Lijfelijke straffen zijn bij wet verboden. In de onderwijswetten zijn verder geen regels over straffen vastgelegd. De school mag deze dus zelf opstellen. Een middelbare school moet de regels opnemen in het leerlingenstatuut en een basisschool in het schoolreglement.
De afspraken om rust in de klas te krijgen zijn niet duidelijk. Rust in de klas creëer je door samen afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat. In de meeste groepen worden wel regels afgesproken waar je je aan te houden hebt. Soms zijn het schoolbrede regels, maar meestal worden ze wel per groep gemaakt.
Praat niet te luid of te snel. Geef geen instructies tot iedereen stil is. Betreed het domein van de leerlingen: loop door de klas, spreek babbelaars van dichtbij rustig aan. Breng rustmomenten in je les: lezen, individuele oefeningen, videofragment …
Drie adviezen van Vriendelijk orde houden zijn: Vervang toegeeflijk door vriendelijk (zorgzaam en verbindend) Vervang streng door duidelijk (structurerend en begrenzend) Combineer vriendelijk en duidelijk (zorgzaam, verbindend, structurerend en begrenzend)
Een manier om te differentiëren is het bieden van extra instructie aan de leerlingen die dat nodig hebben. Na de klassikale instructie geeft de leerkracht extra instructie of oefeningen aan deze leerlingen. De andere leerlingen werken intussen zelfstandig.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
Een school mag uw kind ook van school sturen. Schorsen en van school sturen zijn ordemaatregelen. De school moet altijd goed onderbouwen of er voor aanleiding is.
Laat je kind de rommel opruimen, repareren wat kapot is gemaakt, of meebetalen van het zakgeld. Leuke, fijne dingen afnemen of privileges intrekken. Denk bijvoorbeeld aan een internet- of telefoonverbod, het bankpasje inleveren, huisarrest, geen tv mogen kijken, of niet mogen logeren bij vrienden.
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''
5.2 Aansturen met lichaamstaal. Als een leerling de les verstoort, is het eerste wat je doet de verstoring met lichaamstaal aansturen met als doel daarmee de verstoring op te lossen. Deze manier van oplossen van een verstoring draagt bij aan de orde omdat je onhoorbaar en efficiënt storend gedrag oplost.
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
Geef je kind de tijd om zijn verhaal te doen en vraag naar wat hij wil dat er gaat gebeuren. Soms kan het helpen om je kind zijn problemen in een brief te zetten. Dit voelt soms makkelijker dan face-to-face praten over wat er speelt. Laat je kind weten dat je er bent.
KIJK kinderen zijn visueel gericht; ze gebruiken 'kijk' woorden zoals bijvoorbeeld: “zie je dat, dat is rond”. KIJK kinderen zien letterlijk plaatjes, ze kijken omhoog. Een visueel kind is aan het kijken en ziet soms letterlijk een film voor zich afspelen. Die beelden kunnen snel gaan en daarom praten ze ook vaak snel.
Om goed te kunnen verstaan wat er wordt gezegd, is het belangrijk dat het rustig is in de klas. Lawaai beïnvloedt de verstaanbaarheid negatief en het kost leerlingen meer energie om geconcen- treerd te luisteren.