De rouw wordt dan officieel opgeheven, maar de directe nabestaanden mogen pas na een jaar weer feestelijke gebeurtenissen zoals huwelijken organiseren. Na zes maanden herhalen de nabestaanden de plechtigheid van de dertiende dag en na een jaar wordt de rouwperiode afgesloten met een ceremonie.
Na het afscheid
Na twaalf of dertien dagen wordt de rouw officieel opgeheven onder leiding van een pandit en worden er in het huis van de overledene speciale offers gebracht om de overledene te helpen. Soms kiest de familie ervoor de as al uit te strooien, omdat mensen uit het buitenland er dan nog bij kunnen zijn.
Reïncarnatie na de uitvaart
Reïncarnatie, oftewel wedergeboorte, staat centraal in het leven van alle hindoes. De mens is opgenomen in een cyclus van leven en dood die zich telkens weer herhaalt. Uiteindelijk kan de hindoe zijn bestemming vinden door op te gaan in het eeuwig goddelijke.
Hindoestaans afscheid in het crematorium
Aan het einde van de plechtigheid is alleen nog de familie rondom de overledene. Nadat alle bloemen, bloemblaadjes en resterend reukwater in de kist is gelegd wordt deze gesloten. De kist wordt aan het oog onttrokken, dit is een zeer emotioneel moment voor alle aanwezigen.
Hindoes zelf noemen hun geloof sanatana dharma wat 'eeuwige leer' betekent. Hindoes geloven dat je reïncarneert na je dood. Hoe fijn je volgende leven is, wordt bepaald door hoe je je in je huidige leven gedraagt, karma. De religie heeft vele goden, maar eigenlijk geloven hindoes maar in één god.
Het hindoeïsme komt uit India en is de oudste godsdienst op aarde. De hindoes vereren veel goden en godinnen. Ze denken dat alle goden eigenlijk verschillende vormen van één goddelijke oerkracht zijn. De heilige boeken zijn de Veda's.
Als gevolg van verschillen in filosofische opvattingen en verschillen in voedingsbehoeften bij moderne hindoes, wordt alle vlees, behalve geiten-, schapen-, kippenvlees en vis als taboe beschouwd.
Het is een ceremonieel gebruik en moet worden gezien als een eerbetoon aan de overledene. Het voorlopen symboliseert de overgang van stilte naar beweging. Meestal loopt de uitvaartverzorger een meter of vijftig om dan vervolgens aan de kant de rouwauto te laten passeren.
In de tempel
Als blijk van respect voor de goden doet een hindoe zijn schoenen uit als hij of zij een tempel betreedt. De offers zijn voor de god, of goden, van de tempel. Deze worden bij het beeld gelegd.
Na de religieuze plechtigheden hangt de guru samen met de ouders een ingewijd koord, een sacraal koord -de Djanew of Jagyaopwiet- om de hals van het kind. Deze jagyopwiet wordt zo gedragen dat het op de linkerschouder komt te rusten en via de borst en hart van het kind komt te liggen onder zijn rechter arm.
Hindoe (bij)geloof van vervuiling in een gezin als gevolg van een geboorte.
Enkele belangrijke hindoeïstische symbolen zijn de swastika (als symbool voor voorspoed en geluk), de lotusbloem (symbool van de beschermgod Vishnoe) en het symbool omkar (dat duidt op bewustzijn, overgave en mantra).
Een ritueel laat voelen dat het gemis en verdriet er mag zijn. Ook anderen om je heen zijn verdrietig. Dit kan juist verbinden en troostend werken. Rouwrituelen kunnen worden uitgevoerd vlak na het overlijden, bij de uitvaart, op herdenkingsdagen nog lang na het overlijden.
Traditionele kledij
Authentieke kledingstukken zijn: sari, salwar kameez, kurta (Panjabi), baxan, dhoti, longhi en ghagra choli. Sadhoes (mannen die zich speciaal aan het hindoeïsme wijden) hebben vaak alleen maar een lendendoek om en soms zijn ze naakt. Vaak wonen ze alleen of op straat.
In het hindoeïsme zijn priesters (pandits) heilig. Zij verrichten rituelen in de tempels. Andere heilige mannen zijn godsdienst-onderwijzers (goeroes) en sadhoes.
' Mensen in India vormen zich een beeld van Jezus Christus dat aansluit bij hun eigen cultuur. Voor hindoes krijgt Jezus een plaats tussen de leraren en goden van de eigen religie.
Hindoes hebben respect voor alles wat leeft. Veel hindoes zijn vegetariër, omdat ze geen dieren willen doden om te eten, maar ook omdat ze hun geest zuiver (sattvisch) willen houden.
Puja begint met darshan, oogcontact tussen de gelovige en het cultusbeeld dat de godheid representeert. De gelovige biedt de godheid offergiften (bloemen, wierook, voedsel, enz.) aan en neemt in ruil van de godheid prasad aan.
De auto heeft aan de voorkant aan weerszijden een vlaggetje. Aan de hand van de vlaggetjes kun je te weten komen of er wel of geen overledene aan boord is.
Snelheid ligt lager
U zult zien dat de lijkwagen langzaam accelereert en beneden de maximumsnelheid blijft: Binnen de bebouwde kom, waar u normaal 50 km/h rijdt, rijdt u in een rouwstoet meestal rond de 40 km/h. Op provinciale wegen waar u normaal 80 km/h rijdt, rijdt u in een rouwstoet zo'n 60 – 70 km/h.
Sinds 1 juli 2010 mag een rouwstoet niet meer worden doorsneden. De regeling geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden. Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet.
Veel hindoes eten met hun vingers en gebruiken daarvoor alleen hun rechterhand. Ze drinken water, zoete thee of een verkoelende yoghurtdrank die lassi heet en die zoet of zout bereid kan worden. De traditionele hindoeïstische geneeskunde wordt Ayurveda genoemd.
Heilige koe Hindoes eten geen rundvlees omdat de koe een heilig dier is. Daarom zijn er zelfs speciale tempels voor dit dier waar gelovigen offers brengen aan beelden van koeien. Een van de redenen dat koeien heilig zijn, is omdat hindoes geloven dat de oermoeder wel eens de vorm van een koe aanneemt.
Ook het hindoeïsme kent verschillende richtingen. Hindoes eten nooit rundvlees en meestal geen varkensvlees, maar in sommige gezinnen komt wel kip en eend op tafel. De priesters, de pandits, zijn wel strikt vegetarisch.