Omdat u gekozen heeft voor een lichte narcose is een arts-anesthesist aanwezig die u met een injectie via een infusienaald een slaapmiddel zal toedienen. De hartwerking en ademhaling wordt permanent bewaakt. Meestal duurt het onderzoek ongeveer 5 tot 10 minuten.
Aan het uiteinde van de slang zit een lampje dat de binnenkant van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm verlicht en een kleine camera waardoor het onderzoek op een monitor te volgen is. Het onderzoek duurt ca. 15 minuten en kan langer of korter duren.
Bij jonge kinderen wordt een gastroscopie meestal niet met een roesje maar onder narcose uitgevoerd. Bij volwassenen gebeurt dit alleen in zeer zeldzame gevallen.
Als u een slechte hart- of longfunctie heeft, kan de MDL-arts besluiten u geen roesje te geven. Dit is om het risico op eventuele complicaties te verkleinen. De arts bespreekt dit met u op de behandelkamer. De keuze is dan om het onderzoek zonder roesje te doen, of alleen met pijnstilling.
Het passeren van de gastroscoop door de keel kan vervelend zijn. Soms wordt een gastroscopie uitgevoerd na toediening van een ver- dovend middel (sedatie) via een injectie in de arm. De sedatie is een heel lichte vorm van algemene verdoving.
Het onderzoek is niet pijnlijk. Veel mensen vinden vooral het inbrengen van de gastroscoop vervelend, omdat ze moeten kokhalzen. Sommige mensen krijgen een benauwd gevoel, omdat er een slang in hun keel zit. Het is belangrijk dat u de aanwijzingen van de arts en de endoscopieverpleegkundige goed opvolgt.
Als u een roesje heeft gehad, duurt het nog enige tijd voordat de medicijnen zijn uitgewerkt. Daarom blijft u na het onderzoek nog 1 tot 2 uur uur in uw bed op de uitslaapkamer totdat u weer goed wakker bent. Gedurende deze tijd worden uw hartslag en zuurstofgehalte bewaakt.
Wat is een roesje? Een roesje is anders dan een narcose of algehele anesthesie waarbij uw bewustzijn wel volledig uitgeschakeld wordt. Bij een roesje is het de bedoeling dat u het onderzoek als draaglijk ervaart. Het is ook mogelijk dat u door het roesje in slaap valt.
De arts brengt de gastroscoop voorzichtig via de mond, keel en slokdarm in de maag. U moet een keer goed slikken. Het onderzoek doet geen pijn, wel kan het even een wat benauwd gevoel geven, ondanks dat de scoop de luchtwegen niet blokkeert. Probeer tijdens het onderzoek rustig door te ademen.
“Bij sedatie zweef je als het ware tussen een narcose en een roesje”, legt Jordi Gotschalk uit. “Door het slaapmiddel en de aanvullende pijnstilling merk je niks van het onderzoek of de ingreep. Maar in tegenstelling tot bij een narcose word je niet beademd en is je bewustzijn niet volledig uitgeschakeld.
De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Een opgeblazen gevoel en pijn in de buik kunnen ontstaan door de lucht die ingeblazen wordt.
Een gastroscopie is een veilig onderzoek. Ondanks alle zorgvuldigheid kunnen in zeldzame gevallen complicaties optreden. In de meeste gevallen gaat het om een nabloeding. Dit komt vooral voor bij mensen die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken.
Door een roesje (sedatie) verloopt een onaangenaam onderzoek prettiger voor u. U bent dan minder bang, u voelt zich gemakkelijker en heeft minder pijn. Als u ontspannen bent, verloopt het onderzoek in het algemeen ook gemakkelijker.
U voelt zich rustiger en ervaart minder ongemak van het onderzoek. U slaapt meestal tijdens het hele onderzoek of behandeling. Sommige patiënten worden tussendoor een beetje wakker, maar u heeft dan geen pijn. Meestal bent u na een half uur weer goed wakker.
Voor een gastroscopie moet uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf zes uur voor het onderzoek niet meer mag eten, drinken en roken. Het onderzoek kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Pas na minstens 30 minuten mag u opnieuw eten. Na het onderzoek kan uw keel in het begin een beetje geïrriteerd zijn. U kunt ook last hebben van een opgeblazen gevoel door de lucht die tijdens het onderzoek werd ingeblazen. In zeldzame gevallen kan ook een allergische reactie optreden.
Tot 2 uur vóór het onderzoek alleen heldere dranken gebruiken (koffie zonder melk, thee, water of appelsap). Vanaf 2 uur vóór de opname in het ziekenhuis niets meer drinken. Als u medicijnen gebruikt, mag u deze met een klein beetje water innemen.
Zenuwbeschadiging. Een uiterst zeldzame complicatie van de anesthesie is een zenuwbeschadiging die voor bijvoorbeeld verlamming of gevoelsstoornissen kan zorgen. Deze zenuwbeschadiging kan het gevolg zijn van het voor langere tijd een moeilijke houding aannemen op de operatietafel.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
U krijgt een bijtring in de mond om zowel uw tanden als onze endoscoop te beschermen. Vervolgens krijgt u via het infuus de medicijnen (het roesje) toegediend. Door dit roesje kunt u weinig merken van het onderzoek en kan het zijn dat u zich er later vrijwel niets meer van herinnert.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.