Meestal leren kinderen taal vanuit twee richtingen: vanuit hun aangeboren taalvermogen en vanuit de mensen om hen heen die taal aanbieden en voordoen. In principe is er geen sprake van taalles of lijsten met taaldoelen, het gaat vanzelf. Daarom wordt dit proces vaak taalverwerving genoemd.
Taal leren door interactie. De moedertaal leren jonge kinderen vooral spelend en later sprekend. Ze hebben andere kinderen en volwassenen nodig die zij kunnen observeren en nadoen.
Begrijpen van taal
Een kind van 18 maanden kent gemiddeld zo'n 20 tot 50 woorden. En daarna gaat het opeens snel. Een kindje tussen de 18 en 23 maanden leert gemiddeld 6 nieuwe woorden per dag! Het kind leert woorden steeds beter begrijpen en heeft steeds minder extra aanwijzingen nodig.
Je kind leert twee of meer talen tegelijkertijd vanaf de geboorte. Of je kind leert vanaf de geboorte eerst de moedertaal en op het moment dat het bijvoorbeeld naar de peuterspeelzaal gaat leert het een tweede taal. In beide gevallen is het belangrijk dat je kind op een goede manier taal aangeboden krijgt.
Moedertaal is de taal die iemand tijdens het opgroeien op een natuurlijke manier heeft geleerd. Oftewel: via het natuurlijke taalverwervingsproces en spelenderwijs. Ben je in het Nederlands, Duits of Frans opgevoed? Dan ben je moedertaalspreker in die taal.
De basis die je legt in je moedertaal is van cruciaal belang voor je persoonlijke ontwikkeling en later ook voor het leren van andere talen. Meertaligheid start bij het goed beheersen van je moedertaal. Andersom helpt de kennis van andere talen ook bij het ontwikkelen van je moedertaal.
En als je van kindsbeen af tweetalig wordt opgevoed? Kan je dan ook meerdere moedertalen hebben? UGentenaar Evy Woumans doet onderzoek naar meertaligheid en concludeert dat het niet zo ongewoon is om meerdere moedertalen te hebben.
Maar... Taalkundigen zijn het er niet helemaal over eens tot welke leeftijd een kind nog moeiteloos een tweede taal accentloos kan leren. Wel blijkt uit hersen-scans dat de hersenen van kinderen tussen de 0 en de 3 jaar het meest optimaal geschikt zijn voor het verwerven van taal.
Een kind kan zo drie- vier- of meertalig worden. Voorbeeld: Een Duitssprekende vader en een Spaanssprekende moeder die in Ham- burg wonen, kunnen hun kind tweetalig opvoeden (Duits/Spaans). Het- zelfde gezin kan bijvoorbeeld naar Londen verhuizen, dan zijn er reeds drie talen in het spel (Duits/Spaans/Engels).
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
De prelinguale periode
Binnen deze fase onderscheiden we traditioneel weer vier periodes van respectievelijk huilen (geboorte - zes weken), vocaliseren (gemiddeld zes weken - vier maanden), vocaal spel en brabbelen (doorsnee zeven/acht maanden - dertien/veertien maanden).
Als je kindje zo'n 7 maanden oud is, gaat hij zijn eigen naam herkennen en zal hij erop reageren. Hij weet nu dat dat woordje bij hem hoort. Wanneer je hem roept, zal hij zijn hoofdje naar je toe draaien.
Eigenlijk helemaal niet. Dat kinderen vaak eerder 'papa' dan 'mama' kunnen zeggen, is namelijk makkelijk te verklaren. Het woordje 'papa' heeft – in de meeste talen – namelijk gemakkelijkere klanken en is daarom eenvoudiger uit te spreken voor een baby.
Gebruik gebaren zodat hij die kan nadoen als hij niet op de juiste woorden kan komen. Stel vragen Sommige tweejarigen beginnen zinnen van twee of drie woordjes te maken. Je kunt hierop reageren door je peuter gedurende de dag vragen te stellen (bijvoorbeeld: 'Welk speeltje wil je?' of 'Wie is dat?')
Zoals gezegd, het is mogelijk om een kind drietalig op te voeden. Let er dan wel op dat het kind de taal die het op school moet spreken voldoende beheerst om ook wat moeilijkere opdrachten uit te voeren. Wat goed werkt is het afspreken van bepaalde tijden waarop u met elkaar een van de drie talen gebruikt.
Tweetalig zijn heeft dus duidelijke en heel tastbare voordelen. Hoewel er weinig bewijs is dat een tweetalige opvoeding kinderen nou echt een cognitieve voorsprong geeft, maakt het gebruik van een tweede taal en het levenslange leren onze hersenen wel degelijk flexibeler en veerkrachtiger.
Kun je als volwassenen ooit nog een taal vloeiend leren spreken? Antwoord. Vloeiend wel maar meestal niet zonder accent. Het komt slechts bij hoge uitzondering voor dat je aan mensen die na de puberteit een vreemde taal zijn gaan leren, niet kunt horen dat het hun moedertaal niet is.
Onderzoek heeft laten zien dat de hypothese inderdaad vaak opgaat. Maar de toetsing is moeilijk, bijvoorbeeld op woordniveau: geen twee kinderen leren precies dezelfde woorden in precies dezelfde volgorde. En geen twee taalverliezers raken op precies hetzelfde moment dezelfde woorden kwijt.
Op alle leeftijden kun je een vreemde taal leren. Als volwassene leer je zelfs sneller een vreemde taal dan dat je je moedertaal leerde als kind!
Maar waarom zeggen we dan wel moedertaal? Een veel gehoorde suggestie is dat dit komt doordat kleine kinderen vaak vooral van hun moeder leren spreken. Zeker vroeger was dit het geval als de man de hele dag werkte en de vrouw voor de kinderen zorgde. 'Moedertaal' in deze betekenis gebruiken we vanaf de 17e eeuw.
Dat hangt ervan af, zegt Evy Woumans. Zij doet onderzoek naar meertaligheid en concludeert dat het niet zo ongewoon is om meerdere moedertalen te hebben. “In tegenstelling tot wat het woord laat uitschijnen, is je moedertaal niet noodzakelijk de taal van je moeder,” zegt Woumans.
Wereldwijd spreken ongeveer 23 miljoen mensen als moedertaal Nederlands. Behalve in Nederland, spreekt men Nederlands in Vlaanderen en in Suriname. Nederlands is ook een officiële taal in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.