De eerste dag na de operatie mag u niet tillen, bukken en/of persen. U mag vanaf de tweede dag tot de zevende dag na de operatie weer bukken en voorwerpen tillen tot een gewicht van maximaal 10 kilo, daarna is er geen beperking meer. U mag 14 dagen na de operatie niet zwemmen.
Het oog heeft tijd nodig om te herstellen. De eerste drie tot zes weken is het zicht nog niet optimaal. Daarna is het oog meestal voldoende hersteld. Bij de controleafspraak na ongeveer vier weken krijgt u, als dat nodig is, een briladvies mee voor nieuwe glazen.
Om het oog te beschermen krijgt u een verband en een beschermkapje over uw oog. Dit mag u de volgende dag na het opstaan verwijderen. Het verband kunt u weggooien. Het kapje gebruikt u nog één week voor de nacht, zodat u niet per ongeluk tijdens uw slaap in het geopereerde oog wrijft.
De eerste week na de operatie mag u geen auto besturen. Als u voldoende ziet met het andere oog geldt: twee dagen niet autorijden. Het brillenglas van het geopereerde oog klopt niet meer! Als dat u stoort, dan kunt u het glas door de opticien uit de bril laten halen.
Met de standaard lens wordt het zicht gecorrigeerd voor één afstand. Meestal is dit de verte afstand, waardoor mensen na de operatie veraf beter gaan zien zonder bril. Soms wordt er in overleg met de oogarts voor gekozen om de sterkte op min 2,5 uit te rekenen, zodat je goed nabij kan kijken zonder bril.
De dag na de staaroperatie kan het zicht nog wazig of verminderd zijn. Dit kan komen door een tijdelijke zwelling van het oog. Dit herstelt zich meestal vanzelf de eerste week na de operatie. Het kan ook veroorzaakt worden door de brilsterkte die veranderd is.
Tijdens de operatie kunt u soms een beetje druk voelen. De operatie doet geen pijn. Artsen kunnen de staaroperatie ook met een laser doen. Onderzoek heeft laten zien dat dit meestal niet beter is dan een gewone operatie.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Na de operatie kunt u mogelijk last hebben van verminderd zicht, pijn, hoofdpijn of irritatie aan het oog. Als deze klachten erger worden, kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde: 024 - 361 67 00. Wazig of verminderd zicht. De dag na de operatie kan het zicht nog wazig of verminderd zijn.
Het is belangrijk dat dit goed gebeurt om de kans op infecties en ontstekingen te minimaliseren. De verzorging van een geopereerd oog bestaat uit het druppelen van 2 soorten druppels gedurende 4 weken. Wanneer de druppels bijna op zijn, kunt u de kliniek bellen voor een herhaalrecept.
Als u slecht ziet of een oogaandoening heeft zoals staar, glaucoom of maculadegeneratie, kan dit risico's opleveren in het verkeer. U kunt bijvoorbeeld moeite hebben met diepte zien, verkeersborden lezen of gevaar zien aankomen.
De opticien meet deze brilsterkte nog na voor u, ongeveer zes weken na de operatie.
De eerste dag na de operatie mag u niet tillen, bukken en/of persen. U mag vanaf de tweede dag tot de zevende dag na de operatie weer bukken en voorwerpen tillen tot een gewicht van maximaal 10 kilo, daarna is er geen beperking meer. U mag 14 dagen na de operatie niet zwemmen. Contactsporten worden helemaal afgeraden.
Het tijdens een operatie bij bewustzijn komen en je dit later herinneren, wordt awareness genoemd. Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie.
Bij deze verdovingsvorm wordt niet alleen de pijn uitgeschakeld, maar worden ook de bewegingen van het oog en de oogleden uitgeschakeld, zodat de operatie gemakkelijker uitgevoerd kan worden. U kunt niets zien zolang de verdoving werkt. De werking van het verdovingsmiddel kan tot 10 uur duren (soms langer).
Oorzaken van staar
Dit is een normaal ouderdomsverschijnsel dat al vanaf 55 jaar kan ontstaan. Rond de 75 jaar heeft 70% van de mensen staar. Ouderdomsstaar is dan ook de meest voorkomende vorm van staar.
Veel mensen die last hebben van staar, hebben dit aan beide ogen. Patiënten met staar worden behandeld met een staaroperatie, waarbij de troebele lens wordt vervangen door een kunstlens.
Ongeveer binnen 4 tot 6 weken na de staaroperatie(s) kunt u een nieuwe bril of contactlenzen laten aanmeten. U kunt dan weer scherp en helder zien. Als uw ene oog hersteld is dan kunt u ook een afspraak maken voor de operatie van uw andere oog.
U heeft in alle gevallen nog steeds een bril nodig voor dichtbij. Deze kunstlens is alleen geschikt als u een afwijkende vorm van uw hoornvlies heeft. U kunt ook kiezen voor de standaard kunstlens. U heeft dan wel een bril met een cilinder nodig om in de verte optimaal te kunnen zien.
De kunstlens kan ook ná de staaroperatie van positie veranderen of dan pas zichtbaar zijn. De lens kan enigszins verplaatst zijn waardoor die niet precies in de pupilopening zit. Dit wordt “kunstlens dislocatie / decentratie / subluxatie” genoemd.
Na de narcose kunt u hoofdpijn hebben. Dit trekt meestal vanzelf weg. Hoofdpijn, meestal in combinatie met een pijnlijk oog en misselijkheid, kan wijzen op een veel te hoge oogdruk. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de oogzenuw met uitval van het gezichtsveld.
Alleen het deel van de uitgaven dat ziet op de behandeling wegens staar is aftrekbaar. De Belastingdienst accepteert in alle gevallen een aftrek van 50% van de totale kosten, tenzij belastingplichtige aannemelijk maakt dat in zijn geval een hoger percentage van toepassing is.