Het eerste anesthesietoestel werd in 1917 ontwikkeld door Henry Boyle. De beademing gebeurde toen nog handmatig. De Duitse firma Dräger was zeer actief in de ontwikkeling van anesthesieapparatuur. Bij WO 1 soldaten met ernstige verwondingen in het aangezicht, werd plastische chirurgie verricht.
Spinaal: Met een dunne naald spuit de anesthesioloog laag in de rug een verdovingsvloeistof in. Deze techniek wordt gebruikt bij operaties in het gebied beneden de navel. Na de prik wordt uw onderlichaam gevoelloos. De verdoving duurt enkele uren.
De middelen die voor een narcose worden gebruikt zijn slaapmiddelen, spierontspanners en pijnstillers. Ook wordt er vocht toegediend. Slaapmiddelen (anesthetica) worden meestal als eerst toegediend. Dit gebeurt meestal via een infuus.
Bij volwassenen wordt de narcose vaak 'ingeleid' door het geven van een intraveneuze dosis van een anestheticum zoals propofol of etomidaat, waarna voor het onderhouden van de narcose een inhalatie-anestheticum (dampvormig) kan worden gebruikt gecombineerd met analgetica.
Dankzij ether, lachgas en chloroform werden operaties in de loop van de negentiende eeuw veel minder angstaanjagend dan in het verleden. Maar daarmee waren patiënten er nog niet; snijden bleef riskant. Met name de kans op infecties was enorm, want met de hygiëne was het in veel ziekenhuizen droevig gesteld.
Artsen in twintig ziekenhuizen voeren gevaarlijke operaties uit, terwijl ze daarvoor volgens de normen te weinig ervaring mee hebben. Dat concludeert de Consumentenbond in een onderzoek dat gisteren is gepresenteerd. Het gaat om gevaarlijke operaties aan de aorta (buikslagader) en de slokdarm.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie. Awareness wordt soms verward met dromen tijdens de narcose.
Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Een narcose: je lichaam werkt door, maar op een laag pitje. Je hersenactiviteit is laag, je kunt je niet bewegen, niet slikken en meestal niet zelf ademhalen.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie. Na het wakker worden uit de narcose kunt u misselijk zijn en moet u misschien overgeven.
Wij vragen u • geen nagellak en/of make-up te gebruiken omdat anders de controle- apparatuur niet werkt. De anesthesist ziet namelijk aan de natuurlijke kleur van uw huid en nagels hoe uw lichame- lijke conditie is.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Slaap veel na je operatie
Slaap is een van de belangrijkste onderdelen van het herstel. Streef ernaar dat je minstens 8 uur per nacht slaapt. Vooral diepe slaap en remslaap zijn erg belangrijk. Zorg ervoor dat je slaapkamer donker is en niet te warm om zo diep mogelijk te slapen.
Ingespoten via ader. Via een infuus spuit de anesthesist een slaapmiddel (intraveneus anestheticum) in. Ondertussen ademt u enkele keren diep in en uit boven een masker met zuivere zuurstof. U verliest nu zeer snel uw bewustzijn.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
De eerste weken zult u waarschijnlijk minder vaak ontlasting hebben. Dit komt door een verandering in uw leef- en eetpatroon. Verminderde eetlust, veel rusten en weinig beweging vertragen de stoelgang. Indien u langer dan vier dagen geen ontlasting hebt gehad, neem dan contact op met uw huisarts.
Uiteraard stelt de moderne anesthesie alles in het werk om het gebeuren rond de operatie zo veilig mogelijk te laten verlopen. Daar waar vroeger het risico op overlijden rond 1 op 15.000 lag, is het nu teruggedrongen tot 1 op 400.000.
Moe. Veel patiënten voelen zich nog dagen en soms zelfs maanden na een grote ingreep moe. Als uw lichaam een grote wond heeft zorgen uw hersenen er voor dat u het wat rustiger aan gaat doen. Zo herstelt u sneller.
temperatuur omdat u door narcose en de lage omgevingstemperatuur flink af kunt koelen. saturatie (zuurstofgehalte in het bloed) om na te gaan of uw longen voldoende zuurstof opnemen. wond en drains om te controleren of en hoeveel bloedverlies er is.
Narcose noemen we ook wel algehele anesthesie. Bij deze vorm van anesthesie wordt het hele lichaam verdoofd en bent u in een diepe slaap. Algehele anesthesie vindt plaats op de operatiekamer zelf. U wordt daar aangesloten op bewakingsapparatuur waarmee onder andere de hartslag en bloeddruk gemeten wordt.