Over het algemeen daalt de temperatuur naarmate de hoogte toeneemt. Bij droge lucht is de afname ongeveer 1 graad per 100 meter, bij vochtige lucht is dat ongeveer 0,6 graden. Na of aan het eind van een heldere nacht met weinig wind kan de temperatuur tot een bepaalde hoogte ook toenemen met de hoogte.
Misschien heb je wel eens gemerkt dat het bovenop een berg kouder is dan beneden onderaan de berg. Dit komt doordat hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Het wordt gemiddeld 6 graden kouder, naarmate je 1000 meter de hoogte in gaat.
Uitzettende lucht koelt af, de temperatuur daalt hierdoor met gemiddeld 6,5°C per kilometer stijging. De genoemde temperatuur van -18 °C komt overeen met de gemiddelde temperatuur op ongeveer 5 km hoogte, de gemiddelde hoogte vanwaar de warmtestraling ontsnapt.
In de regel kun je uitgaan van een daling van de temperatuur van 1 graad per 100 meter bij helder weer. Met 1000 meter stijgen zit je dus al aan een temperatuur van 10 graden minder. Is het bewolkt, oftewel de luchtvochtigheid is hoog, dan daalt de temparatuur iets minder snel.
Het nulgradenniveau kan dan op ongeveer 13.000 voet komen te liggen (ruim 4 km hoogte). In de winter ligt de temperatuur op grote hoogte rond de -60 graden. In de tropen is de troposfeer dikker en neemt de temperatuur tot grotere hoogte af.
Over het algemeen daalt de temperatuur naarmate de hoogte toeneemt. Bij droge lucht is de afname ongeveer 1 graad per 100 meter, bij vochtige lucht is dat ongeveer 0,6 graden. Na of aan het eind van een heldere nacht met weinig wind kan de temperatuur tot een bepaalde hoogte ook toenemen met de hoogte.
De temperaturen bereiken een maximum temperatuur van 8 tot 18 graden, op 2000 meter hoogte ligt de temperatuur rond de 0 graden.
Wanneer je je op 10 km hoogte bevindt, is die afstand 10.000 keer groter. Daar, bovenin de troposfeer, is de temperatuur circa -50°C. Het afstandsverschil van 10 km dat totaal onbelangrijk is voor de afstand tot de Zon, is dus zeer significant voor de afstand tot het aardoppervlak.
Temperatuuropbouw van de atmosfeer
De luchtdruk daalt echter met de hoogte, waardoor de opstijgende lucht verder uitzet. Uitzettende lucht koelt af, de temperatuur daalt hierdoor met gemiddeld 6,5ºC per kilometer stijging. Dit geldt tot ongeveer 13 kilometer hoogte, in het gebied waar het weer zich afspeelt.
De afname van de temperatuur met de hoogte is afhankelijk van de luchtvochtigheid. Droge lucht koelt het meest af met de hoogte, namelijk 1 graad per 100 meter. Als de stijgende lucht vochtig is en de waterdamp in de lucht condenseert komt er warmte vrij.
Met iedere duizend hoogtemeters daalt de temperatuur 6 tot soms 10 graden. Als het op 3000 meter -15 graden is kan een lagergelegen skigebied letterlijk een jas schelen. Dat geldt zeker als je de wind meerekent. Op hoogte waait het vaak harder, en als het vriest voelt het in de wind nog veel kouder aan.
Op 2000 meter hoogte ligt de temperatuur rond -10 °C en op 3000 meter rond -20 °C. Aan de zuid- en westkant van de Alpen is meer ruimte voor de zon. Daar waar het nog wel bewolkt is, komt de zon regelmatig door het wolkendek heen.
Lucht is kouder in de hogere luchtlagen
Op hoogte wordt de afstand tussen de luchtmoleculen groter, waardoor de temperatuur daalt. Dus hoe hoger de lucht, des te meer hij uitzet en afkoelt. Omgekeerd wordt de lucht dichter en warmer naarmate hij dichter bij de aardbodem komt.
Boven de 5000 meter komen grote massa's sneeuw en ijs voor. De temperatuur ligt hier meestal onder de 0°C. Een vrij vochtig en half warm klimaat komt voor in het hoge regenwoud die op een hoogte van 400-1000 meter op het Andes gebergte voorkomt.
In Nederland heerst op ca. 2000 m diepte een temperatuur van 60-80 graden C; bij diepten vanaf 5500 m kan in Nederland een temperatuur heersen vanaf ca. 175 graden C.
De temperatuur in de bodem en dieper in de aarde neemt gestaag toe. Op 1-2m diepte varieert de temperatuur nog met de seizoenen maar dieper dan 15m is de temperatuur al zo'n 10-12 C constant. Het zit letterlijk onder onze huizen, maar we gebruiken die warmte nog maar heel weinig.
Hoe hoog vliegt een vliegtuig? Met de Boeing 737 vliegen we meestal tussen de 11 en 12 kilometer hoogte. Dit doen we omdat de motoren efficiënter werken in een koude omgeving. En koud is het op deze hoogte zeker, namelijk rond de -56 graden Celsius.
Je krijgt extra snel last van Hypoxia als je een lange tijd in een warme ruimte verblijft. Om flauwvallen en andere klachten te voorkomen, wordt daarom de temperatuur in vliegtuigen een paar graden kouder dan gemiddeld gehouden.
In Nederland winnen de meeste aardwarmteprojecten op 2 tot 3 km diepte. De temperatuur van het warme water is dan 70 – 90 °C. Aardwarmte kan worden gebruikt voor het verwarmen van huizen, gebouwen, kassen en (lichte) industrie. We spreken op deze diepte van conventionele aardwarmte.
Het zuurstofgehalte in het ecosysteem aarde wordt op peil gehouden door de landplanten en in de oceanen door de algen. Landplanten en algen hebben in de zuurstofproductie een ongeveer even groot aandeel.
Aardwarmte is de warmte die de aardkorst bevat. Het wordt ook wel geothermie genoemd. In de bovenste meters van de aardkorst heeft de temperatuur van de buitenlucht nog een sterke invloed op de temperatuur van de aarde. Op zo'n tien meter diepte heerst een constante temperatuur van 10° Celsius.
De onderzoekers zeggen dat de atmosfeer nog zeker een miljard jaar een hoog zuurstofgehalte zal hebben, waarna het fors zal dalen tot het niveau van de zuurstofcrisis zo'n 2,4 miljard jaar geleden. 'We hebben laten zien dat de zuurstofrijke atmosfeer van de aarde geen permanent kenmerk is', zegt Ozaki.
Aardwarmte (dieper dan 500 meter)
Dit water is, afhankelijk van de diepte, tussen de 40-120°C. Er worden twee putten geboord: één pompt warm water omhoog en één pompt het afgekoelde water weer terug in de grond. Door de diepte van de putten zijn er meer risico's dan bij ondiepe bodemenergie.
De 'ongestoorde' bodemtemperatuur (tussen de 2 en 200 meter diepte) ligt in Nederland ongeveer tussen de 8 °C en 14 °C (met ongestoord bedoelen we, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van bodemenergie). Vaak zien we dat de temperatuur in stedelijke gebieden iets hoger ligt dan op het platteland.
Zowel in de cockpit als in de cabine heeft de. temperatuur een bereik tussen de 18 en 29 graden.