Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Rode uien zijn hier veel gevoeliger voor dan gele uitjes. Het gevolg is dat verkleumde rode plantuitjes niet uitgroeien tot mooie dikke rode uien. In plaats daarvan blijven de uien zelf klein en gaat alle energie naar de ontwikkeling van een overigens prachtige, paarse bloem.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.
De beste grondsoort voor uien
Uien groeien op alle gronden met een losse structuur. Ze hebben een hekel aan natte grond. Meng alleen goede verteerde compost door de grond, want verse stalmest of compost trekt de uienvlieg aan.
Uien groeien graag op een open plaats met veel licht. Wind zorgt ervoor dat het gewas goed opdroogt en er niet snel schimmelziektes ontstaan. Omwille van de aantrekkingskracht op de wortelvlieg wordt het gebruik van stalmest, compost en samengestelde organische meststof afgeraden.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Uien moeten schraal bemest worden, het liefst voor de winter met goed verteerde stalmest. Omdat uien een oppervlakkige beworteling ( ca. 30 cm) hebben is het van belang dat er niet te diep bemest wordt.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Kies een zonnig plekje in de tuin. Winter uien zijn winterhard genoeg om in moeilijke weersomstandigheden te overleven, maar ze houden er toch van om in de zon te staan.
Als je een zaadje van een ui in de grond stopt, kan er een klein uienplantje uit groeien. Na een tijd wordt deze uienplant onderaan dikker. Die verdikking wordt straks een nieuwe ui. De buitenste blaadjes van de bol worden al bruin.
Je kunt uien oogsten zodra de loof slap hangt. Deze valt namelijk om en zal uiteindelijk verdrogen. Laat de loof ongeveer 3 weken liggen, en trek ze er vervolgens uit.
Het goede nieuws is: ja, je hoeft uien met uitlopers niet direct weg te gooien. Echter hebben de uitlopers een bittere smaak, vooral wanneer je ze rauw verwerkt in een gerecht. Om dit te voorkomen kun je de uitlopers gemakkelijk verwijderen door de ui doormidden te snijden en de uitloper los te halen met je vingers.
Verwarm de oven voor op 200 graden en leg een vel bakpapier op de bakplaat. Plaats de flinke berg met dungesneden uienringen op de plaat en besprenkel met een goede scheut olijfolie en wat water. Het water zorgt ervoor dat de uien licht gestoomd worden en zacht worden.
Maak rauwe uien minder scherp
Maar als je even door de rode ui heen bent of deze bent vergeten te halen kun je ook prima witte ui toevoegen aan je salade. Je kunt namelijk de scherpe randjes van een witte ui er vanaf halen door de gesneden ui tien minuutjes in een badje met ijswater te leggen.
Om de ui te snipperen snijden we eerst de halve ui in met horizontale snedes. Hoe fijner je de ui snippers wilt maken, hoe dichter je de snedes bij elkaar snijdt. Vervolgens maken we ook verticale snedes en je ziet hoe mooie ui snippers ontstaan.
In april kan je de winter prei gewoon buiten zaaien. Zaai ongeveer een halve tot één centimeter diep, en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Na drie maanden kan je de zaailingen uitdunnen op ongeveer 15 centimeter. Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats.
Als je uien zover gegroeid zijn dat ze wat los boven de grond komen te zitten, kun je ze helemaal los halen en boven op de grond laten drogen. Na een poosje (ongeveer een week) zijn ze genoeg gedroogd. Natuurlijk kun je ze dan opeten, maar je eet ze vast niet allemaal tegelijk op.
Het oogsten van de uien is een kwestie van de bollen uit de grond trekken zodat de worteltjes loskomen van de bodem. De uien inclusief het loof kunnen vervolgens op de grond blijven liggen totdat het loof helemaal is uitgedroogd. Uitgedroogd loof zorgt ervoor dat de uien beter houdbaar zijn.
Plantuien kunnen vroeg de grond in omdat ze vorst kunnen verdragen. Bevroren uitjes moeten echter niet beroerd worden, om beschadiging te voorkomen.
Deel de uienstengels voorzichtig en zet ze in een vaasje met een klein laagje water om de wortels een beetje te laten groeien. Bijvoorbeeld in de vensterbank. Als de wortels een halve centimeter tot een centimeter lang zijn dan kan je de uien planten in de aarde.
De oogst vindt afhankelijk van het ras plaats in augustus of september. De laat geoogste uien worden meestal bewaard. De buitenste rok droogt in tot een droge, strogele huid, die de bol tijdens de bewaring beschermt.
Haal direct het bloempje in de knop eruit; je kunt de ui dan gewoon laten staan en laten groeien, als de plant haar energie niet meer kan stoppen in de bloei en vorming van zaden zal ze die weer gebruiken voor de groei van de bol. Overigens kun je ook die uien die beginnen door te schieten ook gewoon oogsten.
“Voor een vroeg uiengewas zijn meer planten per vierkante meter nodig. 80 planten per m2 is normaal, maar voor een vroeg ras en vroege aflandlevering is 100 planten per m2 beter. Bij een hogere plantdichtheid zullen de uien eerder gaan strijken en dus beter afrijpen, met als neveneffect dunnere nekken.