Een gedeelte van de (hypotheek)schuld blijft na verkoop van de woning bestaan en die moet je op een andere manier aan de geldverstrekker terugbetalen. Er wordt ook wel gesproken over dat je huis 'onder water' staat. Dit hoeft geen probleem te zijn, maar je moet er wel rekening mee houden.
Als je de restschuld niet zelf kunt afbetalen, kan de bank deze (deels) meefinancieren in een nieuwe hypotheek. Maar alleen als je genoeg verdient om de extra kosten voor rente en aflossing van de restschuld te kunnen betalen.
Het is mogelijk de restschuld af te lossen met de tot de hypotheek behorende kapitaalverzekering of bankspaarrekening. Bespreek de mogelijkheden met jouw geldverstrekker of hypotheekadviseur. Het geld moet tijdig vrijgemaakt worden om bij verkoop van de woning de restschuld te kunnen aflossen.
En is de verkoopprijs lager dan uw eigenwoningschuld en de verkoopkosten? Dan hebt u een restschuld. U mag voor die restschuld nog maximaal 15 jaar na de verkoopdatum de betaalde rente en financieringskosten aftrekken. U bent niet verplicht de restschuld af te lossen.
De restschuld is de schuld die overblijft als de hypotheek of lening die u hebt gebruikt voor uw woning, hoger is dan de prijs waarvoor u uw woning hebt verkocht. Van de verkoopprijs mag u de verkoopkosten nog afhalen. De makelaarskosten bijvoorbeeld en kosten voor het energielabel.
De restschuld is geen eigenwoningschuld, maar wordt fiscaal wel hetzelfde behandeld.
Na 30 jaar gaat de hypotheek van box 1 naar box 3. De hypotheek wordt dan strenger getoetst op basis van het inkomen. Loopt de hypotheek af na uw 56ste dan bepaalt het pensioeninkomen mede wat u kunt lenen. Banken houden 10 jaar voor de pensioendatum al rekening met een (lager) inkomen na het pensioen.
Een aflossingsvrije hypotheek is een hypotheekvorm waarbij je tot de einddatum alleen rente betaalt. Omdat je niet aflost, moet je de lening op de einddatum in één keer aflossen. Je hypotheekschuld blijft gedurende de hele looptijd hetzelfde, tenzij je ervoor kiest om onderweg aflossingen te doen.
Bepaal of jouw rente verlaagd kan worden
Als de marktwaarde van je woning is gestegen of als je hebt afgelost, daalt je schuld-marktwaardeverhouding. Hierdoor kan jouw rente mogelijk verlaagd worden.
Als uw ex de hypotheek niet kan overnemen omdat er niet genoeg inkomen is, en u ook niet, moet de woning verkocht worden. Is er bij één van u beiden wel genoeg inkomen, dan kan de hypotheek op één naam gezet worden. Zodra de bank dat geregeld heeft kan de ander niet meer aangesproken worden voor de betalingen.
Meer dan 100.000 woningbezitters konden hun hypotheek het afgelopen halfjaar niet meer betalen. Het aantal mensen met betalingsproblemen groeide met 8769 tot 100.581. Dat blijkt uit de donderdag gepubliceerde halfjaarlijkse Hypotheekbarometer van het Bureau Krediet Registratie (BKR).
Een aflossingsvrije hypotheek hoef je niet af te lossen
Na dertig jaar moet je de hypotheekschuld aflossen. Dat doe je bijvoorbeeld met spaargeld, door een nieuwe hypotheek af te sluiten of door te verhuizen en met de opbrengst je aflossingsvrije hypotheek af te lossen.
Goed nieuws: als je een woning met overwaarde verkoopt, dan hoef je over die overwaarde geen belasting te betalen.
Dan heb je verschillende opties om je lening af te lossen:
Los de hypotheek volledig af met eigen geld. Verkoop de woning en los de hypotheek af met de verkoopopbrengst. Sluit een nieuwe hypotheek af waarmee je de oude hypotheek aflost (herfinancieren).
Wat is het voordeel van een deels aflossingsvrije hypotheek? De maandlasten voor een annuïteitenhypotheek van 100.000 euro (looptijd 30 jaar) zijn: Uitgaande van een hypotheekrente van 1,5 procent betaal je na het afsluiten van de hypotheek: 345 euro. Het geeft dus een verschil van 220 euro per maand.
De aflossingsvrije hypotheek heeft geen einddatum en loopt dus ongewijzigd door. Dit is het meest gunstig. De aflossingsvrije hypotheek kan worden verlengd. Er moet een nieuwe hypotheek worden afgesloten.
Bij een hypotheek zonder Nationale hypotheek Garantie (NHG) bestaat de rente uit een basisrente en een risico-opslag. Door extra af te lossen kan de risico-opslag soms naar beneden. Ook als de rente nog een tijd vaststaat. Een lagere risico-opslag scheelt soms wel 0,5% aan hypotheekrente.
Na overlijden erven je nabestaanden nog steeds de schuld in de aflossingsvrije hypotheek, maar ze krijgen ook een uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering. Het kunnen afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering is niet de oplossing voor oudere huiseigenaren.
Bovendien geldt op dit moment dat maximaal 50% van een nieuw afgesloten hypotheek aflossingsvrij mag zijn, waardoor je alsnog hoe dan ook al deels op je hypotheek aflost. Dat verkleint de kans dat je met een restschuld achterblijft.
Aan de hypotheek zelf zit geen maximumleeftijd verbonden. Toch is het niet vanzelfsprekend dat men op hogere leeftijd daadwerkelijk een hypotheek kan krijgen. Want hoe ouder je bent, hoe groter de kans dat je binnen die dertig jaar overlijdt.
Bij een opgelopen achterstand op de hypotheek heeft de bank in beginsel het recht van parate executie om het huis te verkopen. Een bank mag niet overgaan tot executieverkoop van het huis wanneer dit misbruik van recht oplevert.
Je betaalt de restschuld met eigen geld. De restschuld wordt mogelijk kwijtgescholden, omdat je een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie hebt. Je financiert de restschuld mee met de hypotheek voor de nieuwe woning. Je betaalt de restschuld met een lening (Let op: geld lenen kost geld).
De hoogte van de restschuld bereken je als volgt: de verkoopprijs van de oude woning, minus de verkoopkosten van die woning, minus de eigenwoningschuld. Verkoopkosten zijn kosten om de woning geschikt te maken voor verkoop of om de woning makkelijker te kunnen verkopen, zoals de courtage van de verkoopmakelaar.