Urennorm basisonderwijs Over 8 schooljaren is dit minimaal 7.520 uur. De overgebleven 240 uur mogen scholen zelf verdelen over de onderbouw en de bovenbouw. Er is geen wettelijk maximum aan het aantal uren onderwijs per dag.
Je schooldag mag ten vroegste om 8 uur beginnen, dus niet eerder. Hij eindigt ten vroegste om 15 uur en ten laatste om 17 uur. De school kan op dit dagschema wel een afwijking of een uitzondering aanvragen, maar dit gebeurt niet zo vaak.
Langer blijven in het lager onderwijs
Het lager onderwijs duurt in principe 7 jaar. Een leerling blijft er maximaal 9 jaar. Als de leerling 13 jaar is, kijkt de klassenraad of les volgen in het lager onderwijs nog zinvol is. De klassenraad geeft advies aan de ouders en zij beslissen.
Scholen en instellingen moeten verplicht het ongeoorloofde verzuim melden bij de leerplichtambtenaar, via het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De schoolleiding moet het melden als een leerling 4 lesweken na elkaar in totaal 16 uren les- of praktijktijd afwezig was.
Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
Leerlingen op de middelbare school, in een voltijdse of een deeltijdse opleiding, of in het buitengewoon secundaire onderwijs, mogen niet meer dan 29 halve dagen in een schooljaar ongewettigd afwezig zijn. Een afwezigheid kan gewettigd worden met een doktersbriefje.
Zo is het niet toegestaan dat een school haar leerlingen algemeen verbiedt om naar het toilet te gaan tijdens de lesuren. Een leerling moet altijd de mogelijkheid hebben om naar het toilet te gaan, ook tijdens de lesuren wanneer uw toiletbezoek niet kan wachten tot de pauze.
Ze zijn leerplichtig, dus ongewettigd afwezig als ze zonder geldige reden niet op school zijn. Met bv. een geldig ziektebriefje zijn ze wettig afwezig. Ze mogen maximaal 29 halve dagen ongewettigd afwezig zijn.
Als het verzuim lang duurt, moet de school dit melden bij de leerplichtambtenaar of de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Langdurig verzuim betekent dat een leerling meer dan zestien uur verzuimt binnen vier opeenvolgende lesweken, zonder geldige reden. Scholen melden dit bij het verzuimloket van DUO.
als de school onbereikbaar of ontoegankelijk is. Bijvoorbeeld door een overstroming of een staking van de bussen, trams of treinen. om persoonlijke redenen. Je moet dan wel toestemming krijgen van je directeur.
Urennorm basisonderwijs
Over 8 schooljaren is dit minimaal 7.520 uur. De overgebleven 240 uur mogen scholen zelf verdelen over de onderbouw en de bovenbouw. Er is geen wettelijk maximum aan het aantal uren onderwijs per dag.
In het lager onderwijs beslist de school of een leerling mag overgaan of moet zittenblijven. De school moet die beslissing tot zittenblijven schriftelijk motiveren en mondeling toelichten aan de ouders. De school geeft aan welke bijzondere aandachtspunten er voor het volgende schooljaar zijn.
De TOETERS-toets is een toets die peilt naar de voorbereidende leervaardigheden bij kinderen uit de derde kleuterklas.
Vaak begint de school dan om 8.30 uur, heeft een lunchpauze van 12.00 tot 13.00 uur en gaat van 13.00 tot 15.00 uur door. Als de pauze tussen de middag langer duurt, is de eindtijd 's middags ook langer. School A kan zo schooltijden hanteren van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.15 tot 15.15 uur.
Verder moeten leerlingen in de eerste vier schooljaren (onderbouw) ten minste 3.520 uur onderwijs krijgen. In de laatste vier schooljaren (bovenbouw) is dit 3.760 uur. Scholen mogen naar eigen inzicht 240 uur verdelen over de onder- en bovenbouw zodat het totaal uitkomt op 7.520 uur.
Scholen mogen de schooltijden zelf vaststellen. In het basisonderwijs kunnen ouders via de medezeggenschapsraad invloed uitoefenen op de onderwijstijd. In het voortgezet onderwijs bepalen scholen zelf hoe lang een lesuur duurt (bijvoorbeeld 45, 50 of 60 minuten) en hoeveel lesuren er per schooldag worden gegeven.
Toestemming aanvragen bij directeur van de school
De directeur mag uw kind vrij geven voor maximaal 10 dagen. Dit mag 1 keer in een schooljaar. Langer op vakantie gaan buiten de schoolvakanties mag niet van de wet. De directeur beslist of uw kind buiten schoolvakanties op vakantie mag.
Als iemand op een dag langer dan 10 uur werkt, is er recht op minimaal 45 minuten pauze. Ook als er een continurooster op een school is, dienen er goede afspraken gemaakt te worden met de medewerkers over pauzes.
Overig verzuim, ziekte en schorsing
Verzuimt een leerling minder dan 16 uur in 4 weken?Dit mag u melden onder 'overig verzuim'. Ziekteverzuim is geoorloofd verzuim. U meldt dit niet, maar legt de ziekmelding wel vast in uw eigen administratie.
Ongeoorloofd verzuim
Scholen zijn wettelijk verplicht om verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar bij een ongeoorloofde afwezigheid van 16 uur of meer in een periode van 4 weken.
Is je kind onwettig afwezig, dan neemt de school en het CLB contact op met je om een oplossing te zoeken. Een sanctie door het Openbare Ministerie is mogelijk als het gaat om problematische opvoedingssituaties. Ieder kind heeft immers het fundamenteel recht op onderwijs.
Problematische afwezigheden, ook wel onwettige afwezigheden, worden geregistreerd als B-codes. De B staat daarbij voor Begeleiding. Zodra een leerling vijf B-codes heeft, wat neerkomt op vijf halve dagen ongewettigde afwezigheid, dient dit gemeld te worden aan het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB).
Een docent mag een mobieltje niet fysiek afpakken; hij of zij mag het toestel dus niet uit de hand van de leerling grissen of loswrikken. De docent kan wel eisen dat het toestel wordt afgegeven op straffe van een schorsing van de betreffende leerling.
De afwezigheid van wangedrag. Dat wil zeggen wat niet mag: niet met spullen gooien, niet met je ogen rollen naar de leraar, niet vloeken, niet schelden, niet duwen, pesten of vechten. Positief gedrag. Dit zijn alle gewoontes die ervoor zorgen dat leerlingen kunnen floreren als leerling en als mens.
Ja . Het recht op sanitaire voorzieningen is een onderdeel van "het recht van een ieder op een behoorlijke levensstandaard voor zichzelf en zijn gezin" (Artikel 11 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten of ICESCR).