Door de operatie kan er zwelling ontstaan rondom de wond, waardoor het wondgebied ook wat harder aan kan voelen. Er kan ook wondvocht in de wondholte lopen. Dit wordt seroomvorming genoemd en is geen reden tot ongerustheid. Het kan enige tijd duren voordat de zwelling en het vocht helemaal zijn verdwenen.
Als er daarna nog wondvocht uit je wond komt, kun je dit het beste absorberen met een pleister. Door je verwonding af te schermen met een pleister verminder je de kans op infecties én bevorder je het genezingsproces. Laat de pleister een paar dagen zitten en het gele wondvocht verdwijnt vanzelf.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Meestal wordt het vocht uit een seroom vanzelf weer opgenomen door het lichaam. Dat kan echter wel enkele dagen tot weken duren. Ook kan er een knobbel van gecalcificeerd weefsel achterblijven. Seromen kunnen worden gedraineerd, wat betekent dat met een injectiespuit de vloeistof uit het lichaam wordt verwijderd.
De tijd dat de huid nodig heeft om te genezen is één tot drie weken. Hoe lang het precies duurt, is afhankelijk van de grootte en plaats van het behandelde deel van de huid. Elke operatiewond geeft een litteken. Een litteken is eerst rood en verbleekt na weken, maanden en soms na één jaar.
Als er maar overtollig vocht uit je wond blijft sijpelen, kan dit wel duiden op een ontsteking van de operatiewond. Ontstoken operatiewonden vragen om meer verzorging en kunnen extra pijnlijk zijn. Het is daarom verstandig om overtollig (geel) wondvocht na een operatie direct aan te pakken.
Na een operatie kan in of rondom het operatiegebied vochtophoping ontstaan. Dit wordt ook wel oedeem genoemd. Oedeem ontstaat ten gevolgen van een verstoorde aan- en afvoer van lymfevocht in een gebied. Oedeem kan overal in het lichaam ontstaan.
Seroomvocht is wondvocht dat zich ophoopt in het wondgebied. Hierdoor ontstaat een verdikking. De aanmaak van seroomvocht kan soms langdurig en in grote productiehoeveelheden optreden.In veel gevallen gaat het op korte of langere termijn over. Door middel van puncteren kan het seroom worden weggezogen.
Bekijk iedere dag de wond op roodheid of lekkage (wondvocht). Douchen mag, maar doe dit voorzichtig. In geen geval inzepen of met een washandje wassen. Na het douchen voorzichtig droogdeppen met een schone handdoek.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel.
Meestal mogen de hechtingen eruit na 7 tot 14 dagen. Als uw wond is geplakt, laat de lijmkorst na 5-10 dagen vanzelf los.
Wanneer er sprake is van grotere acute wonden of chronische wonden verloopt de genezing sneller als de wond vochtig blijft. Dit komt doordat de cellen meer kunnen bewegen en de moleculen die van invloed zijn op het genezingsproces sneller naar de wond worden gebracht.
In principe kan na iedere operatie lymfoedeem gaan optreden, dit oedeem kan na enkele weken verdwijnen, maar in een enkel geval gebeurt dat niet.
Deze zwelling kan op verschillende plaatsen ontstaan, zoals in de borst of onder het litteken van de borstamputatie en/of in de oksel. Dit wondvocht noemen we seroom. De ophoping van dit wondvocht is normaal en niet gevaarlijk, maar het kan wel lastig of pijnlijk zijn.
Seroomvorming. Nadat de drains zijn verwijderd kan het voorkomen dat het wondvocht (seroom) zich ophoopt in het wondgebied. Het geeft geen pijn en kan geen kwaad, maar het kan een verdikking veroorzaken, waarvan u hinder kunt ondervinden bij het bewegen.
De meerderheid van de wondinfecties ontstaat binnen 30 dagen na de operatie. Chirurgische wondinfecties kunnen vaak worden voorkomen wanneer met zorg wordt omgegaan vóór, tijdens en na de operatie. Belangrijk dus om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
Een primair gesloten, lekkende chirurgische wond is een wond waarbij door chirurgische behandeling gladde wondranden zijn ontstaan. De wondvlakken zijn steriel gesloten, maar er treedt verlies van wondvocht op. De wondgenezing is wel ongestoord.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Bij vochtophoping houdt het lichaam te veel vocht vast waardoor zwelling ontstaat van, met name de benen, handen en buik. De zwelling ontstaat doordat het vocht op die plaats niet via de bloedsomloop kan worden afgevoerd. Vochtophoping kan onschuldig zijn, maar het kan ook wijzen op een hartziekte zoals hartfalen.
Vochtophoping wordt vaak veroorzaakt door een te hoge druk in de kleine bloedvaten, die op zijn beurt weer kan worden veroorzaakt door een hartziekte. Maar vochtophoping kan ook andere oorzaken hebben: de waterdruk in het bindweefsel rond de bloedvaten kan te laag zijn of de vaatwand kan te makkelijk vocht doorlaten.
Quilten van het wondgebied
De chirurg kan tijdens de operatie besluiten de huid vast te hechten aan de borstspier, dit heet quilten. Dit doet de chirurg om wondvocht (seroom) te voorkomen.
Het lichaam houdt meer vocht vast, waardoor u in een paar dagen tijd soms wel twee kilo kunt aankomen. Als u oedeem in de longen heeft, krijgt u last van hoesten en kortademigheid. Ook kunt u hierdoor sneller vermoeid raken.
Dit komt door het gas dat in uw buik was gebracht. Deze klachten gaan vanzelf over. Dit kan wel een aantal dagen tot weken duren.
De huid rondom de wond is gezwollen. Er ontstaat pusvorming of wondlekkage. De huid rondom de wond voelt warm aan. Je hebt last van een verhoging of zelfs koorts.