Als de lampen flikkeren, dan heeft u in de meeste gevallen last van lekspanning. Lekspanning ontstaat doordat de stroomleiding van de LED lampen in de buurt loopt van een andere stroomleiding met een hoge spanning. Omdat LED verlichting nauwelijks stroom nodig heeft, stroomt er een lage spanning door deze leiding.
Begint uw led-lamp te knipperen terwijl hij het voorheen prima deed? Dan is waarschijnlijk de driver defect, bijvoorbeeld door oververhitting. U moet dan een nieuwe driver installeren. Wanneer de driver in de led-lamp is ingebouwd, dient u de hele lamp te vervangen.
Dit ontstaat wanneer er in uw buurt veel elektriciteit tegelijk wordt gebruikt. Bijvoorbeeld wanneer mensen 's avonds thuiskomen en tegelijk de elektrische auto opladen. Dit kost een heleboel stroom. U kunt met het opladen van 1 elektrische auto, 8 tot 10 huishoudens op dat moment van stroom voorzien.
Oplossing: Sluit jouw voltage led verlichting (12V, 24V of 230V) parallel aan. Zo hebben de lampjes zo min mogelijk invloed op elkaar en ontvangen ze allemaal gelijkwaardig stroom. Dit voorkomt flikkeringen in het licht en dat de lampjes niet tegelijk aan gaan.
Mogelijke oorzaken voor zichtbaar flikkeren
Alle verbrande of losse connectoren en circuits kunnen ervoor zorgen dat LED-lampen gaan flikkeren . Dit kan het gevolg zijn van een onjuiste installatie, of als veel armaturen tegelijkertijd flikkeren, dan kan er een probleem zijn bij het paneel of het verbindingspunt dat moet worden aangepakt.
Beschouw een flikkering als een waarschuwingssignaal
Als uw lampen knipperen wanneer u een apparaat gebruikt, is dit een brandgevaar . Doorgaan met het trekken van stroom uit een defecte of overbelaste stroombron is een gevaarlijk spel om te spelen, dus u moet zo snel mogelijk een professional inschakelen.
Lamp kapot: je ziet dat een lamp niet werkt
Dat kan tijdens het rijden zijn, als je net de auto start of als je ergens geparkeerd staat. Meestal gaat het om bepaalde lampen waarvan je het defect opmerkt. Als een koplamp defect is, dan merk je dat tijdens het rijden. Je hebt minder zicht aan één kant van de auto.
Wanneer het flikkeren optreedt terwijl de schakelaar aan staat, is dit te wijten aan het feit dat door een traditionele lamp (met een hoog stroomverbruik) te vervangen door een LED-lamp (met een laag stroomverbruik), dezelfde stroomtoevoer overblijft.
De eerste optie die je hebt om ervoor te zorgen dat lekstroom verdwijnt is het plaatsen van een led dimstabilisator (ook wel 'bypass' genoemd). Een dimstabilisator dien je altijd zo dicht mogelijk bij de lichtbron te plaatsen. Je plaatst de dimstabilisator tussen de schakeldraad en de nuldraad.
De eenvoudigste definitie van flikkeren is 'modulatie van de lichtuitgang'. En terwijl flikkeren in elektrische verlichting over het algemeen ongewenst wordt beschouwd, zijn er situaties – vooral bij organisch licht – waar flikkeren een onderscheidende atmosfeer kunnen toevoegen aan de verlichting.
Als er een zoemend geluid van TL verlichting af komt, wil dat vaak zeggen dat het voorschakelapparaat vervangen moet worden. Zodra TL lampen beginnen te flikkeren, zijn ze aan vervanging toe. Als het al een lange tijd geleden is dat je TL verlichting is vervangen, dan is het raadzaam om ook de starter ook te vervangen.
De wandschakelaar geeft aan wanneer de batterij bijna leeg is door iedere 5 sec rood te knipperen. Neem bij het vervangen van de batterij de plaatselijke regelgeving in acht. Gebruikte batterijen mogen niet bij het huishoudelijk afval worden weggegooid. Gooi batterijen alleen weg als ze volledig ontladen zijn.
Waarom een LED lamp kapot gaat? Een van de belangrijkste oorzaken van het kapot gaan van led lampen is dat LED-technologie een constante spanning nodig heeft; als er op enig moment een stroomstoot wordt veroorzaakt, stijgt de temperatuur van de diodes in de lamp en zal deze in korte tijd kapot gaan of defect raken.
Als de lampen flikkeren, dan heeft u in de meeste gevallen last van lekspanning. Lekspanning ontstaat doordat de stroomleiding van de LED lampen in de buurt loopt van een andere stroomleiding met een hoge spanning. Omdat LED verlichting nauwelijks stroom nodig heeft, stroomt er een lage spanning door deze leiding.
Noodverlichting werkt op een accu die automatisch inschakelt bij stroomuitval. Als de batterij bijna leeg is of defect raakt, kan de verlichting gaan knipperen. Regelmatig onderhoud en tijdige vervanging van de accu kunnen dit probleem voorkomen. Net als gewone verlichting kunnen ook noodverlichtingslampen slijten.
Na de aardlekschakelaar uitgeschakeld is kan je door middel van een lekstroomtang kan je onwijs kleine lekstromen zien. Je meet dan de aarddraad door de fase en nul tegelijkertijd te bemeten. Lekstroom komt het vaakst door een fysiek lek van de fase of de nul, of een slechte isolatie.
Wanneer je een niet dimbare lamp op een dimmer aansluit, ontvangen de lampen onvoldoende voeding waardoor deze gaan flikkeren. Check dus altijd of je een dimbare lamp hebt aangeschaft. Daarnaast kan het ook voorkomen dat je de LED-lamp op een verkeerde dimmer hebt aangesloten.
* Elektronische componenten: Batterijen, oplaadbare batterijen, condensators, transformatoren, isolators, halfgeleiders en kabels kunnen ook lekstroom veroorzaken. Controleer regelmatig elektronische apparaten en componenten op tekenen van slijtage of defecten om lekstroom te voorkomen.
Dit is de zogenaamde lekstroom of inductiespanning. Eenmaal de spanning voldoende is, wordt deze ineens ontladen wat resulteert in kort nagloeien van de lamp. Dit is niet gevaarlijk en leidt niet tot een vermindering van de levensduur van de lamp maar het kan wel vervelend zijn.
Alle lichtbronnen en lampen zullen gewoon werken als je de draden verkeerd om aansluit. Het gaat alleen mis als je de aardedraad verkeerd aansluit. Maar zorg ervoor dat de spanning er volledig afgesloten is als je met stroom werkt!
Gloeilampen en halogeen lampen hebben een veel hogere stroomtoevoer nodig dan LED lampen. Zodra je de dimmer van een gloeilamp of halogeenlamp gebruikt voor een LED lamp krijgt de lamp teveel stroomtoevoer waardoor hij kan gaan knipperen.
Het dimmen van niet-dimbare LED verlichting
Het kan voorkomen dat mensen niet-dimbare LED verlichting aanschaffen en deze vervolgens wel proberen te dimmen. Het gevolg hiervan is dat de LED verlichting te weinig stroom krijgt om volledig te kunnen functioneren. Dit zorgt ervoor dat de lampen gaan knipperen.
Een gewone lamp heeft een maximale levensduur van 2000 branduren. Dit betekent dat je na iets meer dan 1 jaar de lampen moet vervangen. Bij LED is dit pas nodig na ongeveer 10 jaar en bij sommige lampen 15 jaar.
Een gewone lamp heeft een gloeidraad. Deze gloeidraad heeft een hoge weerstand. Door de elektriciteit gaat die draad gloeien en verdampt er een beetje van die draad. Het speciale gas waarmee de lamp gevuld is zorgt er voor dat die verdamping vertraagt word maar uiteindelijk is de draad op en springt de lamp.