Nederland heeft beste werk-privébalans van Europa: alleen in Denemarken maak je minder kans op een burn-out. De beste werk-privébalans vind je in Nederland. Dat blijkt uit een inventarisatie van vergelijkingssite Small Business Prices voor 28 Europese landen.
In 2020 hadden 1,2 miljoen Nederlandse werknemers burn-outklachten. Dit blijkt uit de factsheet 'Werkstress' die TNO vandaag, bij de start van de week van de werkstress, publiceert.
Negatief zijn over je eigen prestaties. Perfectionistisch zijn. Je (te) sterk betrokken voelen bij werk. Erg gemotiveerd zijn en hoge eisen stellen aan jezelf.
Jaarlijks ervaart 17% van de beroepsbevolking in Nederland burn out klachten en symptomen. De huidige werkzame beroepsbevolking bestaat uit ca. 8,3 miljoen mensen, dit betekent dat circa 1,3 miljoen mensen te maken hebben met burn out gerelateerde klachten.
De gemiddelde leeftijd waarop mensen een burn-out krijgen is gekelderd van 50 naar 32 jaar. Wat is er gebeurd met de jongeren van nu? 30 is het nieuwe 20, wordt wel eens gezegd. Maar als het om carrières gaat, lijkt 30 het nieuwe 50 te zijn.
Burnout duurt het langst van alle werkgerelateerde psychische klachten. Opvallend is ook de grote spreiding in duur van burnout: van drie maanden tot meer dan een jaar.
Vertel hem of haar bijvoorbeeld dat papa of mama erg moe is en daarom veel rust en meer slaap nodig heeft, maar dat hij of zij wel weer beter wordt. Maak ook duidelijke afspraken met jouw kind, zodat hij of zij zich niet gepasseerd voelt als papa of mama even geen aandacht voor hem of haar heeft.
Iemand met burn-out klachten heeft last van de volgende drie kenmerken: Spanningsklachten, zoals: lichamelijke vermoeidheid, concentratieproblemen, geheugenproblemen, onrustig slapen, piekeren en/of een gejaagd gevoel. Verliezen van grip op de situatie en een gevoel van machteloosheid.
Als je burn-out1 bent en je kunt niet werken, dan nodigt de bedrijfsarts je uit voor een bezoek. Hij wil onderzoeken waarom je niet kunt werken en zal met je bespreken hoe je zo snel mogelijk weer beter kunt worden. Hij vraagt hoe het met je gaat.
Onder werknemers die (deels) thuis werkten daalden de ervaren autonomie en de taakeisen. Bij deze thuiswerkers stegen de burn-outklachten van 15,9% in 2019 naar 17,7% medio maart 2021. Daarbij moet worden opgemerkt dat de situatie medio maart een situatie was met veel maatregelen.
TNO deelt die mening. In het onderzoek De impact van de COVID-19-pandemie op werknemers is een daling van burn-outklachten te zien: van 16,8 procent medio 2020 naar 15,4 procent eind 2020 en 15,2 procent in maart 2021. 'Er is absoluut een dalende tendens', zegt Wendela Hooftman, onderzoeker Work&Health bij TNO.
Volgens TNO zijn er twee belangrijke oorzaken voor de stijging van het aantal burn-outklachten. Allereerst ervaren mensen minder vrijheid als ze aan het werk zijn. Ten tweede wordt er meer van ze gevraagd. Die twee zaken verhogen de de werkstress en -druk, aldus TNO.
En misschien dat we dan meteen ook het tweede grote misverstand kunnen tackelen: een burn-out kan je niet faken. Een getrainde professional prikt daar meteen doorheen en iemand met een burn-out wil dat ook helemaal niet faken, want wil niks liever als zijn werk gewoon blijven doen.
Mensen herstellen meestal wel goed van een burn-out. Maar niet iedereen herstelt even snel. Bij een actieve aanpak is de kans groot dat u uw normale bezigheden geleidelijk weer kunt oppakken. Meestal lukt dit binnen enkele maanden.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
Een burn-out kan dus zowel leiden tot afvallen als ook aankomen in gewicht. Een stressreactie zorgt ervoor dat het lichaam kiest om in leven te blijven.
De eerste herstelfase duurt gemiddeld 3 weken, de tweede 3 tot 6 weken en de derde 6 weken. In totaal ben je dus al snel 12 tot 15 weken bezig om te herstellen. Belangrijk om op te merken is dat de totale herstelduur per persoon sterk kan verschillen.
Chantal Driesen legt uit: 'De longen reageren overmatig op prikkels, zoals temperatuurwisselingen, stof en pollen. Stress is ook zo'n prikkel. Hierdoor knijpen de spiertjes om de luchtwegen te sterk samen, waardoor je je heel benauwd kunt voelen.
“Maar je hebt toch alles goed voor elkaar?” “Rust een paar dagen uit en dan ben je er zo weer bovenop.” “Je moet je niet zo aanstellen” of “je hebt gewoon een schop onder je kont nodig.” “Ik heb ook wel eens een slechte dag.”
Moeheid. Piekeren. Concentratieproblemen en/of vergeetachtigheid. Emotionele labiliteit; bijvoorbeeld je voelt je vaak ineens boos of verdrietig of onzeker.
Zorg dat je genoeg taken kunt weghalen zodat je daadwerkelijk voelt dat je ontlast wordt en minder uren kunt werken. Breng collega's hiervan op de hoogte (of laat je leidinggevende dit doen) en geef aan waar je de komende tijd wel/niet verantwoordelijk voor bent en waar je wel/niet over aanspreekbaar bent.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
Een succesvolle terugkeer naar het werk vergt inspanning van werknemer en werkgever. De duur van een burn-out verschilt per individu. Gemiddeld pakken mensen met een burn-out na 55 tot 100 dagen langzaam de draad weer oppakken.
Meest voorgeschreven medicatie bij een burn-out: Antidepressiva. En toch wordt het zeer regelmatig voorgeschreven. Dan is het niet zo vreemd dat meer dan 1,2 miljoen mensen antidepressiva slikt, volgens een artikel van NRC uit 2017 en recentelijk een bericht op NU.nl.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.