Roken en alcohol zijn belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van slokdarmkanker. Het risico neemt sterk toe als er meer dan 8 glazen alcohol per dag worden gedronken of als er meer (>25 sigaretten) of zwaardere tabaksproducten worden gerookt.
Slokdarmkanker komt vooral voor bij ouderen. Roken, alcohol en veel vlees eten verhogen de kans op slokdarmkanker. Overgewicht, vaak zeer hete drank drinken, en bestraling (bij bijvoorbeeld borstkanker) vergroten de kans op slokdarmkanker.
Slokdarmkanker komt redelijk vaak voor. Elk jaar krijgen in Nederland ongeveer 2500 mensen de diagnose slokdarmkanker. Na 5 jaar zijn gemiddeld nog 24 van de 100 mensen in leven. Voor de prognose maakt het veel uit in welk stadium de ziekte is als het ontdekt wordt.
De meeste mensen zijn 50 jaar of ouder. Mannen krijgen vaker slokdarmkanker dan vrouwen. Slokdarmkanker wordt meestal laat ontdekt en is daardoor moeilijk te genezen.
Klachten die kunnen passen bij slokdarmkanker zijn: moeite met slikken. het eten blijft steken in de slokdarm of u heeft het gevoel dat het niet goed zakt. blijvende pijn of een vol gevoel achter het borstbeen of in de bovenbuik.
Bij mensen met uitgezaaide slokdarmkanker gaat de situatie vaak snel achteruit. Van de 100 patiënten met slokdarmkanker in stadium IV zijn er na 1 jaar nog 20 in leven.Na 3 jaar leven er van de 100 patiënten met slokdarmkanker in stadium IV minder dan 5.
Goedaardige tumoren van de slokdarm zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit.
Bij slokdarmkanker is een kwaadaardige tumor ontstaan (gezwel) in de slokdarm. Een kwaadaardige tumor kan zich kan uitzaaien (verspreiden) in het lichaam. Als slokdarmkanker uitzaait, is dat meestal naar de lever of longen. Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker.
Patiënten met niet-uitgezaaide slokdarmkanker krijgen meestal een combinatie van chemotherapie en bestraling, gevolgd door een operatie. Ongeveer 50% van alle mensen in Nederland die deze behandeling krijgt, is na vijf jaar nog in leven.
Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 24 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde. Bespreek dit met de arts.
Slokdarmkanker geeft in het begin weinig of geen klachten. De ziekte wordt daarom vaak pas laat ontdekt. Hierdoor is een curatieve behandeling (gericht op genezing) vaak niet meer mogelijk. Van de patiënten die wel een curatieve behandeling kunnen ondergaan, is na 5 jaar ongeveer 50% nog in leven.
Bepaalde zaken kunnen de kans op slokdarmkanker vergroten: roken. alcohol drinken. vaak brandend maagzuur hebben, dit heet reflux en kan een Barrett-slokdarm veroorzaken.
U voelt pijn of u heeft een drukkend of branderig gevoel.U kunt het voelen achter uw borstbeen of boven in uw buik.De pijn kan ook naar uw rug gaan.
Zeldzame slokdarmkanker wordt jaarlijks bij ongeveer 600 mensen in Nederland vastgesteld en zeldzame maagkanker bij ongeveer 10 mensen in Nederland.
Stress en spanningen of hevige emoties kunnen de kans op een aanval van slokdarmkramp vergroten. In periodes van stress kunnen gerichte ontspanningsoefeningen daarom helpen. Ook een paar aanpassingen in het dagelijkse voedingspatroon kunnen helpen: Eet zo min mogelijk zeer warm of zeer koud eten en drinken.
Slokdarmkanker is een van de meest agressieve kankersoorten die er is. De behandeling is dan ook niet niks: na chemotherapie en bestraling volgt vaak ook nog eens een risicovolle en ingrijpende operatie die veel invloed heeft op de kwaliteit van het leven van de patiënt.
Meestal bestaat de behandeling uit chemoradiatie (een combinatie van bestraling en chemotherapie) en daarna een operatie. Soms bestaat een curatieve behandeling ook uit alleen bestraling en chemotherapie. Er wordt dan niet geopereerd.
Slokdarmkanker in een vroeg stadium kan soms endoscopisch behandeld worden. Een curatieve behandeling is gericht op genezing en bestaat meestal uit chemoradiatie, een operatie en immunotherapie. Als de kanker is uitgezaaid of doorgegroeid in andere organen is genezing meestal niet meer mogelijk.
Steeds meer mensen leven langer met kanker of genezen
Toch overleven steeds meer mensen kanker. Sommige genezen, andere mensen leven lang met kanker zonder veel klachten. De 5-jaars overlevingscijfers van kanker zijn dankzij kankeronderzoek van de afgelopen 70 jaar gestegen van 25% naar 67%.
Om te onderzoeken of je al dan niet kanker hebt, gebeurt meestal een biopsie of een punctie. Daarnaast helpen beeldvorming (onderzoeken zoals CT-scan, MRI, echografie) en laboratoriumonderzoek (zoals bloed- of urineonderzoek) je arts om een diagnose te stellen en om de beste behandeling te kiezen.
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling. Daarom werkt KWF aan manieren om kanker beter en eerder op te sporen.
In het ziekenhuis wordt een gastroscopie uitgevoerd. Dit is een kijkonderzoek waarbij de binnenkant van de slokdarm wordt bekeken. Als uit de gastroscopie blijkt dat er een tumor in de slokdarm zit, wordt er aanvullend onderzoek gedaan.
Symptomen van slokdarmkanker treden vaak pas op als de tumor er al een tijd zit. Mogelijke klachten bij slokdarmkanker zijn: moeite met slikken, het eten blijft steken of wil niet goed zakken door de slokdarm, pijn achter het borstbeen tijdens het eten, gewichtsverlies, vermoeidheid en duizeligheid door bloedarmoede.
Slokdarmkanker kan ook uitzaaien naar lymfeklieren verder weg van de slokdarm en/of naar andere organen. Dit worden uitzaaiingen op afstand genoemd. Meestal zaait slokdarmkanker uit naar de lever, longen of botten. Soms ontstaan er ook uitzaaiingen in andere organen, zoals de bijnieren of de hersenen.
Om de slokdarm te vervangen, wordt een buismaag gemaakt. Dit is een buis die wordt gemaakt van de maag. De chirurg maakt een nieuwe aansluiting van de buismaag aan het resterende deel van de slokdarm. Afhankelijk van de locatie van de tumor kan de aansluiting in de borstkasholte of in de hals gemaakt worden.