Kweken van nieuwe tulpenbollen gebeurt door in het najaar (okt. -nov) kleine tulpenbollen te planten. De knoppen tussen de bolrokken van deze bollen groeien uit tot nieuwe bollen waarbij de oude bol word gebruikt als voedsel.
Verwilderingsbollen zijn winterharde bollen die ieder jaar terugkomen. Kenmerkend van deze bollen is dat ze zichzelf handhaven en vermeerderen. Ons assortiment bestaat uit vrijwel allemaal verwilderingsbollen, -knollen, en -wortelstokken. Sommige verwilderingsbollen zijn ook stinzenplanten.
Uitgebloeide bollen in potten
Dan kun je simpelweg de potten uit het zicht zetten. Ook kun je ervoor kiezen om de bollen met kluit en al uit je mooie potten te halen, om ze in een plastic pot op een andere plek te laten afsterven. Op die manier kun je andere planten in je mooie pot zetten.
Tulpen vermeerderen
Als je de bollen in de zomer uit de grond haalt kun je aan de onderkant van de bol kleine bolletjes zien zitten. Dit zijn bloembollen in de maak. Deze kun je losmaken van de 'moeder tulpenbol'. Je kunt ze gewoon laten drogen met de grotere bloembollen voor de komende plantperiode in het najaar.
Verwilderingsbollen zoals lenteklokjes, krokussen, narcissen, sneeuwklokjes en sterhyacinten, lijken een beetje op meerjarige bollen. Je hoeft ze ook maar een enkele keer te planten en dan komen ze ieder jaar terug. Daarbovenop vermeerderen deze bollen zich ook, zonder dat je er iets aan hoeft te doen.
Bijna alle voorjaarsbloeiende bloembollen kunnen in de grond blijven zitten. De tulp echter niet, omdat die gevoelig is voor ziekten. De meeste zomerbloeiende bloembollen kunnen niet in de grond blijven zitten, omdat ze niet winterhard zijn.
Enkeljarige bollen bloeien het eerste jaar op hun allermooist, en komen het volgende jaar ook nog op. Na verloop van tijd is de bloei over. Meerjarige bollen zijn bloembollen die meerdere jaren achterelkaar bloeien. Verwilderingsbollen komen ook ieder jaar terug, maar breiden zich ook nog eens uit.
Voorbeelden van meerjarige bloembollen zijn Oosterse anemonen (Anemone blanda), sneeuwroem (Chionodoxa), boshyacinten (Hyacinthoides) en buishyacinten (Puschkinia). De derde soort zijn verwilderingsbollen.
Wanneer je al je bollen in de doos hebt gelegd, kun je deze het beste koel, droog en donker bewaren. Bijvoorbeeld in een vorstvrije garage, kelder of bijkeuken. Je kunt dus ieder jaar genieten van dezelfde bloembollen, zolang je de bloembollen met zorg bewaart!
Na de goedkeuring worden de tulpen gekopt. Nu verspilt de tulp geen energie meer aan de bloem en kan de bol gaan groeien. Na het koppen wordt de tulp vaak nog beregend om de groei te bevorderen, zodat de grote bollen goed verkocht kunnen worden.
Dahlia's zijn net niet winterhard, maar door onze vrij milde winters kunnen ze vaak wel in de grond overleven. Veel tuinliefhebbers laten de knollen dan ook in de grond zitten in plaats van ze op een vorstvrije plek onder te brengen.
Tulpen hebben verschillende bloeitijden, van vroeg (maart) tot laat (mei). Door de soorten te mengen, spreid je de bloeitijd uit. Als ze eind mei zijn uitgebloeid, nemen vaste planten en eenjarigen de bloei over.
Kwekers kunnen ook nieuwe kleuren maken door tulpen te kruisen. Sommige kweekvormen, cultivars, zijn gestreept of gevlekt van kleur. Deze effecten ontstaan door een virusinfectie van de bloembol en worden niet op een nieuwe generatie overgedragen als die uit zaad wordt grootgebracht.
Waarom moeten bollen gepeld worden? Op de bol zitten oude plantresten en babybolletjes. De babybolletjes moeten van de grote bol afgehaald worden, omdat ze te klein zijn om te verkopen. Zij worden weer in de grond gestopt om nog verder te groeien.
Wanneer bloembollen planten? Bollen worden geplant in de bollenplanttijd. Voor voorjaarsbloeiende bollen is dit september t/m half december. In de regel geldt dat hoe eerder ze geplant worden, hoe beter de bol aan zal slaan!
Bloembollen zijn levende planten, geen zaad, waardoor ze uitdrogen als je te lang wacht. Maak de bloembollen eerst koud in de koelkast voor gebruik binnen als gebroeide bollen.
Hier kunnen verschillende redenen voor zijn: de bollen zijn te lang bewaard, de bollen zijn in een te vochtige omgeving bewaard, de bollen zijn in een te warme omgeving bewaard, de bollen zijn niet op tijd geplant, de bollen zijn niet goed verzorgd etc.
Dit zijn de overblijfselen van de tulpenbol die u afgelopen herfst heeft geplant. Tijdens haar groei tot tulpenbloem heeft ze de tulpenbol helemaal leeg gezogen om zo mooi mogelijk als bloem voor de dag te komen. Als u deze oude vellen weg peutert komt er een mooie glimmende nieuwe bol tevoorschijn.
Bloembollen zijn onderverdeeld in drie soorten: enkeljarige, meerjarige en verwilderingsbollen. Enkeljarige bollen bloeien het eerste jaar op hun allermooist, en komen het volgende jaar ook nog op. Na verloop van tijd is de bloei over. Meerjarige bollen zijn bloembollen die meerdere jaren achterelkaar bloeien.
Vaak is het helemaal geen probleem om ook in december nog je laatste bloembollen te planten. Tulpen kan je zelfs nog in januari planten. Wel moet je er rekening mee houden dat ze wat later zullen bloeien.
Bloembollen-op-pot hebben behoefte aan voldoende water, dus geef ze 1 tot 2 keer per week wat water. Let erop dat je ze niet op een te warme plek in huis neerzet, want dat beperkt de bloeiduur.
4 Bloempjes
De meeste sieruien hebben een ronde bloeiwijze, bestaande uit vele miniscule bloempjes. Bij sommige, zoals Allium 'Globemaster', staan die bloempjes dicht op elkaar en vormen zo echt een kogelronde bol.
Als regel geldt dat gecultiveerde soorten, waaronder de meeste tulpen en hyacinten, na het afsterven van het loof het beste uit de tuin kunnen worden gehaald. Hang ze op een droge plek in de schuur. Begin oktober kunnen de bollen weer terug in de tuin. Plaats ze dan op een andere plek dan waar ze stonden.
Geef ze geregeld – één tot twee keer per week - een slokje water, maar ook niet meer dan dat. Bij te veel water gaat de bol rotten. Als de aarde lichtjes vochtig aanvoelt, doe je het goed. Extra voeding hebben bollen-op-pot niet nodig; alle maaltijden voor enkele weken groei en bloei zitten in de bol opgeslagen.