In box 3 wordt gekeken naar je inkomen uit sparen en beleggen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je over je vermogen extra inkomsten ontvangt. Bijvoorbeeld de rente op je spaargeld of rendement uit beleggingen. Over die extra inkomsten betaal je mogelijk belasting in box 3.
Heffingvrij vermogen in box 3
Dit noemen we het heffingsvrije vermogen. In 2022 is dit een bedrag van € 50.650 (in 2021 € 50.000, in 2020 € 30.846 / in 2019: € 30.360). Deze vrijstelling houdt in dat u pas belasting gaat betalen als uw vermogen in box 3 boven dit bedrag uitkomt.
Bij de forfaitaire spaarvariant wordt rekening gehouden met de werkelijke samenstelling van je spaargeld, je schulden en je overige bezittingen in box 3 op de peildatum van 1 januari. Dit vormt de grondslag van de heffing. Er geldt een heffingsvrij vermogen van € 57.000 (2023, voor fiscaal partners € 114.000).
Dit zijn de vermogensbestanddelen die u zelf aangaf in uw aangifte. Daarbij gebruiken we fictieve rendementen die dichtbij de werkelijke rendementspercentages voor sparen of beleggen liggen. Voor spaargeld is dat bijvoorbeeld veel lager dan voor beleggingen.
In 2023 zijn de banktegoeden vastgesteld op 0,36% en de schulden op 2,57%. In de jaren 2023 tot en met 2025 wordt in ieder geval box 3 geheven op basis van deze methode. Wellicht blijft deze methode ook in 2026 van kracht.
Die rente beschouwt de Belastingdienst als inkomen. Daarom moet je vanaf een bepaald bedrag belasting betalen over je spaargeld. In 2023 mag je 57.000 euro belastingvrij sparen.Heb je een fiscaal partner, dan mag je zelfs tot 114.000 euro belastingvrij sparen.
Voor hen blijft de ongunstige box 3-heffing op spaartegoeden volledig in stand. Sterker nog: zij worden vanaf 2021 nog zwaarder belast. Deze heffing kan echter eenvoudig worden voorkomen door het vermogen onder te brengen in een open fonds voor gemene rekening (OFGR) dat onderworpen is aan de vennootschapsbelasting.
Ook de eigen woning valt in deze box. De hypotheekrente die u heeft betaald, trekt u af van uw inkomen. Het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde van uw woning, wordt erbij opgeteld. In box 3 belast de overheid vermogen.
Bezittingen die u al hebt aangegeven in box 1 of box 2, geeft u niet meer aan in box 3.
Tot €57.000 geen belasting
In 2022 was dit nog € 50.650. Voor partners geldt een dubbele vrijstelling: €114.000 in 2023. Boven deze bedragen ga je belasting over je vermogen betalen.
Wat is de belastingvrije voet voor spaargeld? Of met andere woorden, hoeveel geld kun je belastingvrij sparen? In fiscaal jaar 2022 is dit bedrag € 50.650 of € 101.300 voor fiscale partners. Voor 2023 gaat dit bedrag omhoog naar ongeveer € 57.000, of ongeveer € 114.000 voor fiscale partners.
Als je op 1 januari 2022 niet meer dan €50.650,- aan spaargeld of beleggingen hebt, betaal je geen vermogensrendementsheffing. Voor fiscale partners ligt de belastingvrije grens bij €101.300,-. Het spaargeld en beleggingen die je belastingvrij mag hebben is groter dan voorgaande jaren.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
Is 50.000 euro spaargeld veel? Ja.In vergelijking met alle verschillende soorten huishoudens, ligt €50.000 aan spaargeld aan de bovengrens.
Veelgestelde vragen. Wat is het heffingsvrije vermogen in 2024? Het heffingsvrij vermogen voor 2024 waarover geen vermogensbelasting betaald hoeft te worden is waarschijnlijk ongeveer €57.000 per persoon. Bij fiscale partners is dan het totale heffingsvrije vermogen €114.000.
Het belastingtarief in box 3 is 31% in 2022 en 32% in 2023. Dit percentage wordt jaarlijks met 1% verhoogd naar 34% in 2025. Daartegenover staat dat het heffingsvrije vermogen (het vermogen waarover je geen belasting betaalt) ook is gestegen: van € 50.650 per persoon in 2022 naar € 57.000 per persoon in 2023.
U geeft onder andere de volgende schulden aan in box 3: schulden voor consumptiedoeleinden, zoals een auto of een vakantie. negatief saldo op een bankrekening. schulden voor de financiering van aandelen (behalve aandelen die horen bij een aanmerkelijk belang), obligaties of rechten op periodieke uitkeringen.
Elke box heeft een eigen belastingtarief. In box 3 wordt het voordeel uit sparen en beleggen belast. Al je bezittingen zoals spaartegoeden, beleggingen en onroerend goed (dat niet je hoofdwoning is) en schulden zoals consumptieve leningen en een hypotheek op een tweede woning vallen in box 3.
Vooralsnog zal je afgeloste huis niet tot je vermogen gerekend worden. Over vermogen betaal je in Nederland vanaf een bepaald bedrag belasting.
Hypotheek en huis in box 3
De waarde van de woning min de openstaande hypotheek wordt dan onderdeel van het vermogen. In box 3 wordt het vermogen belast volgens standaard percentages – de werkelijke hypotheekrente die je betaalt is dan niet meer relevant.
Een bestaande eigenwoningschuld in box 1, kan niet 'zomaar' naar box 3 verhuizen. De eigenwoningschuld in box 1 kan alleen verdwijnen als deze eerst uit eigen middelen is afgelost en je op een later moment een nieuwe schuld opneemt. Dan zit deze nieuwe schuld wel in box 3.
Je hoeft gelukkig niet over al je spaargeld belasting te betalen, want er geldt een belastingvrije voet. Vanaf 2021 bedraagt die belastingvrije voet € 50.000,- zonder fiscale partner en € 100.000 mét fiscale partner.
Vermogensbelasting 2021. Per 1 januari 2021 geldt er een heffingsvrij vermogen van €50.000. Wanneer uw vermogen op 1 januari 2021 lager is dan dit bedrag betaalt u geen vermogensrendementsheffing.