De nee-fase kan twee maanden, maar ook de hele peuterpuberteit duren. Net zo snel als je kindje ermee begon, kan hij er ook weer mee ophouden.
De peuterpubertijd duurt ongeveer tot je kind 4 jaar is, maar het hoogtepunt ligt meestal tussen de 2 en 3 jaar. Ieder kind ontwikkelt zich anders, dus er kunnen verschillen zijn tussen kinderen. Het ene kind zal ook een heftigere peuterpuberteit doormaken dan het andere kind.
Driftbuien, niet luisteren en ontzettend eigenwijs zijn, dat is wel zo'n beetje mijn eigen samenvatting van de gevreesde terrible two-fase. Deze fase, waarin kinderen van de rond de twee jaar hun afhankelijkheid opzoeken, kan behoorlijk pittig zijn. Hoe je 'm overleeft? Geduld en begrip schijnen de codewoorden te zijn.
Tip 3: 'Nee is nee'
Soms mag iets gewoon niet en is er ook geen alternatief. Houd dan voet bij stuk en vertel je peuter rustig waarom je het hem of haar verbiedt. Als je consequent blijft, weet je kind op een gegeven moment dat het de grenzen echt niet mag overtreden en zal het dit ook minder vaak proberen.
Kan 10 tot 20 woorden zeggen. Leert zo'n 250 woorden begrijpen. Voert kleine spelopdrachten uit. Kan twee blokjes op elkaar stapelen.
Waarom 'nee' zeggen ook goed is
Door 'nee' te zeggen leert je minipuber zijn eigen grenzen aangeven. Hij begint zich bewust te worden van zijn eigen identiteit en snapt dat hij een eigen ik heeft die niet verbonden is met papa en mama. Je peuter leert voor zichzelf op te komen en een eigen mening te vormen.
Rond de 2,5 a 3 jaar komen kinderen op het idee om 'waarom'-vragen te stellen. Dit is een stuk moeilijker, dus je kind wil hier veel mee oefenen.
Peuters willen de wereld ontdekken en gaan meer en meer hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen. Je kind heeft behoefte aan meer onafhankelijkheid en wil zo veel mogelijk zelf bepalen, zelf dingen kiezen en dingen zelf gaan doen.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
En dat is natuurlijk een heel erg belangrijke ontdekking. De koppigheidsfase, die meestal zo rond de anderhalf de kop begint op te steken en vaak zo rond de drie en een half/ vier jaar weer begint te verdwijnen, is dan ook zeker een belangrijke fase die bijna ieder kind doormaakt.
Door de woorden: 'zelf doen en nee' laat je kindje zien dat hij een eigen persoontje is met een dito eigen willetje… Je kindje gaat nu een fase in waarin hij meer autonomie en zelfstandigheid wil ervaren.
Kinderen tussen de 18 maanden en 4 jaar gaan de wereld ontdekken. Ze merken dat ze een individu zijn (een eigen ik hebben) en gaan hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Als je kind 3 jaar wordt, gaat hij zijn zinnen steeds verder uitbreiden, tot vier- en vijf-woordzinnen. Je kleine kan op deze leeftijd al ongeveer 1.000 woorden zeggen, en hij begrijpt er 1.250. Onder die woorden zijn ook abstracte begrippen, zoals gevoelens en bijvoeglijk naamwoorden.
Ook kan je kind in de peuterpuberteit last hebben van stemmingswisselingen, wat voor hem zelf ook best verwarrend kan zijn. Het ene moment voelt hij zich ontzettend blij en het volgende bang of verdrietig of boos. Op deze leeftijd zijn kinderen nog erg ongeremd in hun emoties en kunnen zich nog niet goed beheersen.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Hij kan ronddraaien, een bal naar voren schoppen en hij kan plotseling stilstaan. Hij kan een voorwerp in een bepaalde richting gooien en hij kan nu zelf eten met een vork (of een lepel). Alle bewegingen van een 2-jarige worden steeds vloeiender en minder houterig. De fijne motoriek ontwikkelt zich natuurlijk ook.
De peuterpuberteit maakt een belangrijk deel uit van de ontwikkeling van je kind. Het is de eerste stap naar zelfstandigheid. Je peuter ontdekt dat hij een persoon is met een eigen wil en kunnen.
Leg uit waarom je peuter straf krijgt.
Je kind moet snappen waarom iets niet mag, zodat hij intrinsiek gemotiveerd wordt om het de volgende keer niet meer te doen. Geef duidelijke uitleg. 'Niet zo stout doen', is voor een kind te vaag. 'Je mag niet schoppen, want dat doet pijn,' is beter.
Een stuk of vijf, zes regels is voldoende. Stel alleen regels op over dingen die jij belangrijk vindt. Het kan best zo zijn dat jouw peuter wel met eten mag spelen en zijn buurjongetje niet. Hanteer geen regels alleen omdat andere moeders het ook doen, dan wordt het moeilijk om consequent te blijven.