Ik zou hem dan een aantal open vragen stellen waarover jullie met openheid en vertrouwen met elkaar over kunnen praten of zelfs filosoferen. Ook voor jou kan het helpen om nog helderder te krijgen waarom je graag een tweede kindje wilt. Belangrijk hierbij is dat ieder voor zich spreekt.
Het bespreekbaar maken van dit dilemma begint met een goed gesprek.Het is essentieel om naar elkaar te luisteren, om erachter te komen wat de ander voelt en wat hij wil. Je begint natuurlijk niet zomaar aan kinderen. Jullie moeten er allebei honderd procent achter staan, dus praat vooral veel en vaak met je partner.
Bedenk voor het gesprek wat je hem zeker wil zeggen of vragen. Geef ook aan dat je iets belangrijk wil bespreken. zorg ervoor dat je een rustig moment en plekje zoekt, waar jullie niet gestoord worden. Als je het ècht niet durft zeggen kan je het ook proberen met een brief, Whatsapp, een mailtje.
Als je bent gestopt met de pil, kan het even duren voordat je weer regelmatig ongesteld bent. Daar hoef je niet op te wachten. Na het stoppen met voorbehoedsmiddelen raakt 80 procent van de vrouwen binnen 12 maanden zwanger. Vaak is vrijen om de één of twee dagen voldoende om snel zwanger te worden.
Baby's reageren sterk op geluid en gezichtsuitdrukkingen en proberen veel na te doen. Spelletjes als kiekeboe, herhalen van geluiden of gezichtsuitdrukkingen helpen om contact te maken. Elke keer is een kindje dan op zoek naar bevestiging dat de reactie van de ander hetzelfde blijft, een feest van herkenning.
Je hebt de meeste kans om zwanger te worden als je een paar keer vrijt in de 6 dagen voor je eisprong. De eisprong is 2 weken voordat je ongesteld wordt. De meeste vrouwen die dit doen zijn dan in 1 jaar zwanger. Ga naar je huisarts als je na een jaar nog niet zwanger bent.
Je kleintje raakt in de war als iets de ene dag wel mag en de andere dag niet. Benoem waarom iets niet mag. Bijvoorbeeld: “Nee, dat is heet”. In het begin zal hij dit nog niet snappen, maar als je het blijft herhalen zal hij het op den duur gaan begrijpen.
Hoeveel uur per dag knuffelen met je baby
Het advies is: je moet zoveel mogelijk knuffelen met je baby. Een onderzoek wees uit dat baby's die 10 uur per dag lichamelijk contact hadden, 50% minder huilden dan baby's die 8,5 uur per dag lichaamscontact hadden.
Als je baby zo'n klein half jaar is, begint hij met knuffelen. Hij wil heel liefdevol je huid voelen en aaien. Hij snapt dat het lekker is voor anderen, en leert er veel van. Hij toont heel bewust zijn liefde voor jou.
De eerste weken is lichamelijk contact het allerbelangrijkste 'speelgoed' voor jouw baby. Lekker liggen, wiegen, rondgedragen worden, knuffelen en aaien vindt jouw baby heerlijk! Ook vindt hij geluiden interessant en zal reageren of rustig worden op jouw stem als je zachtjes praat of liedjes en rijmpjes zingt.
Van alle stellen die proberen zwanger te worden is:
30% binnen 1 maand zwanger. 59% binnen 3 maanden zwanger. 80% binnen 6 maanden zwanger. 85% is binnen het jaar zwanger.
Meestal is de eisprong twee weken voor de menstruatie. In de periode vóór de ovulatie tot en met de dag van de ovulatie kun je het best om de dag vrijen. Bij een cyclus van 28 dagen gaat het om de dagen 10 tot en met 15 na het begin van de laatste menstruatie. De drie dagen rond de eisprong ben je het vruchtbaarst.
Je voelt niet zo veel aan een zwangere buik in het begin. Het enige wat je kan merken zijn lichte krampen in je onderbuik, een opgezette en gespannen buik. Dat komt doordat je baarmoeder plaats gaat maken in je buik. Andere organen moet ruimte inleveren, maar er zijn ook hormonen die zorgen dat je je anders voelt.
Als je denkt dat je zwanger bent, ga je verschijnselen al snel aanzien voor zwangerschapssymptomen. Terwijl ze eigenlijk een andere oorzaak kunnen hebben. Ga bij onverklaarbare klachten daarom altijd naar de huisarts en doe voor de zekerheid een zwangerschapstest.
Jouw lichaam bij 2 weken zwangerschap
Ze hebben bijvoorbeeld last van misselijkheid en overgeven (vooral 's ochtends), gespannen borsten die misschien al wat groter worden, moeheid en veel aandrang om te plassen. Een beter reukvermogen, trek in bepaalde voeding of wisselende stemmingen komen ook voor.