Afname van de WISC-V NL duurt ongeveer 75 minuten. De afnemer moet zich houden aan de instap- en afbreekregels die rekening houden met de leeftijd van een kind. Bij sommige subtests wordt geregistreerd hoeveel tijd het kind nodig heeft om de opgave op te lossen.
De aanvullende index meet: kwantitatief redeneren, auditief werkgeheugen, non-verbaal, algemene vaardigheid en cognitieve competentie. De WISC-V-NL kan worden afgenomen bij kinderen en jongeren van 6 tot en met 16 jaar. Een afname van de WISC duurt 2,5 tot 3 uur en wordt individueel afgenomen in de praktijk.
De afname van de test duurt 2 tot 2,5 uur.
De afname van de WISC-V-NL kan gedaan worden via pen en papier of via Q-interactive met behulp van 2 iPads. Een afname van de volledige batterij duurt 1 tot 2 uur, afhankelijk van de leeftijd en capaciteiten van het soort en de ervaring van de testgebruiker en uiteraard van het aantal af te nemen subtests.
2. Standaard WISC-V IQ test: €. 390,-
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
De Wechsler Intelligence Scale for Children - Fifth edition - Nederlandstalige bewerking (WISC-V NL) is een algemene intelligentietest voor kinderen en jongeren van 6 tot en met 16 jaar.
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind. Een lagere IQ score op de test betekent dan een kind minder intelligent is dan een gemiddeld kind.
Leg uit dat hij/zij denkpuzzels en denkopdrachten gaat doen. Vermijd het woord test (dat kan prestatiedruk oproepen), maar noem het liever ook geen spelletjes; dat wekt bij kinderen vaak de indruk dat het héél leuk gaat worden, en dan valt het tegen als blijkt dat het soms ook moeilijk of saai kan zijn.
De test meet het cognitief functioneren van kinderen en laat toe om Indexen voor verschillende cognitieve vaardigheden en een Totaal IQ te berekenen. Het Totaal IQ, de Intelligentie Quotiënt, geeft een inschatting van de intelligentie, oftewel de cognitieve vaardigheden van een persoon.
Dit is een intelligentietest voor kinderen en jongeren van 6 tot en met 16 jaar en geeft een indruk van de algehele intelligentie. De test is opgebouwd uit een aantal onderdelen die een beroep doen op verschillende vaardigheden. Op alle taken (subtests) zijn de opgaven oplopend in moeilijkheidsgraad.
Een intelligentietest bestaat uit vragen en opdrachten. Deze meten zowel aangeleerde kennis als begrip, inzicht en probleemoplossende vaardigheden. Bij intelligentieonderzoek wordt naar veel verschillende delen van het functioneren gekeken.
Volgens zeer recent onderzoek is het IQ door het leven heen veranderlijk. Als je opgroeit, ontwikkelen je hersenen zich. Doordat verbindingen worden gelegd, sterker worden of juist afnemen in sterkte, veranderen de verschillende hersengebieden in grootte.
Deze subtest is ontworpen om mentale, niet-motorische constructievaardigheid te meten, waarbij visueel en ruimtelijk redeneren nodig is, mentale rotatie, visueel werkgeheugen, begrip van deel-geheelrelaties en het vermogen om abstracte visuele stimuli te analyseren en te combineren.
Alleen wanneer de test echt om gezondheidsredenen gedaan moet worden, kan besloten worden dat deze wel wordt vergoed door de zorgverzekering. In de andere gevallen moet je de kosten zelf betalen en dit kan gemakkelijk honderden euro's zijn.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Albert Einstein (1879-1955)
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.
Hoogbegaafde kinderen hebben een IQ van 130 of hoger. Ook zijn ze creatief in de manier waarop ze denken en hebben ze veel doorzettingsvermogen. In de praktijk wordt alleen het IQ gebruikt om te 'meten' of een kind hoogbegaafd is. Dat komt doordat doorzettingsvermogen en creatief denken moeilijker te meten zijn.
Hoogbegaafde kinderen zijn zich bijvoorbeeld vaak al veel bewuster van relaties en verwachtingen dan hun leeftijdsgenoten. Bovendien leggen zij de lat voor zichzelf vaak hoog. En/of kunnen alles wat zij denken, voelen en weten, nog niet in woorden uitdrukken.
Je kunt op basis van de uitslag op een IQ-test zien of bij ie- mand sprake is van dyslexie. Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Iedereen vindt zijn of haar eigen kind bijzonder, maar de 2-jarige Kashe is écht een wonderkind. Het Amerikaanse meisje heeft een IQ van 146 en is als jongste persoon ooit toegelaten tot Mensa, een internationale vereniging van en voor mensen die bij een IQ-test in de bovenste 2% van de bevolking scoren.
Mensen met een IQ score tussen de 120 en 130 worden als begaafd gezien en een score tussen de 110 en 119 is bovengemiddeld. De grootste groep is die met een score tussen 90 en 109 en wordt met de term “normaal” aangeduid. Daaronder, tussen de 80 en 90, is de groep met een beneden gemiddelde score.