Echter, de werk:rust ratio zou 1:1 moeten blijven. Dus na vijf minuten galop moeten vijf minuten stap (of ontspannen draf) volgen. Binnen een segment zouden discipline-specifieke oefeningen moeten worden uitgevoerd. Voor dressuurpaarden zijn oefeningen die focussen op overgangen en verzameling, ideaal.
Om te weten in welke galop je zit als je aan het rijden bent, kijk je even naar beneden, naar het binnenvoorbeen. Dat moet het verst naar voren komen. Als het buitenvoorbeen het verst naar voren komt zit je in de verkeerde galop. Neem je paard dan terug in draf en spring opnieuw aan in galop.
Als je langs de schouder kijkt van het paard tijdens de galop kun je zien welk been het verst naar voren wordt gezet. Gaat het binnen voorbeen verder naar voren dan het buiten voorbeen? Dan zit je in de goede galop!
Topprestaties voor paarden zijn wedstrijden waarin zij 160 kilometer afleggen. De snelste paarden hebben op deze afstand een snelheid van 24 km per uur. Paarden kunnen dus niet alleen sneller maar ook langer hard lopen. Alle pony's en paarden hebben in ieder geval drie gangen, stap, draf en galop.
Aangalopperen kun je vanuit draf, stap of stilstand. Het gemakkelijkste is het om aan te galopperen vanuit een rustige arbeidsdraf of verkorte draf. De galophulpen die we hebben geleerd zijn meestal: doorzitten, buitenbeen naar achteren, drijf met beide benen en duw met je zit het paard in galop.
Als een paard de rug vasthoud, is lichtrijden in draf idd beter en zal hij daardoor ontspannen. Als jij met je kont uit het zadel komt in galop als hij gespannen is, geeft dat idem dito effect. runningkawa schreef: Als een paard de rug vasthoud, is lichtrijden in draf idd beter en zal hij daardoor ontspannen.
Je moet je armen en benen los kunnen laten en kunnen laten meeveren met de beweging van je paard. Knijp je bijvoorbeeld met je bovenbenen of knieën tegen het zadel in stap, draf of galop? Dan is het een goed idee om eerst daaraan te werken, zodat je dit leert ontspannen. Daarna kun je pas het doorzitten verder oefenen.
Eén rustdag per week is meestal wel toegestaan, maar meer zeker niet. Dat is slecht voor het paard, of dan kan je voordeliger op een manege gaan rijden. Een gitaar kun je makkelijk een hele week in de hoek laten staan zonder dat ie er onder lijdt.
Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen. Bijvoorbeeld 1 keer voor de training en 1 keer minimaal 1 uur weidegang of vrije beweging in een paddock. Indien er geen training plaatsvindt, dient er sprake te zijn van minimaal 2 uur weidegang of paddock.
Dravers zijn door de jaren heen gefokt om zo snel mogelijk te draven, je ziet het vaak al bij de rennende veulens in het land, er is een voorkeur voor de draf. Maar net als alle andere paarden kunnen dravers zeker ook galopperen! Alleen wordt het galopperen afgeleerd wanneer de dravers in training staan.
Je kunt een stemhulp of een kleine tik met de zweep toevoegen om het paard te helpen begrijpen wat je vraagt. Tot slot, wees er zeker van dat je niet onbedoeld je teugels terugtrekt als je het vraagt. Soms balanceren ruiters op hun handen of trekken ze zich terug omdat ze gespannen zijn en anticiperen op de bok.
Wat is lichtrijden op het goede been? Wanneer je op het goede been lichtrijdt ga je in het zadel staan als het buitenbeen van het paard naar voren gaat. Het buitenbeen is het voorbeen aan de kant van de bakrand, dus aan de buitenkant van de bak. Rijd je rechtsom, dan is het buitenbeen het linkervoorbeen.
Verzamelde galop
Deze galop wordt gekenmerkt door de lichtheid van de voorhand en het onderbrengen van de achterhand. Dat wil zeggen: de schouders soepel, vrij en beweeglijk en de achterhand heel actief. De sprongen van het paard zijn korter en meer verheven dan in de andere galopgangen.
Een paard heeft twee zijden waarop het kan galopperen; de linkergalop en de rechtergalop. Men kan het soort galop herkennen aan het voorbeen dat het het meest naar voren gaat tijdens een galopsprong. Galoppeert een paard een bocht naar rechts, dan behoort hij dat in de rechtergalop te doen.
Wilde paarden, gemiddeld 17,9 km/dag en gedomesticeerde paarden 7,2 km/dag. Gedomesticeerde paarden in een actief stal, 5 tot 10 km/dag.
Huisvesting en verzorging
Wie paarden wil houden, moet hier rekening mee houden. De dieren hebben bewegingsvrijheid nodig en moeten sociaal contact met soortgenoten kunnen hebben. Per dag 23 uur doorbrengen in een box is dus geen optie! Al helemaal als je bedenkt dat een paard per dag maar zo'n 2 uur slaapt.
Paarden dienen dagelijks buiten de box te komen tenzij ziekte van het dier dit belemmert. Naast de training of ander gebruik dient het paard zoveel mogelijk beweging te krijgen afhankelijk van de mogelijkheden. Inclusief training of ander gebruik, minimaal 4 uur per dag.
Paardrijden is net als velen andere sporten fysiek. Je gebruikt je lichaam en stimuleert daarbij niet alleen je motoriek maar ook je lichaamsbeweging en je traint een hoop spiergroepen waaronder je bil- en beenspieren maar ook je core. Wanneer je een uur in stap, draf en galop rijdt verbrand je ongeveer 250 calorieën.
Paardrijden is in principe niet schadelijk voor de rug
Deze sport kan zelfs rugpijn verhelpen als deze door spierverslapping wordt veroorzaakt. Doordat je goed recht op het paard moet zitten, worden de spieren van de ruggengraat en de buikwand sterker gemaakt.
Want veel conditie krijg je niet van paardrijden, toch? Nicoline: 'Het is geen intensieve sport, maar tegelijkertijd is een gemiddelde training wel een redelijke cardiofitness workout. Anders gezegd: paardrijden zorgt vaak voor een verhoogde hartslag. De gemiddelde ruiter heeft dan ook een redelijke conditie.
Tijdsduur: 1-2 keer per week (elke les duurt ongeveer 3 uur voor de verzorging van het paard, 30-60 minuten voor het paardrijden).
Meestal gebeurt het door de rijbaan na de korte zijde diagonaal (schuin) over te steken, van hoekletter tot hoekletter. Vlak voor je bij de letter bent waar je van hand gaat veranderen, kijk je in de richting waarheen je wilt en stuur je je paard met twee teugels die kant op.
Zorg dus dat je bewust, rustig en voorzichtig gaat zitten en meebeweegt met je paard. Vang de beweging op in je lendenen. Ga niet ineens harder inwerken, meer drukken met je benen of stugger zitten. Als het misgaat en je paard spant zijn rug te veel, ga dan weer even lichtrijden om de ontspanning terug te krijgen.