Er zijn verschillende methodieken om kinderen te observeren, zoals een logboek, een observatieschema, een tel- of duurmethode, een codeersysteem of een beoordelingsschaal. Welke methode je gebruikt, is afhankelijk van de vraagstelling. Een gerichte observatie vraagt een goede voorbereiding.
Observatie is een onderzoeksmethode waarbij je naar mensen kijkt en luistert. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag van een bepaalde groep hiermee onderzoeken. Observatie komt dan ook vaak voor bij sociologische studies. Er worden vooral observaties gedaan bij kwalitatief onderzoek.
Naast veiligheid en een optimale ontwikkeling is het van groot belang dat kinderen zich prettig en op hun gemak voelen in de groep. Door te observeren leren we het kind nog beter kennen, zien we wat er goed gaat en waar het ondersteuning bij kan gebruiken.
Wanneer een leerling (probleem)gedrag of moeilijk te begrijpen gedrag vertoont, is het belangrijk om goed te kijken: wat nu precies dat probleemgedrag inhoudt; bij wie het voorkomt; op welk tijdstip; hoe vaak het gedrag voorkomt; wat voorafgaat aan het probleemgedrag; wat volgt op het probleemgedrag.
Observeren is een bijzondere vorm van waarnemen. Waarnemen overkomt ons. Observeren is altijd gepland en altijd doelgericht. Je observeert omdat je iets te weten wilt komen, uit nieuwsgierigheid, zou je kunnen zeggen.
Goed observeren is niet alleen een kwestie van je zintuigen op scherp zetten, maar ook van voldoende achtergrondkennis hebben en naar de juiste dingen kijken. Observeren doe je met meerdere zintuigen: ogen, oren, neus en tastzin.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Het Kijk! registratiemodel wordt meestal twee keer per jaar ingevuld. In de tussenliggende periodes observeert de pedagogisch medewerker of leerkracht de kinderen tijdens door de kinderen zelf gekozen activiteiten en de door de leidster georganiseerde activiteiten.
Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie. Gestructureerde of ongestructureerde observatie.
Dit is een deel van de lijsten die er zijn, maar deze vormen een goede basis: Pijnobservatielijst PGA - Pijn Gedrag Analyse. Pijnobservatielijst PACSLAC-D. Pijnscorelijst NCCPC-R voor niet verbaal communicerende clienten.
Er zijn een aantal valkuilen bij het observeren. De neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. De neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. Een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen.
Observeren kan worden omschreven als het zorgvuldig en aandachtig waarnemen van verschijnselen met als doel de verschijnselen zo nauwkeurig mogelijk te leren kennen. In de observatie spelen processen zoals denken, theorievorming, classificatie, analyse en interpretatie een belangrijke rol.
Waarom observeren we? Het is een hulpmiddel om iemand beter te leren kennen. Het is een hulpmiddel om bepaalde problematiek nader te onderzoeken en zo de achtergronden van het gedrag te achterhalen. Het kan gebruikt worden als informatie-overdracht naar anderen toe.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
Kinderen moeten voor schoolrijpheid over voldoende cognitieve-, motorische-, sociale- en taalvaardigheden beheersen. Verder zijn vaardigheden als zelfvertrouwen, aanpassingsvermogen, zelfstandigheid, prestatiemotivatie, taakgerichtheid en aandachts- en concentratievermogen van belang.
Methodisch verwerken
Van iedere geobserveerde situatie maak je een observatieverslag, bij voorkeur aan de hand van een topiclist. Tijdens je onderzoek beschrijf je alleen wat je waarneemt, je interpreteert nog niet. Pas nadat je alle observaties hebt verricht ga je analyseren.
Subjectief observeren van je doelgroep gebeurt wanneer er eigen meningen, gedachten en gevoelens worden verwerkt in de observaties. Subjectief observeren is eigenlijk mens-eigen: wanneer er drie mensen onafhankelijk naar een persoon kijken zullen ze alle drie weer een andere beschrijving geven.
Een observatieformulier is een formulier dat gebruikt wordt bij het observeren van leerlingen. Observeren is het aandachtig waarnemen van een persoon en beschrijven wat je ziet. Op een observatieformulier staan vragen en/of punten waar de observator op let.
Door na iedere observatie de hoofdpunten te noteren, kan er zoveel mogelijk informatie inzichtelijk gemaakt worden. Op deze manier wordt de kans op verwarring van gegevens en het vergeten van informatie verkleind. De hoofdpunten kunnen worden geordend en omgezet worden naar centrale evaluatievragen.
Samenvatting. Observeren doe je met alle zintuigen: ogen, oren, reuk en tastzin. Je ziet de cliënt en zijn omgeving, luistert naar wat hij en zijn naasten te zeggen hebben, ruikt zijn lichaamsgeur en de geur van zijn huis en voelt zijn huid, handdruk, kleding en voorwerpen om hem heen.