Het mobiliteitsbudget kun je als werkgever op verschillende manieren aanbieden. Bijvoorbeeld op basis van een vaste uitkering, aangevuld met een variabel budget op basis van afgelegde kilometers. Het budget moet hoog genoeg zijn om de reële mobiliteitskosten van de medewerker te dekken.
Een mobiliteitsbudget heeft geen bepaalde hoogte.Die hoogte bepaalt de werkgever. Hoe? Door goed te kijken naar de vervoerskosten die de medewerker al heeft.
Er zijn twee manieren waarop een kind met een leerstoornis of ASS in aanmerking kan komen voor een hogere mobiliteitsgraad. Dit is als ze worden geclassificeerd als: Een "ernstige mentale beperking en gedragsproblemen" hebbend.Of "vrijwel niet in staat zijnd om te lopen" .
Het mobiliteitsbudget is gelijk aan de jaarlijkse bruto kosten voor de werkgever van de bedrijfswagen die de werknemer opgeeft of waar de werknemer recht op had. Het te berekenen bedrag is dus de 'total cost of ownership' (TCO) van de bedrijfswagen waarover de werknemer beschikte of waarvoor hij in aanmerking kwam.
Nederlandse bedrijven zijn gemiddeld zo'n € 2.000 per medewerker per jaar kwijt aan reiskosten. Een auto van de zaak kost zelfs al snel meer dan € 10.000 per jaar.
Berekening van het mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget is gelijk aan de totale kostprijs van de bedrijfswagen (total cost of ownership - TCO) voor de werkgever of de kost die hij zou hebben omdat de werknemer aanspraak kan maken op die bedrijfswagen.
Een mogelijke situatie: iemand ontvangt maandelijks €1000 en rijdt per maand 1500 zakelijke kilometers. Er wordt van tevoren dus 1500 keer €0,21 = €315 van het bruto mobiliteitsbudget gehaald. Het te ontvangen bedrag is €1000 - €315 = €685. Alleen over dit bedrag moet loonbelasting worden betaald.
Het maximale vrijgestelde bedrag van de mobiliteitsvergoeding is met ingang van 1 juli 2024 verhoogd naar 0,1929 euro per kilometer afstand tussen woonplaats en de werkplaats. Dit nieuwe maximum was al bevestigd door de RSZ.
Wanneer uw bedrijf het mobiliteitsbudget netto uitkeert, dan rekent de belastingdienst een onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer. Dit bedrag trekt u vervolgens van het mobiliteitsbudget af. Het resterende budget keert het bedrijf bruto uit. Vervolgens betaalt de werknemer hier loonbelasting over.
Mobiliteitsvergoeding met aanvullende reiskostenvergoeding
Een mobiliteitsvergoeding houdt in dat de werknemer in plaats van de auto van de zaak kiest voor het bedrag dat de werkgever daarvoor in de plaats stelt, met daarnaast eventueel een reiskostenvergoeding.
in aanmerking komen voor het hoogste tarief van het DLA-zorgcomponent, ernstig geestelijk beperkt zijn en extreem storend en gevaarlijk gedrag vertonen; een ernstige visuele beperking hebben; zowel blind als doof zijn en de hulp van een ander persoon nodig hebben om naar buiten te lopen; of.
Een mobiliteitsbudget kan aardig wat fiscaal voordeel opleveren. In principe is het zo dat werknemers die een budget krijgen om hun mobiliteit te bekostigen hier loonbelasting over betalen. Administratief is dit voor de werkgever vaak de makkelijkste oplossing.
Het mobiliteitsbudget moet tussen € 3.055 en € 16.293 per jaar bedragen, ook als de jaarlijkse brutokosten van de wagen komen op minder dan € 3.055 of meer dan € 16.293. Het mobiliteitsbudget mag niet meer dan 1/5de van de totale brutobezoldiging uitmaken (onverminderd het minimum van € 3.055).
Belastingvrije vergoeding eigen vervoer
Reist u met eigen vervoer naar uw werk? Dan kan uw werkgever u sinds 1 januari 2024 maximaal € 0,23 per kilometer vergoeden, zonder dat u hierover belasting betaalt.
Uitgaven aan duurzame vervoersmodi zijn volledig vrijgesteld aan belastingen en sociale zekerheidsbijdragen voor zowel de werknemer als de werkgever. Voor de werkgever zijn deze uitgaven dus volledig aftrekbare beroepskosten.
Omdat je een vaste reiskostenvergoeding ook mag doorbetalen over dagen dat een werknemer niet is komen werken door vakantie, feestdagen, onbetaald verlof of kortdurende ziekte, gaat de belastingdienst uit van 214 dagen dat een werknemer gemiddeld in een jaar komt werken.
Stel, je budget is ook € 1.000 per maand en je rijdt maandelijks 2.500 kilometer. Dit komt neer op een onbelaste vergoeding van € 575(2.500 km x € 0,23). Dit bedrag trek je af van je totale budget, waardoor je een netto mobiliteitsbudget van € 425 overhoudt. Over dit bedrag betaal je dan loonbelasting.
De medewerker heeft maandelijks 500 kilometer woon-werk verkeer wat onder de reiskostenregeling kan vallen. Met de huidige hoogte (2023) hiervan betekent dit 500 x €0,21 = €105. Dit bedrag houd je in op het mobiliteitsbudget.
Wel is er een maximale reiskostenvergoeding vastgesteld die je belastingvrij mag betalen aan je werknemers die met eigen vervoer komen. Dat is in 2025 € 0,23 per kilometer. Voor reizen met het openbaar vervoer geldt de maximale onbelaste vergoeding per kilometer niet.
Het mobiliteitsbudget is in principe inkomen waarover je inkomstenbelasting moet betalen, met uitzondering van het gedeelte dat je besteedt aan reizen voor je werk of je woon-werkverkeer. Als je een auto zowel privé als zakelijk gebruikt, moet je dus nog steeds een rittenadministratie bijhouden.
Het mobiliteitsbudget is zo'n mogelijk voordeel. Het is een bedrag dat jouw werkgever je kan toekennen als alternatief voor een traditionele bedrijfswagen. Het budget dat je ontvangt, mag je vervolgens zelf verdelen over een aantal duurzame, meer milieuvriendelijke vervoersalternatieven.
Het mobiliteitsbudget is gelijk aan de reële jaarlijkse kostprijs voor de werkgever van de bedrijfswagen die de werknemer opgeeft of waar de werknemer recht op had.
Het budget moet minimaal 3000 euro bedragen, tot maximaal een vijfde van het jaarloon van de werknemer. Dat is geplafonneerd op 16.000 euro per kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2024 worden de bedragen jaarlijks geïndexeerd. In 2024 zijn de grenzen 3055 euro en 16.293 euro.
Dit bedrag wordt door de Belastingdienst niet als loon gezien . U houdt er dus geen loonheffingen over in. U mag ook een hoger bedrag per kilometer vergoeden. Maar de Belastingdienst beschouwt alles boven de € 0,23 als loon, dus moet u er belasting over betalen.