Het meest belangrijke om te oefenen voor een leestoets is om veel teksten te lezen. Zorg er daarom ook zeker voor dat je veel oefentoetsen maakt! Voor een gewone toets kun je uit jouw boek leren, maar voor een leestoets heb je bepaalde vaardigheden nodig, waarvoor je veel zult moeten oefenen.
Het beste wat je kan doen om je voor te bereiden op een Engelse leestoets is veel Engelse teksten lezen en hierbij opdrachten maken. Ook kan je je kennis vergroten door overdag je bezig te houden met Engels. Zo kan je bijvoorbeeld de app: Guardian downloaden en elke dag een nieuwsartikel in het Engels lezen.
Vaardigheden die belangrijk zijn bij het maken van een leestoets zijn de grote lijnen van de tekst zien en begrijpen. Ook is belangrijk dat je signaalwoorden kunt herkennen. Signaalwoorden zijn bijvoorbeeld: vervolgens, eerst, daarna, echter. Meer over signaalwoorden lees je hier.
Zorg dat je veel verschillende teksten leest, in verschillende publicaties. Denk aan de Volkskrant, NRC, De Groene Amsterdammer, Elsevier. Het lezen van ingewikkelde teksten zorgt ervoor dat je tekstbegrip beter wordt. Dit zal je helpen bij het examen Nederlands.
In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren. Je voorbereiding tijdens het semester is hierbij cruciaal. Je hebt immers meer slaagkans door diepgaand te leren en veel en met vaste tussenposes te herhalen dan door op korte termijn te willen blokken.
Bij deze leestoets krijgt je kind drie verschillende leeskaarten, waarbij hij per kaart 1 minuut leestijd heeft. De leeskaarten worden steeds een beetje moeilijker. Zo wordt gemeten hoe nauwkeurig en vlot je kind kan lezen, door vast te stellen hoeveel losse woorden hij in drie minuten tijd kan lezen.
3.1 Wat is leesvaardigheid? De definitie die gebruikt wordt voor leesvaardigheid in het PISA-onderzoek van 2009, pag 31: Het begrijpen, gebruiken, reflecteren en betrokken zijn met geschreven teksten om je doelen te bereiken, je kennis en potentieel te verruimen, en deel te nemen aan de maatschappij.
Oorzaken zwak begrijpend lezen
De lezer heeft een te kleine woordenschat. De lezer is een beelddenker. De algemene kennis van de lezer schiet tekort. De lezer heeft foute lees strategieën aangeleerd.
Kenmerken van een goede instructie bij begrijpend lezen
Noem de strategie, vaardigheid of taak; 2. Geef het doel van de strategie, vaardigheid of taak aan; 3. Leg uit wanneer de strategie of vaardigheid wordt gebruikt; 4. Leg een relatie tussen de voorkennis en wat nieuw geleerd moet worden; 5.
Met het Wie-voor-wat-schema breng je in kaart welke steun een jeugdige of opvoeder ontvangt vanuit zijn netwerk. Je onderzoekt of en waar behoefte is aan extra ondersteuning, en je stimuleert hem om meer gebruik te maken van zijn sociale netwerk.
Welk woordenboek mag ik gebruiken bij de eindexamens van de moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans en Spaans)? Bij het eindexamen Engels, Duits, Frans en Spaans is een set Van Dale Grote woordenboeken voor school of Van Dale Pocketwoordenboeken in de betreffende vreemde taal toegestaan.
examen → examination, test.
3F Luisteren
De tekst heeft een complex onderwerp (met een hoger abstractieniveau) met meerdere dilemma's en meningen. De tekst bevat concreet taalgebruik, met een enkel 'moeilijk' woord dat wordt uitgelegd of uit de tekst te herleiden is.
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één of twee zinnen. Het kunnen vinden van de hoofdgedachte van een tekst is belangrijk bij het oefenen van begrijpend lezen.
Oriënterend lezen Je kijkt wat het onderwerp van de tekst is, je kijkt wie de schrijver is, je bekijkt de titel, de omslag en een eventuele inhoudsopgave en eventuele plaatjes.
Intensief lezen: Je bekijkt eerst de opmaak van de tekst (zoals bij globaal lezen). Daarna lees je de tekst heel grondig en aandachtig. Je gaat het centrale thema van de tekst na. Je let op de structuur (inleiding, midden, slot), je gaat het onderwerp van elke alinea na, je onderscheidt hooft- en bijzaken van elkaar...
Als je een tekst kritisch leest, dan wil dat zeggen dat je je een oordeel vormt over de tekst. Je gaat na of de feiten in de tekst kloppen en correct zijn. Soms ga je hiervoor extra informatie opzoeken op het internet of in andere teksten. Je kan ook beelden kritisch bekijken: reclameboodschappen, bijvoorbeeld.
Kinderen leren beter technisch lezen door veel te lezen, oefening baart kunst. Bij technisch lezen hoort ook het goed voorlezen van een tekst, met de juist leestekens, het goede tempo en op toon. Technisch lezen kan gestimuleerd worden door kinderen in heterogene groepjes samen een boek te laten lezen.
Begrijpend lezen is teksten lezen en begrijpen wat er staat. Er is dus een verschil tussen technisch lezen en begrijpend lezen. Iemand die technisch goed in staat is een tekst te lezen, hoeft de tekst niet altijd te begrijpen.