Richtlijn. Een richtlijn voor het behalen van het A-diploma (van het Zwem-ABC) is dat een kind (gemiddeld) tussen de 40 en 50 uur nodig heeft. Die uren kun je op verschillende manieren verdelen. De meeste zwembaden bieden als basis één keer zwemles van 45 -60 minuten per week aan.
In het lesboek voor zwemonderwijzers (Educatieve Uitgeversgroep, 2010) wordt aangegeven dat het gemiddeld tussen de 40 en 50 klokuren duurt om diploma A te halen. Ook daar wordt aangegeven dat de duur van een zwemles (30 – 45 – 60 minuten) en de frequentie per week niet van invloed zijn op de gemiddelde zwemlesduur.
Beginners kunnen beginnen met het zwemmen van slechts één of twee baantjes en dit geleidelijk opvoeren. Gemiddelde zwemmers kunnen streven naar 10 tot 20 baantjes per sessie, terwijl gevorderde zwemmers tot 50 baantjes of meer per sessie kunnen zwemmen.
Hoeveel baantjes moet je zwemmen als beginner? We raden beginners aan om te starten met 4 tot 6 baantjes van 25 meter per sessie. Zo verbeter je je conditie geleidelijk en voorkom je overbelasting.
Na hoeveel lessen kan mijn kind zwemmen? Het gemiddelde is een jaar zwemles of 30 lessen. Uiteraard is ook dit zeer verschillend van kind tot kind. We raden aan om zeker al een reeks watergewenning te volgen of met je kind al enkele keren naar het zwembad te gaan.
Dit is wat u qua tijd kunt verwachten: Voor volwassenen die in een normaal tempo leren en geen angst voor water hebben, zijn ongeveer 20-25 uur privélessen doorgaans voldoende om basiszwemvaardigheden te verwerven. Dat komt neer op ongeveer een jaar van één les van 30 minuten per week.
De adviesleeftijd om te starten met zwemles voor het A-diploma is viereneenhalf tot vijf jaar. Er zijn ouders die liever eerder willen starten met zwemles, namelijk als hun kind vier of zelfs drie jaar is. De eisen die aan het A-diploma zijn gesteld, zijn te moeilijk voor een kind van drie jaar om te halen.
Met zwemmen train je alle grote spiergroepen, wat vrij uniek is en je maar bij een paar sporten ziet! Je versterkt vooral je rug en armen en krijgt hier dus op den duur een bredere rug van. Als je regelmatig zwemt, worden je spieren niet persé breder, maar juist krachtiger.
Idealiter ga je drie tot vier keer per week zwemmen, maar begin rustig aan. Begin met één of twee sessies van 30 minuten per week . Probeer tijdens deze sessies 30 seconden achter elkaar te zwemmen en rust dan 30 seconden uit.
Hoe snel je resultaat ziet, hangt af van hoe vaak en intensief je zwemt. Zwem je drie tot vier keer per week?Dan kun je binnen vier tot zes weken al duidelijke verbeteringen in spierdefinitie en conditie verwachten.
"En twee, het daagt je hart gewoon een beetje meer uit." Ksebati en Lepinski zeggen dat een goede beginners- of gemiddelde workout 1.000-1.500m is, of 20-30 rondjes, wat ongeveer een half uur zou moeten duren . Begin met een korte warming-up – misschien een 4x50 in een rustig tempo – om je hartslag omhoog te krijgen.
Als je op een verantwoorde manier een paar kilo kwijt wilt raken, dan is zwemmen een erg goede optie. In korte tijd verbrand je veel calorieën. Afhankelijk van je zwemsnelheid verbruik je met een half uurtje schoolslag 200 tot 350 calorieën en met een half uur borstcrawl zelfs 250 tot 400 calorieën.
Begin met een diepe ademhaling en doe je gezicht voorzichtig in het water . Het lijkt misschien een beetje onbekend, dus blijf kalm en ontspannen. Zodra je gezicht onder water is, begin je langzaam en gestaag bellen te blazen. Zo raak je gewend aan het uitademen onder water, een andere fundamentele zwemtechniek.
Zwemmen is een makkelijkere vaardigheid om te leren voor mensen die in contact komen met water, waardoor het moeilijker is voor mensen die niet in contact komen met water om het onder de knie te krijgen . Angst voor water is een van de belangrijkste redenen waarom veel mensen niet leren zwemmen, maar het is geen moeilijke vaardigheid om te leren.
Zwemvaardigheid 1, 2 en 3
De lessen duren 45 minuten per keer. Om deel te kunnen nemen aan de zwemvaardigheidslessen dienen kinderen in het bezit te zijn van hun C-diploma.
Omdat je de geleerde zwemslagen niet bent vergeten, is het heel goed mogelijk om zelf aan de slag te gaan met zwemmen. Net als het opbouwen van de conditie, moet je het zwemmen ook weer leren beheersen.
Je kiest de baan die bij je snelheid past en doet mee.Zwemmers zwemmen aan de ene kant van de baan omhoog en aan de andere kant omlaag – zwemmen in hele lange ovalen in plaats van op en neer in dezelfde lijn . Dit is het slimme gedeelte – elke baan heeft een bord dat je vertelt aan welke kant je omhoog moet zwemmen en aan welke kant je omlaag moet zwemmen.
Zwemmen onderscheidt zich als een full-body workout die meerdere spiergroepen tegelijk aanspreekt. Van je armen en benen tot je core en rug, elke slag stuwt je door het water, wat zorgt voor een uitgebreide en uitgebalanceerde trainingsroutine.
Wanneer zwemt, train je tegelijkertijd meer spieren dan bij de meeste andere sporten, omdat je niet alleen de spieren van de benen en bilspieren inschakelt, maar ook de armen, schouders, borst en rug. Met andere woorden, je hele lichaam werkt mee. Zwemmen kan daarbij zelfs helpen om wat buikvet te verliezen.
Omdat zwemmen een intensieve cardiotraining is die veel calorieën verbrandt, hebben professionele zwemmers vaak ook een lager percentage lichaamsvet . Wanneer je minder lichaamsvet hebt, worden je buikspieren zichtbaar. Veel elitezwemmers zijn ook erg lang, wat om verschillende redenen voordelig kan zijn.
Zwemmen verbetert je conditie
Dit heeft uiteraard een positief effect op de conditie. Onderzoek wijst uit dat zelfs als je maar één keer per week zwemt, je conditie aanzienlijk verbeterd. Een goede conditie zorgt voor een betere doorbloeding en verkleint de kans op hart- en vaatziekten.
Vanaf zijn 5de verjaardag, is het waterveilige kind klaar om te leren zwemmen in een officiële zwemslag. Anders dan vroeger, maar gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, starten we met rugslag als basis. Daarna volgen crawl (5 à 6 jaar) en schoolslag (6 à 7 jaar).
Een zwembadfonds moet zwembaden met financiële problemen ondersteunen. Schoolzwemmen was tot 1985 verplicht. Sindsdien gaan scholen en gemeenten zelf over de organisatie en financiering, wat in veel gevallen heeft geleid tot de afschaffing ervan. Dat ging ook ten koste van de publieke zwembaden.