De behandeling bestaat uit medicijnen met synthetisch schildklierhormoon, levothyroxine. Als de schildklier nog gedeeltelijk werkt, vullen de medicijnen het tekort aan. Wanneer de schildklier niet meer werkt, vervangen de tabletten de functie van de hele schildklier.
Wat kunt u zelf doen als uw schildklier te langzaam werkt? U kunt hier zelf weinig aan doen. U zult medicijnen moeten innemen waardoor u weer genoeg schildklierhormoon krijgt. Zorg ook dat u gezond eet.
Krijg genoeg vitamine A en D
Vetoplosbare vitamines A en D zijn ook cruciaal voor een optimale schildklier- en hersenfunctie. Vitamine D is nodig om schildklierhormoon in uw cellen te transporteren en een tekort komt vrij vaak voor bij mensen met schildklierproblemen.
Snelle suikers kan je beter niet meer eten bij een trage schildklier. Ze zitten verstopt in onder andere snoep, koekjes, frisdrank, alcohol, witte rijst, wit brood maar ook honing, vruchtensap en gedroogd fruit. Deze voedingsmiddelen verhogen de kans op insulineresistentie.
Er bestaat geen medicijn dat de schildklier kan genezen. Het maakt niet uit of het tekort ontstaan is door de ziekte van Hashimoto, door een schildklieroperatie of door behandeling met radioactief jodium, de behandeling is hetzelfde. Je moet je hele leven schildklierhormoon gebruiken.
Na enkele maanden moet de behandeling met schildklierhormoon worden gestopt. Ongeveer zes weken later moet bloed worden afgenomen om te kijken of de schildklierfunctie volledig is hersteld. De meeste patiënten genezen binnen drie tot zes weken, soms duurt het enkele maanden, slechts zelden langer.
Om je schildklier gezond en in balans te houden, is het belangrijk dat je voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Met name vitamine A, B6, B12, C, D, eiwitten, CoQ10, zink, ijzer en magnesium zijn belangrijk.
Voor mensen met een 'trage schildklier' is het van belang dat de stofwisseling gestimuleerd wordt en dat gebeurt met name bij krachttraining. Mensen die eerder een 'snelle schildklier' hadden, zijn juist gebaat bij duurtraining zoals hardlopen, zwemmen en fietsen.
U kunt hier zelf weinig aan doen. U zult medicijnen moeten innemen waardoor u weer genoeg schildklierhormoon krijgt. Zorg ook dat u gezond eet. Regelmatig bewegen kan ook helpen om u fitter te voelen.
Net als gezonde mensen kunnen hypothyreoïdie patiënten gewoon een dieet volgen om af te vallen. Serlie: “Dit kan gewoon zelfstandig en hoeft niet onder begeleiding van een diëtist. Voor hen gelden dezelfde voeding- en bewegingsadviezen als voor mensen zonder schildklieraandoening.”
Vitamine D tegen schildklier-antistoffen
analyseerden daarom vorig jaar zes studies met in totaal 344 patiënten met een schildklierauto-immuunziekte 4). De resultaten laten zien dat suppletie met vitamine D zorgde voor significant lagere anti-TPO en anti-Tg titers (markers voor schildklierauto-immuunziekten).
Eet niet meer dan 1-2 keer per week vis – Je lichaam kan maar een beetje van de metalen verwerken die veel vis bevatten. Eet te veel vis? Dan kunnen deze metalen zich ophopen in je lichaam en je schildklier in de weg zitten.
Eiwitten en gezonde vetten activeren de stofwisseling. Maar ook een dieet met te veel eiwitten zorgt weer voor verstoring van de schildklier. Het gaat gewoon om de balans: eet in elke maaltijd iets van langzame koolhydraten, gezonde vetten en eiwitten.
Magnesium is een belangrijke co-factor in de omzetting van T4 naar T3. Daarnaast speelt magnesium een rol in de energiehuishouding, die weer van invloed is op het functioneren van de schildklier. Er zijn vele vormen van magnesium, maar magnesiumtauraat wordt het beste opgenomen door het lichaam.
Ook stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte schildklierhormoon (T3) kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte schildklierhormoon (rT3) wordt aangemaakt.
Oorzaken hypothyreoïdie
De meest voorkomende is de ziekte van Hashimoto. Deze auto-immuunziekte is niet te genezen. Soms is hypothyreoïdie aangeboren (CHT). Lees meer over de verschillende oorzaken van een te traag werkende schildklier.
Te weinig schildklierhormoon leidt ook tot hartfunctiestoornissen, omdat de energievoorziening van het hart onvoldoende is, maar bovendien wordt het weefsel van het hart en bloedvaten stijver, waardoor de hartfunctie minder wordt en de bloeddruk kan oplopen.
- vertraagde hartslag, - huidveranderingen: droge, ruwe, koude of bleke huid, ruwer haar en haaruitval, - spierzwakte, pijn en spierstijfheid, - verstoorde menstruatiecyclus, onvruchtbaarheid, teveel aan prolactinehormoon.
Bij navraag blijkt dat 80% van de patiënten een (al dan niet ver) familielid heeft met schildklierziekte (of andere auto-immuunziekten). Daarnaast dragen omgevingsfactoren (bv. roken, een virusinfectie, stress, hormonale verandering bij zwangerschap) bij aan het ontwikkelen van de ziekte.
Veel schildklierpatiënten kampen met psychische klachten: stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, depressies of neerslachtige gedachtes.
In dat dieet zijn zuivel, gluten, soja, bietsuiker, bewerkte voeding, bloemkool en spruitjes allemaal verboden, naast een hele reeks andere voedingsmiddelen.
Veelvoorkomende schildklierklachten
Bij een traag werkende schildklier kunnen klachten als vermoeidheid, kouwelijkheid, gewichtstoename en somberheid optreden. Klachten aan de schildklier kunnen zich ook uiten als zwellingen of bobbels in de hals. Vaak treedt hierbij ook heesheid of benauwdheid op.
Bij TSH-waarden van 5-15 mE/l kan er in enkele gevallen centrale hypothyreoïdie bestaan of het 'sick euthyroid syndrome'.
De T3-receptor heeft zink nodig om zijn actieve vorm te kunnen aannemen. Zink is dus noodzakelijk voor de synthese van schildklierhormonen. Echter, er bestaat ook een omgekeerd verband: schildklierhormonen zijn essentieel voor de absorptie van zink, en daarom kan hypothyreoïdie leiden tot een zinkdeficiëntie.
Een langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte. Het veroorzaakt een hoger totaal cholesterol en een hoger LDL-cholesterol. Soms veroorzaakt het ook een hoger triglyceridengehalte. Dit komt doordat er minder LDL-cholesterol in de lever wordt afgebroken.