Denk hierbij aan testen waarbij een leerling snel letters moet schrijven en lezen. De Dyslexie Screening Test (DST) wordt gebruikt om te kijken hoe het vermogen om klanken te herkennen, te onderscheiden en te manipuleren is ontwikkeld (ook wel fonologische taalvaardigheden genoemd).
Voor het vaststellen van ernstige dyslexie (ED), moet sprake zijn van een score bij de laagste 10% op technisch lezen of bij de laagste 16% op lezen én laagste 10% op spellen. Vervolgens is de hardnekkigheid van de lees- en/of spellingproblemen een belangrijke aanwijzing voor dyslexie.
Multidisciplinair. De diagnose dyslexie wordt multidisciplinair gesteld. Vaak wordt het diagnostisch onderzoek afgenomen in een CLB, revalidatiecentra of door een orthopedagoog.
Als jij, je ouders of je school denken dat je dyslexie hebt, dan kun je dit laten onderzoeken. Dit onderzoek gebeurt door een dyslexiespecialist. Die kijkt ook welke hulp je nodig hebt. Als uit het onderzoek komt dat je dyslexie hebt, krijg je een 'dyslexieverklaring'.
Wanneer de kosten voor een dyslexieonderzoek niet vergoed worden door uw gemeente, bedragen de kosten voor een dyslexietest €. 715,-. Een particulier dyslexieonderzoek is verder identiek aan een vergoed onderzoek.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Vergoeding dyslexieonderzoek
Dyslexieonderzoek wordt in ons land vergoed voor kinderen op de basisschool van 7 tot en met 12 jaar die voldoen aan de criteria voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED). Wanneer uit het onderzoek blijkt dat een kind EED heeft dan wordt ook de behandeling vergoed.
Onderzoekers schatten dat een kind met een ouder met dyslexie 40 tot 60 procent kans heeft op het ontwikkelen van dyslexie, en het risico is groter als een extra familielid dit heeft.
Sinds 2009 bestaat er een vergoedingsregeling voor gespecialiseerde dyslexiezorg voor basisschoolleerlingen met ernstige enkelvoudige dyslexie. De gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor deze dyslexiezorg (zowel voor onderzoek als behandeling).
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechter helft. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een ernstige spraak-taal problemen of inefficiënte instructie kan dit het geval zijn. Wanneer een kind een verstandelijke beperking heeft is er alleen sprake van dyslexie wanneer de lees- en spellingsproblemen groter zijn dan verwacht op basis van de intelligentie van het kind.
Lees- en/of spellingproblemen
Ze lezen vaak middels 'hakken en plakken', spellend of radend en niet vloeiend. Ze schrijven slordig, schrijven woorden op het gehoor (fonetisch) en maken in dictees veel fouten. Ze automatiseren de letters niet, halen letters door elkaar of spiegelen letters (b/d).
Kinderen en jongeren met dyslexie hebben problemen met het verwerken van klanken en letters. Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Behandeling. Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie.
Wat is dyslexie eigenlijk en waar lopen kinderen met dyslexie tegenaan? Dyslexie is een ernstig probleem in lezen en/of spellen. Kinderen met dyslexie lezen vooral traag en maken veel spelfouten. Ze hebben daardoor moeite om teksten te begrijpen en te schrijven, en hebben meer last van angst en depressieve gevoelens.
Ouders van kinderen met dyslexie stellen ons vaak de vraag of de Cito-toets of Entreetoets daar rekening mee houdt. Het antwoord is: ja. Zowel op de Entreetoets in groep 7 als op de Cito-toets in groep 8 wordt rekening gehouden met kinderen die dyslexie hebben. In dit artikel leest u er meer over.
Om dyslexie te kunnen behandelen, is het belangrijk dat kinderen en ouders goed met elkaar samenwerken. Een dyslexiebehandeling wordt vaak gegeven door een orthopedagoog, in samenwerking met een psycholoog. Een psycholoog is soms nodig omdat kinderen met dyslexie zich vaak niet begrepen voelen.
Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.