De meeste mensen hebben vaker en langer depressieve episodes dan manische episodes. Een manische episode duurt – zonder behandeling – gemiddeld twee maanden. Depressieve episodes gemiddeld twee tot vijf maanden (soms veel langer), en een gemengde episode duurt gemiddeld vijf tot twaalf maanden.
Een bipolaire stoornis is niet te genezen, maar met medicijnen en therapie worden de klachten verminderd. De extreme stemmingswisselingen van manie en depressie nemen af en worden soms zelfs voorkomen. Dat gebeurt door een combinatie van: medicijnen.
Bij een bipolaire stoornis heeft u manische periodes en depressieve periodes. Tussendoor zijn er periodes waarin u zich normaal voelt. U bent veel actiever en opgewekter dan u gewend bent. U wordt snel boos als iets niet gaat zoals u het wilt.
Een bipolaire stoornis is een ernstige psychische aandoening die niet vanzelf overgaat en voorkomt bij 1 tot 2 procent van de Nederlandse bevolking.
De levensverwachting van mensen die lijden aan een ernstige psychische stoornis, zoals schizofrenie, zware depressie of een bipolaire stoornis, is tien tot vijftien jaar korter dan gemiddeld, zo blijkt uit een Brits onderzoek. Zij sterven relatief vaak al op vroege leeftijd aan kanker of hartfalen.
Een manie kan door allerlei factoren worden uitgelokt, maar het meest bekend is een gebrek aan slaap. Dat is vaak ook een eerste teken van manie: niet meer kunnen slapen omdat je hoofd niet stil wordt. Veel actiever worden dan bij je past is ook zo'n signaal, en niet stoppen met praten.
Zonder behandeling gaan beide stoornissen meestal vanzelf over, maar vooral depressies kunnen vele maanden, soms zelfs jaren voortduren. Bij een manie kunt u lichamelijk helemaal uitgeput raken. Dat kan soms levensgevaarlijk zijn. Een depressie is een belangrijke oorzaak van zelfmoordpogingen en zelfmoord.
Gelukkig zijn er veel mensen met een bipolaire stoornis die hun werk goed aan kunnen en tevreden zijn over hun werk. Maar er zijn ook veel mensen met een bipolaire stoornis die niet meer kunnen werken of werken in een baan beneden hun niveau.
Wat zijn kenmerken van bipolariteit? Kenmerken van een bipolaire stoornis kunnen heel verschillend zijn, deze stemmingsstoornis kent namelijk twee 'polen' van manie en depressie. Bij een manie ben je uitgelaten, hyperactief, niet te stuiten. Bij een depressie juist somber, heb je nergens interesse meer in.
Een bipolaire stoornis heeft veel weg van een borderline stoornis, maar de twee persoonlijkheidsstoornis zijn wel verschillend. Een van de grootste verschillen is dat bij een bipolaire stoornis de stemmingsveranderingen een stuk langer duren (weken tot maanden) dan bij een borderline stoornis (uren tot dagen).
Als lithium niet goed werkt of te veel bijwerkingen veroorzaakt, wordt vaak carbamazepine voorgeschreven. Dit middel heeft hetzelfde effect als lithium: het helpt tegen ernstige stemmingsschommelingen. De voornaamste bijwerkingen zijn: duizeligheid, sufheid, moeheid en misselijkheid.
Een bipolaire stoornis wordt behandeld door of in overleg met een specialistisch team. Bij een ernstige manische episode zijn haloperidol, olanzapine, quetiapine of risperidon de middelen van eerste keus.
Uiterlijk zien ze er misschien passief en bedrukt uit, maar van binnen is er een sterke onrust aanwezig. Soms komt deze onrust naar buiten met gejaagd gedrag, ongeduld, prikkelbaarheid, ongedurigheid en kwaadheid. Dit wordt soms 'geagiteerde depressie' genoemd.
een type 1-stoornis wordt gekenmerkt door manische, depressieve en gemengde periodes. een type 2-stoornis wordt gekenmerkt door hypomane en depressieve periodes.
Manie is een periode van overdreven opgewektheid, waarbij men de realiteit uit het oog verliest. Soms kunnen ingrijpende gebeurtenissen, zoals een bevalling of het overlijden van een naaste, een manie uitlokken. Vaak worden perioden van manie afgewisseld met perioden van depressie.
Zorg dat u actuele, betrouwbare informatie heeft over de bipolaire stoornis en de mogelijke gevolgen. De stemmingswisselingen en het bijbehorende gedrag komen voort uit de stoornis. Probeer de gebeurtenissen niet op uzelf te betrekken. Het feit dat u de stoornis erkent, betekent niet dat u alles hoeft te accepteren.
Bipolaire stoornissen zijn recidiverende stemmingsstoornissen die zich veelal in de vroege volwassenheid aandienen en waarbij depressieve, manische, hypomanische en gemengde episoden optreden, afgewisseld met symptoomvrije perioden.
Er zijn twee veelvoorkomende bipolaire stoornissen: type 1 en type 2. Bij het 'klassieke' type 1 heb je minstens een keer last gehad van een manische periode, afgewisseld met ernstige depressies. Bij een bipolaire stoornis type 2 is er sprake van depressieve periodes afgewisseld met hypomane periodes.
Een bipolaire stoornis kent veel verschillende symptomen, omdat deze stemmingsstoornis twee 'polen' heeft. Bij een manische periode overheersen kenmerken als uitgelatenheid en opgewonden zijn, terwijl bij een depressie een gevoel van somberheid sterk aanwezig is.
Gesprekken met een psycholoog of psychotherapeut kunnen u helpen om te accepteren dat u een bipolaire stoornis heeft. Deze tweede fase van de behandeling duurt enkele maanden tot een jaar. De derde fase is bij de meeste mensen een onderhoudsbehandeling.
Een bipolaire stoornis valt onder de psychotische stoornissen. Een psychose is een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit kwijt is. Hij ziet of hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en is overtuigd van bepaalde ideeën die niet kloppen (wanen).
Probeer niet de therapeut te zijn voor de persoon met een bipolaire stoornis, maar wel een vriend of vriendin. Je kan je bezorgdheid uiten, bijvoorbeeld door gewoon te vragen: ”Hoe gaat het?” Of door je eigen zorgen te benoemen: “Ik maak me toch een beetje ongerust …”.
Tegen een depressiepatiënt kun je dus beter niet alles zeggen wat er misschien in je opkomt. 'Het belangrijkste is dat je er voor iemand bent als hij daar behoefte aan heeft', zegt Cuijpers. 'Je mag natuurlijk altijd informeren hoe het met iemand gaat. En luister dan vooral naar wat hij zegt en oordeel niet.
Stel je eigen persoonlijke grenzen en zorg goed voor jezelf. Zoek steun voor jezelf bij begrijpende vrienden, lotgenoten of je huisarts. Volg samen met je dierbare een psycho-educatiecursus (kijk op www.plusminus.nl of informeer bij de ggz instelling in je omgeving). Vraag de ander niet om de knop om te draaien.