Het Omaha System is opgebouwd uit drie samenhangende componenten; een assessment op basis van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten. Inmiddels wordt het ook in Nederland veelvuldig gebruikt, vooral door thuiszorgaanbieders.
Het Omaha System ontstond medio jaren '70 in Omaha (VS). Organisaties voor thuiszorg en openbare gezondheidszorg wilden een betere manier ontwikkelen om de zorg te beschrijven. Medische classificatiesystemen en de verschillende terminologieën sloten onvoldoende aan bij de dagelijkse praktijk in de gezondheidszorg.
Het accent ligt op dit moment vooral op toepassing binnen de extramurale zorg (zorg thuis). Het systeem kent vier domeinen (analoog aan de methodiek van het zorgleefplan) waarbinnen 42 aandachtsgebieden worden onderscheiden: Het omgevingsdomein -> 4 gebieden. Het psychosociale domein -> 12 gebieden.
Wellicht het grootste pluspunt: in Omaha System kun je zowel problemen, interventies als resultaten geclassificeerd vastleggen. Het sturen op resultaten wordt hierdoor een stuk eenvoudiger. Ook gegevens over de zelfredzaamheid van de cliënt en de inzetbaarheid van het steunsysteem kunnen eenduidig worden vastgelegd.
Omaha System is een classificatiesysteem, terminologie- en codestelsel voor zorg en welzijn. Het is een gids in de dagelijkse praktijk van zorgverleners en een hulpmiddel om de acties en uitkomsten van de zorg voor cliënten beter te kiezen, sorteren en vastleggen.
Vier levensdomeinen in het zorgleefplan
Het zorgleefplan is geordend volgens vier levensdomeinen. - Woon- en leefomstandigheden; - Participatie; - Mentaal welbevinden; - Lichamelijk welbevinden en gezondheid.
Het zorgplan beschrijft welke zorg en/of begeleiding u van uw zorgaanbieder krijgt. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met uw wensen. Bijvoorbeeld: hoe laat u op wilt staan, bij welke handelingen u hulp nodig heeft, welke doelen u wilt bereiken. Het zorgplan moet realistisch zijn.
De gezondheidspatronen zijn volgens Gordon functioneel omdat ze de gedragingen weergeven van mensen in hun behoefte in het welbevinden. Deze gedragingen zijn er op gericht om individuele en sociale behoeften te vervullen en om het individu zo gezond mogelijk te houden.
PES is de methode die in de opleiding tot verpleegkundige al wordt gebruikt om de problemen, ethiologie (oorzaken) en symptomen te beschrijven. De plus staat voor de HRIU en PRIU: alle mens-gerelateerde en omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het gebruik van een medisch hulpmiddel.
Classificatiesystemen
Er bestaan diverse verpleegkundige classificatiesystemen. Elk systeem heeft zijn eigen ordeningsprincipe. In dit hoofdstuk beschrijven we in het kort enkele veelgebruikte systemen: International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), Nanda-I/NIC/NOC en Omaha System.
De Mikzo®methode is de classificatie waarmee de professional, zoals de eerst verantwoordelijk verzorgende, (wijk)verpleegkundige en/of behandelaar, samen met de cliënt en zijn of haar netwerk een zorgplan maakt. De Mikzo®methode is toegelaten voor de thuiszorg en de verpleeghuiszorg.
Psychosociale zorg is een verzamelterm, het bestaat uit psychosociale ondersteuning en psychologische zorg. Psychosociale ondersteuning is vooral gericht op emotionele en praktische ondersteuning bij (relatief) eenvoudige problemen van psychische en sociale aard.
Classificatie betekent dus een systematische ordening van verschijnselen, processen of objecten in logische en vaste categorieën. Het doel van een classificatie is iets snel terug kunnen vinden. Het is gebruiksvriendelijk en heeft een informerende functie.
Het omgevingsdomein zorgt dat vertrekkende treinreizigers het station veilig, soepel en gemakkelijk kunnen vinden en arriverende treinreizigers hun fiets, auto en het aansluitende lokaal en regionaal openbaar vervoer. Een van de vier stationsdomeinen uit het Stationsconcept.
Zorgplan maken
En uw mogelijkheden en beperkingen. Samen maakt u afspraken over uw zorg. Deze legt de zorgaanbieder vast in een zorgplan.
Voor zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) stellen zorgverzekeraars het werken met een zorgplan als kwaliteitseis. Een zorgplan is een dynamische set van afspraken van de cliënt en zorgverlener(s) over zorg en zelfmanagement. Deze afspraken maken zij samen en gaan over de doelen, behoeften en situatie van de cliënt.
De zorgaanbieder moet voor iedere cliënt een zorgverantwoordelijke aanwijzen. Zijn (of haar) taak is het opstellen, vaststellen, uitvoeren, evalueren en zo nodig periodiek aanpassen van een zorgplan. De zorgverantwoordelijk overlegt met de cliënt en zijn vertegenwoordiger over het zorgplan.
Het leven op aarde is ingedeeld in drie domeinen: Bacteria, Archaea en Eukarya. De eerste twee bestaan helemaal uit eencellige microben. Die geen van allen een celkern hebben. Het derde domein, Eukarya, is dat van organismen mét celkern.
Het is van belang om in het gesprek over het zorgleefplan duidelijkheid te bieden. Bespreek wat er van de cliënt en diens omgeving zelf verwacht wordt en wat ze van jou kunnen verwachten. Ga na wat de verwachtingen van de cliënt en mantelzorger zelf zijn en hoe je gezamenlijk goede zorg en ondersteuning kunt bieden.
Het zorgleefplan (ZLP) zorgt voor ondersteuning, zodat u als cliënt uw leven (ondanks ziekte of beperking) zoveel mogelijk kan voortzetten zoals u dat wenst. De afspraken die de zorgverlener maakt met een cliënt worden in het zorgleefplan vastgelegd.