Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan.
In de prehistorie woonden mensen in zelfgemaakte hutjes of in grotten. Mannen jaagden op bijvoorbeeld mammoeten en rendieren voor vlees. En vrouwen verzamelden bessen, vruchten, noten, knollen, wortels en bladgroenten die je kon eten. Daarom noem je de mensen die toen leefden jager-verzamelaars.
Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen. In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
Volgens die definitie zou de prehistorie duren van 2,5 miljoen jaar geleden tot 100 voor Christus. Oude Steentijd (Paleolithicum - 2,5 mln tot 10.500 v.C.) Middensteentijd (Mesolithicum - 10.500 tot 5.300 v.C.) Nieuwe Steentijd (Neolithicum - 5.300 tot 3.200 v.C.)
De eerste boeren kwamen hier ongeveer 7000 jaar geleden wonen. Ze leefden heel anders dan de jagers die al in ons land leefden. De boeren woonden op een vaste plek, in huizen gemaakt van stro, leem, takken en boomstammen. De bomen werden omgehakt met grote bijlen, een nieuwe uitvinding van de boeren.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
Op basis van die gegevens was de gemiddelde levensduur 25 jaar. Maar dat werd beinvloed door 2 pestepidemie en natuurlijk door de relatief hoge kindersterfte in die tijd.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
In de vruchtbare sikkel, waar ongeveer 10.000 jaar geleden de landbouw werd uitgevonden, ontstond de Sumerische beschaving (ca. 4500 v. Chr.). Deze wordt als de eerste beschaving ter wereld gezien.
Alle tongbotten van Neanderthalers zijn net zo hoefijzervormig als die van de moderne mens. Neanderthalers, en de oermensen die zo'n 500.000 jaar geleden leefden (voordat de moderne mens en de Neanderthalers uit elkaar groeiden), hadden dus geen keelzakken en bezaten dezelfde aanleg voor spraak als de moderne mens.
De slimme oermensen
Nog ver voor de Grieken en Romeinen was er de oertijd. Vaak zie je op de televisie oermensen met gele luipaardhuiden lopen en hebben ze een knuppel vast. Ook wordt vaak gezegd dat ze in grotten leefden en vaak zien ze er een beetje dom uit.
De periode van de middeleeuwen liep van het jaar 500 tot 1500. De agrarische economie was kenmerkend voor deze periode. In de middeleeuwen werden de mensen gemiddeld 25 jaar oud.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
Knippen met stenen
In de steentijd geloofden de mensen dat de ziel van de mens in het haar zat. Het haar werd geknipt om de ziel van al het kwaad te ontdoen. Niet met een schaar, maar met vlijmscherpe stenen. Omdat het de ziel betreft, werd het vak uitgeoefend door priesters.
Voor het koken van voedsel maakte men daarom gebruik van verhitte stenen. Onze prehistorische voorouders legden de keien hierbij in het vuur tot deze gloeiend heet waren. Daarna vulden ze een leren zak met water, deden het eten erbij en plaatsten de stenen vervolgens in het water.
San Marino zou in het jaar 301 gesticht zijn door de heilige Marinus, een monnik en steenhouwer die probeerde te ontkomen aan de christenvervolgingen van keizer Diocletianus en daarmee de oudste nog bestaande republiek ter wereld zijn.
Het duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. In dit tijdvak behandelen we de tijd van de Grieken, die gevolgd werd door de tijd van de Romeinen. Deze periode duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. Deze periode noemen we de Oudheid.
De klassieke oudheid is een naam van een periode die uitsluitend gebruikt wordt in de periodisering van de westerse geschiedenis. Gewoonlijk laat men deze periode rond 800 - 700 voor Chr. beginnen en in 476 na Chr. eindigen.
De gedachte was voorheen dat het geslacht Homo altijd omnivoor was, maar dit gebeurde pas 1,65 miljoen jaar geleden. Het was de Homo erectus, de voorouder van de Homo sapiens, die vlees en andere dierlijke eiwitten ging eten.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Toen aten Nederlanders gemiddeld 39,5 kilo vlees per persoon per jaar, ruim 20 kilo meer dan een halve eeuw ervoor. Sinds 2010 neemt de vleesconsumptie gemiddeld af, al stagneert het wat sinds 2016. Inmiddels noemt meer dan de helft van de Nederlanders zich flexitariër en zeggen steeds meer mensen minder vlees te eten.
De levensverwachting stijgt van 81,5 jaar in 2015 naar bijna 86 jaar in 2040. De kans om heel oud te worden neemt flink toe. Het aantal mensen van 100 jaar en ouder zal tussen nu en 2040 bijna verviervoudigen.
Vrouwen leven langer dan mannen…
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen: 83,6 jaar tegen 80,5 jaar in 2019. Doordat bij mannen de levensverwachting tussen 2001 en 2019 sterker is gestegen dan die van vrouwen, is het verschil wel kleiner geworden (zie ook m/v-stat).