Het weer kan je voorspellen door luchtdruk, windkracht, windrichting en de hoeveelheid neerslag te meten. Dit kun je meten met verschillende meetinstrumenten. Al deze meetinstrumenten heten samen een weerstation. Ook wordt er gebruik gemaakt van satellieten die de aarde vanuit de ruimte bekijken.
De temperatuur wordt gemeten met een thermometer. Dit instrument is in 1593 uitgevonden door de Italiaan Galileo Galileï (1564-1642). De bekendste schaalverdelingen zijn Fahrenheit en Celsius.
Het weer is de actuele toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats, op een bepaald ogenblik. Het weerbeeld wordt bepaald door een samenspel van weerselementen zoals luchtdruk, temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, bewolking,... Het toekomstige weer wordt voorspeld door meteorologen.
De hoeveelheid neerslag wordt gemeten met een regenmeter. Dit is een trechtervormig instrument dat de neerslag in een verzamelbak opvangt. De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters. 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter.
Een liter water, uitgespreid over een opperv1ak van 1 vierkante meter geeft een laagje van 1 mm dikte. Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm. Bij een stortbui van 40 mm, valt er dus op elke vierkante meter 40 liter.
Neerslag wordt gemeten in millimeter. Eén millimeter neerslag komt overeen met 1 liter water per vierkante meter. Als één liter water wordt uitgegoten op 1 vierkante meter en dat water verdampt niet of sijpelt niet in de bodem, dan staat het 1 mm hoog.
De belangrijkste, variabele weerelementen zijn temperatuur, windkracht, bedekkingsgraad en neerslag. Het weerbeeld wordt bepaald door het samenspel van deze weerselementen.
Zo was een weersverwachting eind jaren 90 tot ongeveer 5 dagen vooruit behoorlijk betrouwbaar; tegenwoordig kunnen we tot wel 10 dagen vooruit met redelijke zekerheid zeggen wat het weer wordt. Hoe verder je in de toekomst kijkt, hoe onbetrouwbaarder de verwachting wordt.
Nederland ligt vlak aan zee. En de wind waait vaak van zee naar land. En dat zorgt voor veel wolken boven ons land: meer kans op regen dus!
De wind wordt gemeten op een mast met een anemometer. Dit instrument is in 1846 geïntroduceerd door de Ierse astronoom Thomas Romney Robinson (1792-1882). Een anemometer is een ronddraaiend molentje met drie of vier halve bollen (cups) die met stangetjes aan een draaibare as zijn bevestigd.
Vroeger voorspelde men het weer door bijvoorbeeld naar wolken te kijken. Aan de hand van de vorm van de bewolking hadden ze een idee over het weer dat op komst was. Amateurweermannen doen dat nog steeds, als hobby.
Een weerstation is een verzameling instrumenten die het weer kunnen meten. Zo'n weerstation wordt vaak handmatig, maar tegenwoordig ook wel automatisch uitgelezen. Met een weerstation wordt ook een meteorologisch station zelf bedoeld, dus een locatie waar weerinstrumenten staan opgesteld.
Thermometer is een nieuwe iPhone-applicatie van een Nederlandse ontwikkelaar. De applicatie toont de actuele temperatuur op je huidige locatie. De Nederlandse ontwikkelaar Nicolas Koenig heeft z'n eerste applicatie in de App Store staan.
De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) heeft bepaald dat de temperatuur wordt gemeten in goed geventileerde gesloten thermometerhutten die (in het noordelijk halfrond) openen aan de noordkant. De hut moet staan op een kort gemaaid grasveld. De thermometer moet hangen op een hoogte van 1,5 meter.
Wanneer je je op 10 km hoogte bevindt, is die afstand 10.000 keer groter. Daar, bovenin de troposfeer, is de temperatuur circa -50°C.
Warme zomer en langetermijnvoorspellingen
Volgens de onderzoekers is de kans op een hete zomer in 2022 ruim 70%. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'nature'. Eerder voorspelden dezelfde meteorologen al de extreem warme zomer van 2018, 2019 en 2020.
De zomer van 2022 telde in De Bilt maar liefst 81 warme dagen met maxima van 20 graden of meer. Normaal zijn dit er 64. Recordhouder blijft 2003 met 83 warme dagen. Het aantal zomerse dagen (25 graden of meer) kwam uit op 28 in De Bilt, waar 23 normaal is.
Tot 3 dagen vooruit is het weer met 98% zekerheid te voorspellen. Tot 5 dagen vooruit is dat met 92%. Bij een weersverwachting van 7 dagen vooruit daalt die betrouwbaarheid naar 75%. En vanaf 10 dagen is de gemiddelde betrouwbaarheid minstens 45%.
Deze weerelementen worden dus ook gemeten door specifieke meetinstrumenten. Temperatuur is een maat voor hoe warm of koud iets is. We meten het met een thermometer waarvan je hier links een foto van kan vinden. Neerslag wordt in een pluviometer opgevangen.
Kans op regen
Wel is het een aanduiding dat er minstens 0,3 mm regen valt. Dat is hetzelfde als 0,3 liter water per vierkante meter. Voorbeeld: Als in jouw buurt 30% kans op regen is, is er een 30% kans dat er op de dag (in 24 uur) 0,3 liter regen per vierkante meter valt. Dus is er 70% kans dat er geen regen valt.
Lokale neerslag van meer dan 25 millimeter in een uur noemen we een hoosbui, terwijl meer dan 50 millimeter in één dag wordt aangeduid met 'een dag met zware neerslag'.
Voorbeeld: als het neerslagpercentage die dag 10% is, verloopt zo'n dag meestal droog. Bij een neerslagpercentage van 30% is er 'mogelijk' sprake van neerslag. Een neerslagpercentage van 90% betekent 'een zeer grote kans' op neerslag.