Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
De diagnose 'Parkinson' kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.
Om een beeld van de vorm en functie van uw hersenen te krijgen, kan er een MRI-scan, PET-scan, SPECT-scan of hersenfilmpje (EEG) worden gemaakt. Ook kan er aanvullend bloedonderzoek plaatsvinden. Bij onduidelijkheid over cognitieve klachten is een neuropsychologisch onderzoek nodig.
Er is geen test waarmee artsen zeker weten of u de ziekte van Parkinson heeft of niet. De onderzoeken die u mogelijk krijgt zijn een MRI-scan en/of een DAT-scan.
Trillen (tremor) van de handen, benen, kin of tong. Trager worden van bewegingen (bradykinesie), moeite met starten van bewegingen (akinesie) en ontbreken van automatische bewegingen (hypokinesie) Stijfheid van de spieren (rigiditeit) Houdings- en evenwichtsproblemen en soms vallen bij langer bestaan van de ziekte.
Parkinson herken je ook aan de aparte manier waarop je beweegt. Tijdens het lopen kun je meer gaan sloffen en schuifelen en meer voorovergebogen lopen. Soms blokkeren je voeten plotseling tijdens het lopen ('Freezing of gait'). Je voeten lijken 'vastgeplakt' aan de grond.
De spierstijfheid die optreedt bij de ziekte van Parkinson, begint vaak in de benen en de nek. De meeste mensen hebben last van stijfheid. De spieren zijn gespannen en trekken zich samen en sommige mensen ervaren naast stijfheid soms ook pijn. Bradykinesie is een van de klassieke symptomen van de ziekte van Parkinson.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Hoe vaak komt het voor? De ziekte van Parkinson komt waarschijnlijk voor bij ongeveer 1 op de 100 mensen van boven de 55 jaar.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Met functionele MRI kan je naar hersenactiviteit kijken. Hierbij vonden we in diverse hersengebieden verlaagde of verhoogde hersenactiviteit in rust bij patiënten met de ziekte van Parkinson ten opzichte van gezonde controlepersonen.
De ziekte van Parkinson is een aandoening van de hersenen, waarbij bepaalde zenuwcellen in de middenhersenen afsterven. Deze cellen maken de stof dopamine aan. Dopamine is noodzakelijk voor het controleren van lichaamsbewegingen. Parkinson is een progressieve ziekte.
Veel mensen met Parkinson hebben last van apathie (lusteloosheid). Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als hun naasten. Er wordt onderzoek gedaan of medicijnen invloed kunnen hebben op de hoeveelheid dopamine, wat mogelijk apathie bij patiënten kan verminderen.
Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan. Parkinson dementie ontstaat in het gebied van de hersenen dat ook door de ziekte van Parkinson is aangetast.
De neuroloog praat met u en doet een lichamelijk onderzoek. Ook krijgt u een onderzoek van uw spieren en zenuwen: een EMG. Met dit onderzoek kan de neuroloog zien hoe goed uw zenuwen en spieren werken. Er is geen speciale test om te weten of u ALS heeft.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Wat we wel weten is dat een tekort aan de stof dopamine in de hersenen een groot deel van de problemen en symptomen van parkinson veroorzaakt. Dit tekort ontstaat door het afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen in een specifiek gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra).
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Brain Food zoals kip, zeevruchten, peulvruchten, amandelen, avocado's en bananen zit boordevol aminozuren, waaruit je hersenen dopamine kunnen aanmaken.
Diagnose. Bij de diagnose van een tremor worden eerst andere oorzaken, zoals de ziekte van Parkinson uitgesloten; bij Parkinson komt het beven vooral voor in rust. Een medisch onderzoek en een hersenscan of een bloedonderzoek kan andere oorzaken uitsluiten.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben geen grotere kans op de ziekte van Alzheimer, maar zij hebben wel een verhoogde kans op dementie. Deze parkinson-dementie heeft andere symptomen dan de bekende 'alzheimer-dementie'.
Juist in het begin van de ziekte is parkinson lastig aan te tonen. Vaak komen mensen bij de arts met trillende handen of traagheid. Maar die klachten kunnen ook komen door andere aandoeningen. Daarom wachten sommige mensen soms jaren op een diagnose.