Machinaal schuren is vaak sneller, maar de kans is groter dat je te snel, te diep of te grof schuurt. Daarom adviseren wij om alleen grotere oppervlak machinaal te schuren. Je kunt hierbij denken aan deuren of andere (grote) panelen. Al het andere werk kun je het beste met de hand doen.
Ga met een heen- en weergaande beweging over het houtwerk terwijl je lichte druk uitoefent. Zorg dat je ook goed door de hoekjes en naden gaat. Je weet dat je goed schuurt als de oude verflaag dof wordt. Je werkt vervolgens naar een fijnere structuur toe, totdat het te schilderen oppervlakte glad aanvoelt.
Dat kan op verschillende manieren. Je kunt de verflaag die erop zit 'dood' schuren zoals dat heet. Door te schuren met verschillende schuurpapieren van grof naar fijn. Zo schuur je huidige verflaag weg.
Na het schuren is het sowieso van belang om de ondergrond stofvrij te maken. Anders kan het stof in de afwerklaag terecht komen. Dat ziet er niet goed uit. Nogmaals de ondergrond reinigen met een ontvetter is niet per se nodig, maar het staat je natuurlijk vrij om het nog een keer te doen.
Ontvetten is altijd het eerst wat je moet doen, hierna kun je eventueel schuren. Houtwerk of oude verflagen worden na mate van tijd vies en vettig, ga je eerst schuren dan schuur je dit in de oude verflaag en porien van het hout. Ook siliconen van kitranden moeten eerst ontvet worden om onthechting te voorkomen.
Als je eerst schoonmaakt schuur je niet het eventuele vuil in de ondergrond. Verder schuurt een schone ondergrond veel mooier en makkelijker. Ook het schuurpapier zit dan minder snel vol met vuil en stof.
Vraag jij je af waarom nat schuren beter is voor het oppervlak? Bij nat schuren komt er geen stof vrij. Hierdoor maak je minder snel krassen op het oppervlak en ontvet en reinig je tegelijkertijd de ondergrond. Vooral wanneer je op zoek bent naar een mooie afwerking, is nat schuren de ideale oplossing.
Ruw hout of oude (slechte) verflagen kunt u opschuren met P80 tot P120. Om een egaler eindresultaat te behalen schuur je de grondverf met een fijnere grofte, namelijk P150 tot P220. Voor extreem mooi en strak werk zou je voor de laatste verflaag nog kunnen schuren met P320-400.
Nadat het hout volledig is gedroogd, gebruikt u schuurpapier met een korrel van 80 of 120 voor de middelste schuurgang. Schuur in deze stap het hout dwars op de nerf en met lichte, gelijkmatige druk. Maak het stuk hout vervolgens schoon met een borstel of doek, en maak het weer vochtig met een spons.
Het meest professionele eindresultaat krijg je door minimaal 2 lagen aan te brengen. Hierdoor komt de glans van het product tot zijn recht en door de laagdikte kan de verf een goede bescherming bieden.
Licht opschuren betekent dat je de verflaag mat schuurt zodat de nieuwe verflaag goed hecht. Dat is voldoende. Je ondergrond is helemaal klaar voor het nieuwe schilderwerk.
De droogtijd van muurverf hangt grotendeels af van de laagdikte van de aangebrachte verflaag en de temperatuur. Let dus goed op of de verf echt droog is geworden, voordat u een tweede laag muurverf aanbrengt. Let op: bij 20 graden is de muurverf na 24 uur uitgehard, bij 10 graden is dit pas na 48 uur.
De ondergrond ontvetten
Gebruik voor ontvetten geen ammoniak: dit is schadelijk voor het milieu en je gezondheid. Een milieuvriendelijk, geurloos alternatief is ontvetter. Spons de ondergrond na het ontvetten even na met schoon water.
Als je bestaand schilderwerk wilt overschilderen/bijwerken, dan volstaat 1 keer overschilderen. Tip: Denk er tevens aan dat je schildert wanneer het tussen de 5 en 25 graden Celsius is. Is het warmer of kouder? Dan vloeit de verf niet mooi uit.
De schuurpapier korrel is er in zoveel varianten dat je uiterst exact de fijnte of grofte kunt bepalen. De vuistregel is: hoe lager de korrel, hoe grover het schuurpapier zal zijn. Schuurpapier met korrel 40 is dus bijzonder grof, terwijl je schuurpapier fijn is als het gaat om schuurpapier met korrel 2000.
De korrelgrootte van het slijpmateriaal wordt aangeduid met een cijfer. Hoe hoger het getal, hoe fijner het schuurpapier. Werk bij schuren altijd van grof naar fijn. Grof schuurpapier (korrel 60) is geschikt voor het grove schuurwerk.
Schuur een ruw oppervlak eerst op met schuurpapier met een korrelgrootte van 90. Schuur daarna nogmaals met fijner schuurpapier met een korrelgrootte van 120. Voor het licht opschuren van een verflaag is een korrelgrootte van 180 of 220 het meest geschikt.
Eigenlijk is het in alle gevallen verstandig om eerst te schuren voordat je gaat verven. Door eerst goed te schuren kan de verf beter hechten. Wanneer je op een gladde ondergrond gaat verven kan de verf namelijk naar beneden glijden. Bij een gladde ondergrond is het dus niet verstandig om te verven zonder te schuren.
Schuren zonder stof wordt ook wel stofvrij schuren genoemd.
Om te schuren zonder stof moet je een apparaat hebben die het schuurstof afzuigt. Vaak wordt hiervoor een speciale stofzuiger gebruikt: ook wel een schuurstofzuiger genoemd. Je sluit de stofzuiger aan d.m.v. een stofzuigerslang aan je schuurmachine.
Met waterproof schuurpapier, ook wel watervast schuurpapier genoemd, kan je nat schuren. Het voordeel van nat schuren is dat er geen stof vrijkomt. Met waterproof schuurpapier maak je bovendien ook minder snel krassen in de ondergrond. Ideaal om nog even op te schuren vooraleer je de laatste laklaag plaatst.
De verf glijdt dan als het ware naar beneden en hoopt zich op. Door te schuren, kan de verf zich hechten en heb je minder last van druipers. Maar ook is het dus voor de hechting nodig. Als je helemaal niet schuurt, zal de verf kwetsbaar zijn.
Na het schuren is opnieuw ontvetten niet nodig. Wel even de schuurstof weghalen met een stoffer of een doekje!
Bij St Marc is het raadzaam om achteraf nog een keer met een vochtige spons het oppervlak af te doen om eventuele zeepresten te verwijderen. Bovendien ontvetten Universol of St Marc beide beter dan ammoniak.