Houd oogcontact. Dit helpt dat de ander niet afdwaalt. Het kan helpen om 's avonds, voor het slapen gaan, de belangrijkste zaken die op dat moment door het hoofd van degene met ADHD schieten op te schrijven. Dat geeft rust en doordoor ook een betere nachtrust.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Omdat veel mensen met ADHD slaapproblemen hebben of in de avond actief zijn is het belangrijk om in de avond geen activiteiten meer te plannen en te ontspannen. Zet een paar uur voor je naar bed gaat je smartphone uit en schrijf alle gedachten van je af, neem een warm bad, lees een goed boek of beoefen yoga.
ADHD kent twee hoofdvormen: ADHD van het gecombineerde type met zowel aandachtsproblemen als onrust en impulsiviteit en ADHD van het onoplettende type, ook wel ADD genoemd. Bij deze laatste vorm is vooral sprake van aandachts- en concentratieproblemen en is de persoon vaak juist erg rustig in gedrag en spreken.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan bepaalde stoffen tijdens de zwangerschap (nicotine, alcohol), de eetgewoonte van moeder tijdens zwangerschap, vroeggeboorte of laag geboortegewicht, stress in het gezin en vroege traumatische ervaringen.
Iemand met ADHD heeft vaak meer tijd of woorden nodig om zich te uiten. Onderbreek de ander niet als het voor jou te lang duurt, maar laat diegene uitpraten. Dat je naar de ander luistert betekent niet automatisch dat je het er mee eens bent, maar op deze manier geef je wel de ruimte voor elkaars mening.
Het beste is de ADHD te accepteren als iets dat bij je hoort. Je bent niet slecht, dom of lui! Acceptatie helpt om ermee te leren leven. Medicatie voor ADHD helpt de symptomen te verminderen, coaching helpt om praktisch meer grip te krijgen op je leven, waardoor je minder last hebt van je ADHD.
Ieder kind heeft structuur nodig, maar een kind met ADHD heeft superstructuur nodig. Maak binnen het gezin of de groep afspraken met elkaar en hang die dan ergens op als het kind al kan lezen. Ook huisregels en taken moeten op die lijst terecht komen. Zo weet iedereen wat er van hem wordt verwacht.
Op het moment dat je de balans laat doorslaan naar voornamelijk dingen doen die je wél leuk vindt, ben je uit de onderprikkeling. En houd je je FOMO brein tevreden, waardoor je niet op zoek hoeft naar nog meer prikkels. Zo blijf je met een beetje geluk ook weg van de overprikkeling.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
#Overprikkeling
Heb je #ADHD dat sta je vaak 'aan', je bent alert, je hoort en ziet veel en kunt al die informatie niet altijd goed filteren op mate van belangrijkheid. Je loopt op die manier gemakkelijk vol in je hoofd, wat zorgt voor onrust, bewegingsdrang en slechter slapen.
Veel mensen met ADHD hebben last van vermoeidheid. Alles kost veel moeite en energie. Dit kan vervolgens erger worden door slaapproblemen. Bij ADHD komt dit heel vaak voor.
Maak gebruik van de sterke kanten van kinderen met ADHD. Zij kunnen zich vaak heel goed concentreren op dingen die hen boeien. Zoek uit wat dat is en stimuleer ze erin. Laat kinderen met ADHD merken dat je als volwassene vertrouwen in ze hebt.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Kan ADHD overgaan? Ja, dat kan zeker. De meeste kinderen groeien er 'overheen' en kunnen later zonder verdere behandeling normaal meedraaien in de maatschappij. Zij hebben slechts een paar jaar behandeling nodig en kunnen daarna stoppen met de medicatie.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Mensen met ADD blijven hangen in het overdenken van alles wat binnenkomt. Zij reageren niet impulsief, maar eerder wat langzaam. Ze voelen zich anders dan anderen. Mensen met ADD presteren vaak onder hun niveau terwijl ze wel dingen goed snappen en aanvoelen.
Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen.
Voor kinderen met ADHD, kan het stijgen en dalen van het bloedsuikerniveau zorgen voor uitbarstingen van hyperactiviteit, stemmingswisselingen, agressie en prikkelbaarheid. Een teveel aan suiker kan de symptomen van kinderen met ADHD verergeren en bijdragen aan meer gedragsproblemen.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de genen die de kans op ADHD doen toenemen. Voorlopig zijn dat er steeds meer, maar elk gen draagt maar voor een klein deel bij aan het risico. Als je zelf ADHD hebt is er een kans van 30% dat je broer of zus het ook heeft, en 50% dat je kind het zal hebben.