek is een driehoek waarvan één van de hoeken een rechte hoek is. Een rechte hoek is een hoek die exact 90 graden is. De andere twee hoeken van deze driehoek variëren afhankelijk van de lengten van de zijden.
Voor schooldoeleinden is de geodriehoek meestal doorzichtig en hebben een lange zijde van 16 cm.Voor professionele toepassingen zijn er typen van 22 cm. Voor het werken op een schoolboord bestaan er witte uitvoeringen met afmetingen tot wel 60 cm, die zijn voorzien van een handgreep.
Met een geodriehoek kunnen je tot op de millimeter nauwkeurig aflezen en door heel goed te kijken ook nog wel op de halve mm maar veel nauwkeuriger lukt niet. Hierdoor maak je altijd een kleine fout. Er is dus altijd een afwijking tussen de echte lengte en de gemeten lengte.
Je kunt dit met je geodriehoek controleren door de punt van je geodriehoek te gebruiken. Dit is namelijk een rechte hoek. Of je kunt de streep gebruiken die vanuit de 0 naar boven loopt, deze staat namelijk loodrecht op de onderste zijde. Dit heet de nullijn.
Een rechthoekige driehoek is een driehoek waarvan één hoek een rechte hoek is, oftewel gelijk is aan 90°. In de Euclidische meetkunde zijn veel theorema's over rechthoekige driehoeken, waarvan de Stelling van Pythagoras veruit het bekendst is. Ook de goniometrie maakt gebruik van rechthoekige driehoeken.
Om een bissectrice te tekenen voor een hoek leg je je geodriehoek op de hoek en meet je de hoekgrootte.Je deelt die door 2 en zet een puntje langs je geodriehoek.Je trekt een rechte door je hoekpunt en het punt dat je net getekend hebt. Die rechte noemen we de bissectrice.
Als u een rechte lijn in de tuin wilt uitzetten, is het het handigst om van een bestaande rechte lijn uit te gaan. Bijvoorbeeld de gevel van uw huis, de schuur of de garage. Een rechte lijn is heel gemakkelijk te maken door een draad tussen paaltjes te spannen.
Deze regel houdt in dat men een Hb-afkapwaarde van 4,0 mmol/l hanteert voor een bloedtransfusie bij voorheen gezonde personen (ASA-klasse I), een waarde van 6,0 mmol/l voor patiënten met comorbiditeit (ASA-klasse IV) en voor de rest een waarde van 5,0 mmol/l.
De stelling van Pythagoras stelt dat in een rechthoekige drie- hoek de som a² + b² van de kwadraten van de lengtes a en b van rechthoekszijden gelijk is aan het kwadraat van de lengte c van de schuine zijde: a² + b² = c².