Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft (>10% van de normale nierfunctie), kunt u nog jaren leven. Als er nog maar een paar procent nierfunctie over is, ligt dat anders. Dan zal dit waarschijnlijk niet meer dan een paar weken of maanden zijn.
Een 20-jarige patiënt met nierfalen die dialyseert, heeft een resterende levensverwachting die vergelijkbaar is met die van een gezonde 65-jarige (namelijk nog 20 jaar).
De meeste nierpatiënten overlijden uiteindelijk niet aan nierfalen.Ze overlijden aan andere aandoeningen.Bijvoorbeeld een longontsteking of een hartinfarct. Als u wel overlijdt aan nierfalen, raakt u bewusteloos en uiteindelijk in coma.
Als uw nieren minder dan tien procent werken, kunt u in aanmerking komen voor dialyse. Er zijn twee dialysevormen: peritoneaal dialyse; hemodialyse.
Na het stoppen van dialyse zal de patiënt in het algemeen snel komen te overlijden. De levensverwachting na het staken van de dialyse is gemiddeld 8 dagen, met variaties van 1-2 dagen tot 2-3 weken (Murtagh 2007 (1)). Naast de comorbiditeit spelen de rest-nierfunctie en diurese hierbij een belangrijke rol.
Andere keren is het een langdurige aandoening die langzaam erger wordt in de loop van de tijd (chronisch nierfalen). Nierfalen kan verergeren tot het meest ernstige stadium, terminale nierziekte (ESKD), wat dodelijk is zonder behandeling. Als u terminale nierziekte heeft, kunt u een paar dagen of weken overleven zonder behandeling.
Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft (>10% van de normale nierfunctie), kunt u nog jaren leven. Als er nog maar een paar procent nierfunctie over is, ligt dat anders. Dan zal dit waarschijnlijk niet meer dan een paar weken of maanden zijn.
Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft, kunt u nog jaren leven.Als de nierfunctie lager is wordt dit anders.Dan zal dit variëren van weken tot maanden. Uw nefroloog of verpleegkundig specialist zal dit met u bespreken en uitleggen welke aspecten hiervan voor u van invloed zijn.
Artsen noemen een patiënt doorgaans terminaal wanneer ze verwachten dat die persoon minder dan drie maanden te leven heeft. Natuurlijk is dit soms ook langer dan drie maanden.
Tijdens het ouder worden neemt de nierfunctie geleidelijk af. Dit is een natuurlijk proces, vergelijkbaar met andere lichaamsfuncties. De vermindering van de nierfunctie start rond het 40e levensjaar en is ongeveer 0,4 procent per jaar.
Je kunt niet meer beter worden van nierfalen. Mensen met nierfalen hebben een behandeling nodig die de functie van de nieren overneemt: dialyse of een niertransplantatie.
In de stervensfase hebben mensen vaak weinig tot geen behoefte aan eten en of drinken. Mensen verliezen snel gewicht en hun lijf en gezicht veranderen. Zo vallen de wangen in, wordt de neus spits en komen de ogen dieper in de kassen te liggen.
Wanneer je nieren niet goed werken kun je last krijgen van verzuring van je lichaam, een te laag of juist te hoog natriumgehalte in het bloed, bloed en/of eiwit in de urine,een hoge bloeddruk, verlittekening van je nieren, bloedarmoede en botontkalking.
Bij een normale nierfunctie is de eGFR (de 'e' staat voor 'estimated') gelijk aan of boven de 90 ml/min. Als de nierfunctie lager is dan 60 ml/min, is de nierfunctie verminderd. Vaak wordt een percentage gebruikt. Bij een eGFR van 60 ml/min werken de nieren nog voor zo'n 60%.
Als de werking van uw nieren langzaam achteruit blijft gaan, ontstaat uiteindelijk nierfalen. Wanneer u zich in het eindstadium van nierfalen bevindt, bespreken wij met u welke behandelingen mogelijk zijn: dialyse, transplantatie of een conservatieve behandeling.
Om de nieren weer beter te laten werken, is meestal een dieet nodig, waarbij u bijvoorbeeld minder zout of minder eiwitten inneemt. Soms is het nodig dat u medicijnen gebruikt om de bloeddruk te verlagen of om tekorten aan te vullen zoals vitamine D.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Sommige mensen met ernstig nierfalen voelen zich koud zonder dat ze bloedarmoede hebben. Dat heeft vaak te maken met veranderingen in het zenuwstelsel. Wanneer de afvalstoffen zich ophopen in de hersenen kunnen het geheugen en de concentratie afnemen.
Pijn komt voor bij 58% van de patiënten met een chronische nierziekte; 49% van de patiënten gradeert de pijn als matig of ernstig [Davison 2014].
Hemodialyse kan in een centrum of bij u thuis worden uitgevoerd. Uw bloed wordt door een filter geleid dat als een kunstmatige nier fungeert. Het filter verwijdert de overtollige vloeistof, chemicaliën en afvalstoffen uit uw bloed. Het gereinigde bloed wordt vervolgens teruggepompt in uw lichaam.
Bij nierfalen is er sprake van een verminderde nierfunctie. Men spreekt ook wel over nierinsufficiëntie of nierschade. Hierdoor lukt het de nieren niet meer om de afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Nierfalen kan plotseling ontstaan (acuut) of langzaam en sluipend (chronisch).
De meeste mensen met CKD kunnen hun aandoening onder controle houden met medicijnen en regelmatige controles . CKD ontwikkelt zich slechts tot nierfalen bij ongeveer 2 op de 100 mensen met de aandoening. Als u CKD heeft, zelfs als het mild is, loopt u een verhoogd risico op het ontwikkelen van andere ernstige problemen, zoals hart- en vaatziekten.