Tijdens de nachtrust duurt dit proces langer. Daarom zou het advies voor de rookvrije periode voor de anesthesie minstens 12 uur moeten bedragen. Na 48 uur stoppen met roken is het koolmonoxide- gehalte gedaald tot het niveau van een niet-roker.
We adviseren u minstens 8 weken voor de operatie te stoppen met roken. De eerste week na het stoppen kunt u last hebben van ontwenningsverschijnselen en neemt het hoesten toe omdat het slijm in de longen los gaat zitten. Deze 'rokershoest' heeft als functie het slijm en vuil in de longen op te ruimen.
Door ruim voor de operatie te stoppen met roken neemt het risico op complicaties tijdens beademing af. Roken verhoogt de aanmaak van maagzuur waardoor voeding minder goed en snel wordt verteerd. Dit verhoogt de kans op aspiratie, het 'inademen' van maaginhoud tijdens de operatie.
Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen.
Tijdens een narcose vallen de hoest- en slikreflex weg, waardoor het gevaar bestaat dat maaginhoud in de longen komt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Het is niet wenselijk dat u tijdens en na de operatie moet braken.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Mensen die worden blootgesteld aan meeroken lopen mogelijk ook een verhoogd risico op soortgelijke complicaties. Verder kan roken een negatief effect hebben op de anesthesie en met eventueel een verhoogd bloedingsrisico als gevolg.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Uw maag moet leeg zijn wanneer u onder verdoving, narcose gaat. De narcose voor de operatie verdooft ook uw maag, waardoor deze stopt met werken. Een maag zonder knijpkracht, in combinatie met het horizontaal liggen op de operatietafel, vormen een risico voor het teruglopen van zure maaginhoud richting slokdarm.
Sommige anesthesiemiddelen werken minder bij rokers zodat rokers een zwaardere anesthesie nodig kunnen hebben. Om dit effect te vermijden dient het roken minstens 6 weken gestopt te zijn.
Het herstel wordt hierdoor vertraagd en dat kan weer leiden tot een langer verblijf in het ziekenhuis. Uit de studie blijkt dat van de patiënten die vóór en na de operatie kauwgom kauwden, een kwart (27 procent) last had van verminderde darmwerking.
De anesthesioloog bepaalt niet op welke datum u geopereerd wordt. Hij weet ook niet hoe lang de wachttijd voor uw operatie is. Dit wordt gepland door de afdeling Opname van de specialist die u gaat opereren.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Doe het thuis de eerste 24 uur na de operatie rustig aan. Zorg dat u voldoende pijnstillers in huis hebt zoals paracetamol, ibuprofen of diclofenac. Houdt u zich verder goed aan de instructies die u krijgt van de arts die u heeft geopereerd.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
In de meeste gevallen zal deze misselijkheid vrij snel voorbij zijn (binnen de 2 uur), we geven je zo nodig een antibraakmiddel. In uitzonderlijke gevallen kan deze misselijkheid langdurig aanhouden (tot zelfs meer dan 1 dag), zelfs na behandeling met medicijnen.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
Nicotine blijft één tot drie dagen in je bloedbaan en cotinine kan tot 10 dagen in het bloed worden gedetecteerd. Nicotine in je bloed kan worden opgespoord met tests die kwalitatief (kijken of nicotine aanwezig is) en kwantitatief (kijken hoeveel nicotine aanwezig is) zijn.
In sommige gevallen moet u nuchter zijn voor het bloedprikken. Dit betekent in het geval van bloedafname dat u op de avond voor de bloedafname vanaf 22.00 uur niets meer mag eten. U mag geen koffie drinken, maar wel water of thee zonder suiker. U mag roken.
Narcose noemen we ook wel algehele anesthesie. Bij deze vorm van anesthesie wordt het hele lichaam verdoofd en bent u in een diepe slaap. Algehele anesthesie vindt plaats op de operatiekamer zelf. U wordt daar aangesloten op bewakingsapparatuur waarmee onder andere de hartslag en bloeddruk gemeten wordt.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.