De geschatte levensduur van de zon is zo'n tien miljard jaar. Daarvan is inmiddels ongeveer de helft verstreken. Over een slordige vijf miljard jaar houdt de zon dus op met schijnen. Lang daarvóór zal leven op aarde al onmogelijk zijn.
Als er een jaar geen zonlicht is, raakt de aarde bedekt met een pantser van ijs. De gemiddelde temperatuur is -73 °C. De duisternis en de ijzige kou zullen het leven op aarde terugbrengen naar het nulpunt, de meest mensen en dieren sterven en het duurt miljoenen jaren voordat de planeet herstelt.
Als de ster de omvang heeft van de zon, worden alle planeten tot op een afstand van ongeveer vijf astronomische eenheden naar de rode reus getrokken. In ons zonnestelsel zullen daardoor ook Mars en Jupiter in de opgezwollen zon verdwijnen.
Als de voorraad waterstof in haar kern over 5,5 miljard jaar opraakt, wint de zwaartekracht het van kernfusie, waardoor de zon krimpt. De stijgende temperatuur en druk in de kern maken de fusie van helium nu mogelijk. Hierdoor worden de buitenste lagen van de zon verwarmd en zwelt de zon op.
Hoe "werkt" de zon
Door de enorme hitte in de kern van de zon en de enorme druk die de zwaartekracht van de zon zelf afgeeft, smelten constant 4 cellen waterstof samen tot 1 cel helium. Hierdoor ontstaat er een enorme energiebron die warmte en licht uitstraalt.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
De zon straalt van oorsprong wit licht uit. Dat wit licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog. Als het witte zonlicht invalt op de minuscule luchtdeeltjes van onze dampkring, wordt dat licht in zeker mate verstrooid in alle richtingen.
De diameter van sterren kent een nog grotere variatie dan de massa. Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), terwijl de grootste diameters van sterren miljarden kilometers kunnen bedragen, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
In 2025 moet de reactor voorzichtig gaan draaien, maar pas in 2035 durft men een echte fusiereactie aan tussen deuterium en tritium (allebei vormen van waterstof). Dan zou hij tien keer zoveel energie moeten leveren als erin gaat.
De zon is ons bekendste en belangrijkste hemellichaam, de bron van alle licht en warmte op aarde. En van het leven: zonder zon zou er eenvoudig geen leven mogelijk zijn, zouden we geen energie en geen voedsel hebben.
Het einde van de zon
Dat gebeurt over ongeveer 5 miljard jaar, als de zon is opgebrand. Een ster die geen waterstof en helium meer heeft om aan fusie-energie te komen zal in intensiteit afnemen maar heel erg opzwellen. De zon zal naar schatting zo groot opgeblazen worden dat de aarde erdoor wordt verzwolgen.
Maar ook planeten verder weg hebben van die rode reus te vrezen. Als de ster zo groot was als de zon, worden alle planeten tot een afstand van ongeveer vijf astronomische eenheden naar de rode reus getrokken. In ons zonnestelsel zullen daardoor ook Mars en Jupiter in de opgezwollen zon verdwijnen.
Na de vernietiging van de maan krijgt onze aarde een prachtige ring. Deze formatie duurt echter niet lang en dan beginnen de aardbewoners met moeilijkheden. Deze hele stapel puin zal op de aarde vallen en lijkt op een asteroïde aanval. Steden zullen worden vernietigd, veel mensen zullen sterven.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
De grootste structuur in het universum is tien miljard lichtjaar groot. Het is een gigantisch astronomisch 'voorwerp' dat is opgebouwd uit kleinere onderdelen: sterrenstelsels. Deze nieuwe structuur verbetert het oude grootterecord met een factor 2,5.
De aarde bevindt zich dicht bij het centrum van het zonnestelsel, op ongeveer 150 miljoen kilometer, ofwel 8 lichtminuten van een gele dwerg, die bekendstaat als de zon. De aarde draait rond deze gele dwerg met een gemiddelde snelheid van 30 km/s.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
De zon is 400 keer zo groot als de maan, maar de maan staat precies 400 keer dichter bij de aarde dan de zon. Daardoor is het mogelijk dat de veel kleinere maan de zon helemaal afdekt.
Wanneer de Maan lager aan de hemel staat, is dit filteren sterker en krijgt de Maan een meer gele kleur, door het ontbreken van blauw licht. Wanneer de Maan ondergaat is de lichtweg door de atmosfeer het langst en wordt ook het grootste deel van het gele licht weggefilterd, waardoor de Maan rood van kleur wordt.
De zon is veel groter dan de aarde. De middellijn bedraagt 1,4 miljoen kilometer, ruim honderd keer de middellijn van de aarde. Een ketting van honderd aardbollen zou dus strakgespannen in de zon passen. En als de zon hol was, zouden er meer dan één miljoen aardbollen in kunnen verdwijnen.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Dat we sinds 1972 niet meer op de maan zijn geweest, komt vooral door een gebrek aan politieke wil. De techniek is sinds 1969 enorm vooruitgegaan. Ook de ambities groeien: er bestaan plannen voor bemande missies naar Mars en verder.
Jupiter - niet alleen de meest massieve en de grootste planeet van ons zonnestelsel, maar ook de meest heldere aan de hemel. Samen met Uranus, Neptunus en Saturnus wordt hij beschouwd als de reus.