Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren. Registreer aantallen (frequenties, duur) van bepaald gedrag, en vermijd subjectieve aanduidingen als 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.
Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie. Gestructureerde of ongestructureerde observatie.
Bij gestructureerde of systematische observatie wordt van tevoren vastgelegd welk gedrag je observeert en welke aspecten van het gedrag: frequentie, duur, intensiteit. De observaties worden vastgelegd in een observatieformulier. Dit kan alleen als je van tevoren precies weet wat voor aspecten belangrijk zijn.
Observatie is een onderzoeksmethode waarbij je naar mensen kijkt en luistert. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag van een bepaalde groep hiermee onderzoeken. Observatie komt dan ook vaak voor bij sociologische studies. Er worden vooral observaties gedaan bij kwalitatief onderzoek.
Waarom observeren we? Het is een hulpmiddel om iemand beter te leren kennen. Het is een hulpmiddel om bepaalde problematiek nader te onderzoeken en zo de achtergronden van het gedrag te achterhalen. Het kan gebruikt worden als informatie-overdracht naar anderen toe.
Leerkrachten die handelingsgericht werken zullen observaties vooral gebruiken om zicht te krijgen op waar het kind staat in de ontwikkeling en hoe ze het kind kunnen uitdagen en prikkelen om de ontwikkeling verder te stimuleren.
Er zijn een aantal valkuilen bij het observeren. De neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. De neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. Een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen.
Subjectief observeren van je doelgroep gebeurt wanneer er eigen meningen, gedachten en gevoelens worden verwerkt in de observaties. Subjectief observeren is eigenlijk mens-eigen: wanneer er drie mensen onafhankelijk naar een persoon kijken zullen ze alle drie weer een andere beschrijving geven.
Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in bijzondere situaties. Het verschil tussen waarnemen en observeren is dat je niet alleen bewust waarneemt, maar ook met een bepaald doel en volgens een plan en methode. De gegevens die er uit je observatie komen, gebruik je om een handelingsplan te maken, of een rapportage.
Bij een kwalitatieve observatie wordt alleen de aan- of afwezigheid van een fenomeen vastgesteld, de toe- of afname, versnelling of vertraging. Bij een kwantitatieve observatie worden door middel van tellen of meten een numerieke waarde (in eenheden) toegekend aan een specifieke grootheid.
Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis. Voor de verpleegkundige betekent dit het bewust en gericht waarnemen van feiten die voor het verplegen relevant zijn.
De beginsituatie: Wat is de aanleiding van deze observatie? Wat is het probleem? Achtergrondgegevens: Wat weet je allemaal van de geobserveerde persoon? Observatiedoel en de doelgroep: Waar wil je uiteindelijk een antwoord op geven?
Bij een observatieonderzoek is er geen duidelijke gesprekspuntenlijst aanwezig. Hierbij wordt de doelgroep geobserveerd op hun feitelijke gedrag. Er wordt gebruik gemaakt van getrainde onderzoekers die het gedrag kunnen analyseren. Bij een gestructureerde observatie wordt er meestal een bepaald doel geobserveerd.
Alle zorginstellingen moeten zorg leveren die voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen. Ze moeten bijvoorbeeld het zorgplan met cliënten bespreken, medezeggenschap regelen en een klachtenregeling hebben. Dit staat in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz).
Bij een zogenaamde open observatie wordt alles beschreven dat wordt gezien en belangrijk en/of opvallend wordt gevonden. Een voordeel hiervan is dat er een compleet beeld wordt geschetst van wat er gebeurt. Ook kunnen interacties en details goed gemeten worden.
Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. Dat kunnen handelingen van bijvoorbeeld kinderen zijn, maar ook de houding, het gedrag, interacties tussen kinderen of gebeurtenissen.
Een observatieformulier is een formulier dat gebruikt wordt bij het observeren van leerlingen. Observeren is het aandachtig waarnemen van een persoon en beschrijven wat je ziet. Op een observatieformulier staan vragen en/of punten waar de observator op let.
Er is verschil tussen gestructureerd en ongestructureerd observeren. Bij gestructureerd observeren heeft de observator een vooraf vastgesteld doel voor ogen, bij ongestructureerd observeren is dat niet het geval. Ook is er onderscheid tussen participerend en niet-participerend observeren.
Als je objectief waarneemt, kijk je naar de feiten dus niet naar je eigen mening. Je kunt naar bijna alles objectief kijken, zoals voorwerpen, dieren, opdrachten en nog veel meer. Een voorbeeld van objectief waarnemen is als je zegt dat die tafel vierkant of rond is, of zegt dat dat dier een bepaalde kleur is.
Vervoegingen: heeft waargenomen (volt. deelw.) 1) zien, horen, ruiken of voelen Voorbeeld: `Toen ik de koelkast opende, nam ik een vieze geur waar....
Mensen zeggen weleens dat we een zesde zintuig hebben, bovenop de bekende vijf waarmee we zien, horen, proeven, ruiken en voelen.