Zorg dat je kindje met zijn of haar hoofdje tegen de binnenkant van je elleboog steunt. Hierbij kun je afwisselen met de rechterkant en de linkerkant. Je kunt je baby ook op de rug laten liggen bij het geven van flesvoeding, ga dan naast je kindje liggen en houd de fles goed vast.
Als uw kind op tijd geboren is en/ of het drinken goed verloopt, kan uw baby in rugligging de fles krijgen. Om een voorkeurshouding te voorkomen is het goed om regelmatig van kant te wisselen. Geef de fles als uw baby voedingssignalen laat zien.
Om de melk zo rustig mogelijk te laten stromen, kun je je kind het beste nagenoeg rechtop of in zijligging voeden. Leg hiertoe eventueel een (voedings)kussen op je schoot. Het is onverstandig om je kind tijdens het flesvoeden plat op zijn rug te leggen, omdat dit de kans op verslikken en overvoeding vergroot.
Houd je baby na het voeden minimaal twintig minuten rechtop. Laat je baby vaker kleine porties eten of drinken. Als je je baby flesvoeding geeft, kun je hem tijdens een voeding iedere drie minuten laten boeren.
Liggend op je onderarm.
Je legt je baby zo neer dat hij met zijn gezicht van je af ligt. Je kunt het hoofdje van je baby ondersteunen door je hand te gebruiken. Nu kun je je baby iets naar voren laten buigen en zachtjes over zijn rug wrijven of zachtjes kloppen.
Mijn baby boert niet, is dit normaal? Het is normaal als je baby niet altijd boert na zijn voeding. Niet iedere baby hoeft te boeren, en niet iedere baby heeft het nodig na iedere voeding. Je kleine boert namelijk alleen als hij (veel) lucht hapt of inslikt tijdens het drinken.
Als je kleintje in slaap valt tijdens de nachtvoedingen (en dan een uur later alweer daar is voor een voeding…), pas dan borstcompressie toe. Zo blijft de melk stromen en blijft je kleintje bij de les. Ook al drinkt ie half slapend. Probeer bij de nachtvoedingen niet één, maar twee borsten leeg te laten drinken.
Bij voeding in zijligging ligt uw baby bij u op schoot op de zij. Deze houding kan de baby ondersteunen bij het leren drinken. De melk loopt iets minder snel uit de speen en komt eerst in de wang en niet direct achter in de mond. Hierdoor is de kans minder groot dat uw baby zich verslikt.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Als je te weinig melk of een vertraagde toeschietreflex hebt, kan je kind ook onrustig aan de borst drinken. Als je kind onrustig aan de borst drinkt, minder plast (en in de eerste weken minder poept), bijna niet tevreden is en/of minder goed gaat groeien, dan kan het zijn dat je melkproductie niet meer voldoende is.
Beter is om je baby wat rechtop te zetten en de fles horizontaler te houden. Je baby moet zo iets meer moeite doen om melk te krijgen en kan de stroom wat beter reguleren, waardoor het langzamer gaat. Heb je al een goede houding? Dan zou je een speen kunnen kiezen met een kleinere opening.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Wat kan helpen is een korte pauze nemen tussendoor en hem een boertje laten doen. Geef een speen met één klein gaatje als je kind snel drinkt. Zo verslikt hij zich niet. Voor een langzame drinker is een speen met twee gaatjes beter.
Veel baby's zullen het er prima op doen, maar veel baby's niet. Duidelijk is wel dat je bij flesvoeding je baby niet meer mag geven dan een maximale hoeveelheid per etmaal.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
Jonge baby's kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen, dit moeten ze nog leren. Hierdoor kunnen ze onrustig worden of gaan huilen als het slapen niet lukt. Ze hebben nog jouw hulp nodig om in slaap te vallen. Zo kan het nodig zijn om je baby in slaap te wiegen of je baby valt in slaap tijdens de voeding.
Wakker in bed leggen Het is erg belangrijk dat u uw baby wakker in bed legt. Een baby die daaraan gewend is, kent het bed als een vertrouwde plek waar hij mag slapen. Hij zal zich tevreden in bed laten leggen en zich snel overgeven aan de slaap, nadat hij aangaf moe te zijn.
Leg uw baby ergens te slapen waar niet teveel prikkels zijn. Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Door je baby regelmatig aan te leggen, zorg je voor een goede balans tussen vraag (honger) en aanbod (borst). Ook overdag is het goed om je baby na maximaal vier uur wakker te maken voor borstvoeding.
Houd je baby vast en laat hem boeren.
Verplaats je baby langzaam naar je toe, zodat hij niet wakker wordt. Laat het hoofd of de kin van je baby op je schouder rusten en houd met een hand hun billen vast, zodat ze niet wegglijden. Leg je andere hand op de rug en tik dan rustig om het boeren te helpen.
Houd je baby rechtop tegen je aan en laat zijn kinnetje op je schouder rusten; wrijf zachtjes over zijn ruggetje of klop er zachtjes op. Wees geduldig, het kan wel een paar minuten duren voordat hij een boer laat.
Enkele symptomen die je baby dan zou kunnen hebben zijn: Frequent teruggeven, vaak met pijn. Kokhalzen, verslikken/stikken, hoesten, boeren of frequent hikken. Een adem die ruikt (stinkt).