Vaak is er niet één specifieke oorzaak voor paniekaanvallen, maar kan het een combinatie van factoren zijn, zoals aanleg, gebeurtenissen, stress en vermoeidheid of middelengebruik. Gelukkig zijn er wel verschillende tips en oefeningen die kunnen helpen om paniekaanvallen te verminderen of zelfs te voorkomen.
Wat zijn de symptomen ná een paniekaanval? Na een paniekaanval voelen mensen zich moe en uitgeput, zoals na een zware training. Het is dan ook verstandig om daarna goed uit te rusten.
Angstaanvallen zijn vergelijkbaar, maar de angstgevoelens ontstaan geleidelijk en zijn minder intens dan bij een paniekaanval. Mensen die regelmatig paniekaanvallen of angstaanvallen ervaren, kunnen hierdoor beperkt worden in hun dagelijks leven en hebben mogelijk professionele hulp nodig om hiermee om te gaan.
Adem rustig: in 3 seconden in en langzaam in 6 seconden uit. Of ga even iets doen waardoor je minder let op je hart en ademhaling. Bijvoorbeeld: Loop even naar buiten. Of praat even met iemand.
Als je een paniekaanval hebt, kun je het gevoel krijgen gek te worden, de controle te verliezen of dood te gaan. Ook kun je het gevoel krijgen los van jezelf te staan.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld.
Zeker wanneer je last hebt van stress of paniekgevoelens is het beter om de volgende producten te laten staan; frisdrank, sap, koek en andere zoetigheden met veel geraffineerd suiker. Het voedt schadelijke bacteriën waardoor de communicatie tussen darmen en hersenen verstoord raakt.
De frequentie van paniekaanvallen kan sterk variëren. Sommige mensen hebben wekelijkse of zelfs dagelijkse aanvallen gedurende een langere periode.Andere mensen kunnen een paar aanvallen per dag hebben en vervolgens weken of maanden geen enkele paniekaanval.
In het kort. Door gesprekken, informatie en een online cursus kunt u de angst verminderen. Dagelijks genoeg bewegen, genoeg slapen en regelmatig leven zijn belangrijk. Als de klachten niet minder worden, kunt u kiezen voor cognitieve gedragstherapie.
Een hoge inname van vitamine B6 zou daarom zeker voor minder angstgevoelens kunnen zorgen. Het helpt het lichaam om remmende neuronen aan te maken, die voor rust in het hoofd zorgen. Vooralsnog is een inname van 100 mg per dag het meest effectief; aanmerkelijk meer dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Behalve medicijnen en therapie, helpt het ook om je manier van leven te veranderen. Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger.
Een paniekaanval gaat vanzelf over en is niet gevaarlijk. Toch voelt het vaak erg heftig. Het kan helpen om te weten dat de piek van een paniekaanval meestal binnen 10 minuten is en daarna langzaam verdwijnt.
Een ander onderzoek liet studenten 2 weken lang 3 keer per week 20 minuten hardlopen op een matig intensieve intensiteit. Daarbij bleken zowel mannen als vrouwen gemiddeld bijna driekwart minder paniek- en angstklachten te krijgen.
Veel mensen beginnen ook te hyperventileren tijdens een paniekaanval. Met 'onverwachte momenten' wordt bedoeld dat er geen duidelijke aanleiding voor is. De aanval treedt op 'uit het niets'.
Paniekaanval is niet hetzelfde als hyperventilatie
Als u snel en veel ademhaalt, heeft u hyperventilatie. Als u erg bang bent kunt u gaan hyperventileren. Dit komt dus ook voor bij een paniekaanval. Hyperventilatie is dus een bijkomend verschijnsel van een paniekaanval, en niet de oorzaak.
Benzodiazepinen werken rustgevend, spierontspannend en verminderen angstgevoelens. Hierdoor vermindert een paniekaanval. Voorbeelden zijn alprazolam, clonazepam, diazepam en lorazepam. Venlafaxine regelt in de hersenen hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties.
Het betekent niet dat u een hartaanval krijgt of dat u gek wordt. Flauwvallen is praktisch onmogelijk omdat daarvoor een bloeddrukverlaging vereist is en niet een bloeddrukstijging, zoals een paniekaanval.
Chronische hyperventilatie is minder herkenbaar. Bij chronische (vaak verborgen) hyperventilatie is de ademhaling voortdurend te diep. Omdat men voortdurend te veel ademt, neemt de voorraad koolzuurgas in het lichaam sterk af.